3 Blauw Flashcards
1
Q
Tellement
A
Zo, zoveel
2
Q
D’ailleurs
A
Trouwens
3
Q
Appris
A
Geleerd
4
Q
À part cela
A
Buiten dat
5
Q
Il y aura
A
Er zal/zullen zijn
6
Q
On ira
A
We zullen gaan
7
Q
On sera
A
We zullen zijn
8
Q
On fera
A
We zullen doen/maken
9
Q
L’equipement m
A
De uitrusting
10
Q
Le retraité
A
De gepensioneerde
11
Q
La particularité
A
De bijzonderheid
12
Q
Le Maghreb
A
De landen in Noord-Afrika
13
Q
Déguster
A
Proeven
14
Q
Plaire
A
Bevallen
15
Q
Abandonner
A
Verlaten