2A1 HC week 2 Flashcards
1
Q
transities
A
purine -> purine (A/G) of pyrimidine -> pyrimidine (C/T)
2
Q
transversies
A
purine (A of G) -> pyrimidine (T of C) en vice versa
3
Q
BER
A
enzymatisch proces, herstel kleine adducten
1. DNA glycosylase herkent DNA schade
2. endonuclease herkent AP site en knipt los
3. herstel door DNA polymerase en ligase
4
Q
NER
A
herstel grote adducten
5
Q
GGNER
A
- eiwitten: XPC, CETN2, RAD23B binden op site
- na herkenning ontkoppelt RAD23B zodat TF2H kan binden
- TF2H knipt na verificatie streng eruit
- DNA polymerase vult op
6
Q
TcNER
A
- CSB-eiwit herkent tijdens transcriptie schade
- CSB duwt transcriptiecomplex terug
- TF2H kan binden op site
7
Q
defect NER
A
- xeroderma pigmentosum (XP): defect NER
- Cockane syndroom (CS): defect SCA en SCB
8
Q
NHEJ
A
- ligeren 2 uiteinden van streng
- geen gebruik van template, onnauwkeurig (door verlies info op plaats van breuk)
- resulteert in kleine deleties (radiosensitiviteit)
1. schade wordt herkend door KU70/80 en DNA PKcs eiwitten
2. XRCC4-DNA ligase 4 zorgt voor ligeren beide strengen
9
Q
homologe recombinatie
A
uitwisseling DNA strengen, gebruik zusterchromatiden, nauwkeurig
* kan gepaard gaan met LOH
10
Q
A