2A1 HC week 1 Flashcards
geneesmiddelenmarkt in NL
- NVMO kijkt naar clinical benefit, VWS kijkt puur naar geld
- als een geneesmiddel wat betreft kosten, klinisch effect en aantal patiënten uit balans is wordt het in de sluis geplaatst
klachten bij toename witte bloedcellen
hyperviscositeit van bloed
* neurologische symptomen (hoofdpijn, duizeligheid, bloedingen, visusstoornissen)
* pulmonale symptomen (dyspnoe, bloedingen)
* nierinsufficiëntie
* mucosale bloedingen
* trombose
symptomen bij presentatie acute myeloide leukemie (AML)
- t.g.v. verdringing van normale bloedaanmaak in beenmerg
- t.g.v. toename witte bloedcellen in bloed
- t.g.v. extra medullaire lokalisatie van leukemie
- t.g.v. vrijkomen toxische stoffen
de sluis
maatregel vanuit de overheid voor
* macrokosten >20 miljoen per jaar
* behandelkosten per patiënt >50.000 per jaar
extramedullaire lokalisaties acute leukemie
lever en milt, lymfeklieren, centraal zenuwstelsel, huid, tandvlees
behandeling acute myeloide leukemie
3x chemokuur (+ eventueel targeted therapy voor mutaties) waarvan 2e kuur intensiever, daarna afhankelijk van patiënt nog meer chemo, autologe stamceltransplantatie of allogene stamceltransplantatie
tumor lysis syndroom
lysis (kapotgaan) van maligne cellen zorgt voor ophoping van urinezuur, kalium en fosfaat met als gevolg nierunsifficiëntie, dyspnoe, hartritmestoornissen, insulten.
Komt ook voor bij begin van chemo, wordt medicatie voor gegeven tijdens behandeling.
ontwikkeling lymfatische cellen
lymfeklieren: B en T
thymus: T
eigenschappen bloedvormende stamcellen
- zelfvermeerdering
- pluripotent
- hoge delingspotentie, lage delingsfrequentie
- relatief ongevoelig voor genotoxische invloeden (bestraling, chemotherapie, reactieve zuurstof in cel)
- verantwoordelijk voor lange termijn herstel van beenmerg en bloedcelvorming bij stamceltransplantatie
eigenschappen voorlopercellen
- geen (of beperkt) vermogen tot zelfvermeerdering
- beperkt in ontwikkeling tot 1 (unipotent) of enkele (multipotent) bloedceldifferentiatielijnen
- hoge delingsfrequentie (veel dochtercellen), beperkte delingspotentie
- gevoelig voor genotoxische invloeden (bestraling, chemotherapie, reactieve zuurstof in cel)
- verantwoordelijk voor korte termijn herstel van bloedcelvorming bij stamceltransplantatie
leukemie
kwaadaardige (meestal levensbedreigende) ontsporing van de bloedcelvorming. Er is een ongecontroleerde aanmaak/gereduceerde afbraak van niet of verminderd functionele bloedcellen. De normale bloedcelvorming wordt onderdrukt waardoor infecties, anemie en bloedingen optreden. Leukemie ontstaat door genetische defecten in de bloedvormende stamcellen. Radioactieve straling, mutagene stoffen en erfelijke factoren spelen hier een rol bij.
chronische leukemie
chronische, aanvankelijk minder levensbedreigende symptomen, veroorzaakt door ophoping van (gedeeltelijk) uitgerijpte en (deels) functionele leukemiecellen, die de normale bloedcelvorming in ernstige mate remmen
* defect in groeiregulatie
* chronische leukemie kan overgaan in acute leukemie
acute leukemie
acute symptomen, veroorzaakt door ophoping van niet-functionele cellen (meestal blasten) die de normale bloedcelvorming ernstig onderdrukken
* defecten in groeiregulatie en uitrijping/differentiatie
myeloide leukemie
leukemiecellen dragen kenmerken van granulocytaire, monocytaire, erythroide of megakaryoblastaire cellen.
* voorbeelden: acute myeloide/myeloblastaire leukemie (AML), chronische myeloide leukemie (CML), acute promyelocytenl eukemie (APL)
lymfoide/lymfatische leukemie
leukemiecellen dragen kenmerken van lymfoide cellen
* voorbeelden: acute lymfoblastaire leukemie (ALL), chronische lymfoblastaire leukemie (CLL), plasmacel-leukemie