271 280 Flashcards
1
Q
vis
A
geen gen. v de kracht het geweld
2
Q
mare
A
maris o de zee
3
Q
moenia
A
moenium o mv de stadsmuren
4
Q
scelus
A
sceleris o de misdaad
5
Q
certare
A
-o strijden
6
Q
iactare
A
-o slingeren
7
Q
solere
A
-eo gewoon zijn
8
Q
videre
A
-eo vidi visum zien
9
Q
accidere
A
-it accidit, – het gebeurt
10
Q
incendere
A
-o incendi incensum in brand steken