2.6 Flashcards

1
Q

Leg uit wat Stollingsgesteentes zijn

A

Gesteente die ontstaat door stollen en afkoelen van magma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diepte gesteente

A

Stolt en koelt af onder oppervlakte langzamer en vormt gevlekt graniet wat geen grote kristallen kan vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vulkanisch/uitvloeingesteente

A

Gesteentes gevormd door lava uit de aarde die over het aardoppervlakte vloeien. Contact met lucht of water laat het gesteente afkoelen. Basalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vulkanogen touwlava

A

Eenmal hard geworden lawa die vormen van een touw hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sedimentgesteente

A

Verweringsmateriaal ( planten en dieren) dat ophoopt en samenperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schalie , zandsteen

A

Ophoping van klei en steen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kalksteen

A

Vormt zich in ondiepe zeeën waar resten koraal,schelpen opstapelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef het effect van een hoge of lage stroomsnelheidsedimentgesteente

A

Hoog: heeft een groffe vorm doordat het water en kleine organismes het gesteente eroderen
Laag: stille stand of lage snelheid zorgt voor het ophopen van kleidelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Metamorfe gesteente

A

Stolling/sediment gesteente zakt diep weg in de aardkorst waarbij hoge temperatuur en druk gesteente veranderd maar niet veranderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kalksteen en schalie word?

A

Marmer en leisteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definieer het gesteente kringloop

A

Process waarbij exogene processen , geologische processen ( natuurlijke bewegingen) de structuur en samenstelling veranderd in miljoenen veranderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem de processen van een gebergtevorming

A
  1. Exogene processen hoog in gebergtes zorgen voor uit eenvallen van gesteenstes ( lucht,wind,regen) en transporten naar de zee
  2. Onderdeel daarvan is de hydrologische kringloop: verdamping wateren> wolken> regen> afstroming van bergtoppen in rivieren/ gletsjers> verweringsmateriaal bouwt dikkere ophoping van de watergronden
  3. Gewicht van de bovenste laag zorgt ervoor dat de gesteente korrels zich samenvoegen tot sedimentgesteente
  4. Botsing van aardplaten, divergeren en heven op tot nieuw nieuwe gebergtes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem de process kringloop van magma tot basalt naar magma

A
  1. Midden Oceanische rug vorm nieuw stolling gesteente basalt
  2. Op z’n tijd, duikt die plaat onder een andere ( subductie) in de aardmantel
  3. Het gevormde basalt smelt weer door de hitte en convergentie stromen en vormt bij divergentie weer basalt omhoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly