2.5 Flashcards

1
Q

Wat is massabeweging

A

Materiaal(gesteente) dat langs hellingen naar beneden komt door verwering en zwaartekracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Steile/vlakkere hellingen zorgen voor verschillende manier hoe het verweringsmateriaal zich naar beneden vormt. Leg dit uit

A

Steile helingen: storten van materiaal op de wegen
Vlakke hellingen: schuiving, rollen van materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zorgt de verzadiging van het materiaal met water voor?

A

Modderstromen die snelheden van 40km kunnen bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit hoe deze verzadiging puinhellingen en waaiers vormt

A

Eenmaal opgehoopte materiaal onder aan de helling ( voet)
Rivier dat minder snel stroomt en loopt aan de oevers van gebergtes ( benedenloop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef 2 voorbeelden van natuurlijke processen die aardbevingen/ bewegingen voorkomen

A

1 wortels van bomen die gronden stabieler houd
2 plakkerig relatief dikker gesteentes ( klei) die stevig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem de processen vanaf de bovenloop en wat het Kan resulteren

A

1.gletscher kunnen grote gesteentes meenemen zoals keien
2. Druk van de gletscher bergafwaarts door erosiematerie scheert de grond een dal uit
3. Doordat in europa gletscher door de ijstijd zijn gesmolten komen in de hoge delen U dalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Morene

A

Leggen van gletscher in de dalbodem van zei en klei wat ooit door gletscher is getransporteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat een V dal.

A
  1. Snelstromend stromend stroomgebied neemt toe en neemt bergafwaarts materiaal mee.
    2.gesteentes worden kleiner gladder en en botsen tegenelkaar
  2. Zand en grind schuurt tegen de rivierbodem en zijwanden vormen V dal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg het process van sedimentatie in de middenloop uit.

A

Het stroomsnelheid neemt af waardoor grote gesteentes ( groffe grind) niet meer getransporteerd en zakt naar de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef het process van sedimentatie in de benedenloop

A
  • in de benedenloop vind sedimentatie plaats van niet groffe gesteentes en hoop zich op ( klei en zand)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komt de riviervlakte onderwater te staan?

A

Als het stroomgebied teveel water met zich mee afzet en buiten zijn oever overvloet en komt het onder water te staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In de bedding zakt alleen het groffe gesteente in de bodem want de lage stroomsnelheid vervoert het niet.

Wat resulteert hieruit

A

Het stilstaande water sedimenteert tot een ophoping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly