2.6 Flashcards
1
Q
Verandering in nietlevende natuur
A
1 oceaan warmt op
2 gletsjers krimpen
3 hogere kans op overstromende rivieren
2
Q
Landschapszones
A
Groot gebied dat de breedtezones volgt en die een eenheid vormt (klimaat, bodem, water, plantengroei)
3
Q
Biodiversiteit
A
Het aantal soorten en dieren dat in een bepaald gebied voorkomen
4
Q
Gevolgen voor de mens
A
1 minder zoet water
2 kans op verdroging en verzilting in droge gebieden
3 aantrekkelijkheid gebieden voor tourisme verandert
5
Q
Verzilting
A
Toename v.d. concentratie aan zouten in de bodem