2.1 Flashcards

1
Q

Systeem aarde (…sfeer)

A

Atmos
Bio
Geo
Cryo
Hydro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 factoren die de klimaatsystemen bepalen

A

1 invallende straling
2 weerkaatsing straling
3 absorptie straling (broeikasgassen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Warmtetransport door hydrologische kringloop

A
  • veel energie in verdampt zeewater
  • die energie komt vrij door neerslag/condensatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 factoren spreiding van de klimaten

A

1 geografische breedte
2 ligging circulatiesysteem
3 afstand tot zee(stromen)
4 hoogteligging + reliëf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stralingsbalans

A

= inkomende straling + uitgaande straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oceanische circulatie

A

Stromingspatroon van het zeewater in de oceaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diepwaterpomp

A

Daling van zeewater door afkoeling en hoog zoutgehalte in afzinkgebieden. Zorgt voor oceanische circulatie en verbinding warm en koud water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lagedrukgebied

A
  • Gebied met lage luchtdruk
  • Opstijgende luchtbeweging
  • Toestromen van lucht uit alle richtingen = convergentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hogedrukgebied

A
  • gebied met hoge luchtdruk
  • dalende luchtbeweging
  • uitstromen van lucht naar alle richtingen (divergentie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Passaat

A

Wind die waait van subtropisch hogedrukgebied naar de ITCZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Moesson

A

Een passaat die om het halfjaar wisselt van richting.
Zomer = nat
Winter = droog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly