2.1 Flashcards
Systeem aarde (…sfeer)
Atmos
Bio
Geo
Cryo
Hydro
3 factoren die de klimaatsystemen bepalen
1 invallende straling
2 weerkaatsing straling
3 absorptie straling (broeikasgassen)
Warmtetransport door hydrologische kringloop
- veel energie in verdampt zeewater
- die energie komt vrij door neerslag/condensatie
4 factoren spreiding van de klimaten
1 geografische breedte
2 ligging circulatiesysteem
3 afstand tot zee(stromen)
4 hoogteligging + reliëf
Stralingsbalans
= inkomende straling + uitgaande straling
Oceanische circulatie
Stromingspatroon van het zeewater in de oceaan
Diepwaterpomp
Daling van zeewater door afkoeling en hoog zoutgehalte in afzinkgebieden. Zorgt voor oceanische circulatie en verbinding warm en koud water
Lagedrukgebied
- Gebied met lage luchtdruk
- Opstijgende luchtbeweging
- Toestromen van lucht uit alle richtingen = convergentie
Hogedrukgebied
- gebied met hoge luchtdruk
- dalende luchtbeweging
- uitstromen van lucht naar alle richtingen (divergentie)
Passaat
Wind die waait van subtropisch hogedrukgebied naar de ITCZ
Moesson
Een passaat die om het halfjaar wisselt van richting.
Zomer = nat
Winter = droog