2.2 Een leven lang leren Flashcards

1
Q

Sociale controle

A

Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt bijvoorbeeld thuis, bij vrienden, op school of op straat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sancties

A

Manieren waarop iemand laat merken of je iets goed of fout hebt gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Positieve sanctie

A

Een beloning van gedrag bijvoorbeeld een compliment van iemand of loonsverhoging omdat je je werk goed doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Internalisatie

A

Aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden sommige dingen die je leert doe je na een tijd zonder er bij na te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Negatieve sanctie

A

Een gevolg van negatief gedrag bijvoorbeeld strafwerk krijgen of een bekeuring krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Identiteit

A

De persoon die jij bent gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rolpatronen

A

Hoe iemand zich volgens anderen in bepaalde situatie moet gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rolbevestigend gedrag

A

Wanneer je je gedraagt volgens een rolpatroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Roldoorbrekend gedrag

A

Gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gendernormen

A

De normen die bij een ‘man of vrouw zijn’ horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Genderneutraal

A

Als er helemaal geen onderscheid meer gemaakt word tussen mannen en vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Transgender

A

Als iemand een jongen is maar zich meer een meisje voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly