22-23 her Flashcards
NK cellen
Lysis van de doelwitcel door een NK-cel is alleen mogelijk als binding van de inhiberende receptor aan MHC klasse 1
verhinderd is.
Vormt een
pentameer:
Zorgt voor
mestcelactivatie:
Kan de placenta
passeren:
Komt voor als
dimeer:
Kan door
epitheel worden
getransporteerd
- igm 2. ige 3. igg 4. iga 5. iga
Welke bewering over de folliculair dendritische cel is juist?
A De FDC is vooral aanwezig in de paracortex van de lymfeklier.
B De FDC is een celtype met een hoge fagocytosecapaciteit.
C De FDC heeft complementreceptoren op zijn oppervlak.
D De FDC speelt een belangrijke rol in het transport van antigeen.
C
th17
Th17 cellen worden gekenmerkt door de productie van onder andere IL-22 . Th17 cellen beïnvloeden vooral neutrofiele granulocysten ,
en zijn voornamelijk betrokken bij de immuunrespons tegen schimmels .
Welke beweringen over de rol van biofilms bij infecties zijn juist?
A Biofilms beschermen bacteriën tegen de immuunrespons van de gastheer.
B Biofilms versterken de immuunrespons van de gastheer tegen bacteriën.
C Biofilms maken bacteriële infecties moeilijker te behandelen met antibiotica.
D Biofilms kunnen de behandeling van bacteriële infecties met antibiotica vergemakkelijken.
A en c
Verschillende ontstekingsmediatoren kunnen elkaar beïnvloeden. Zo kunnen bepaalde cytokinen, als de concentratie daarvan boven een
bepaalde drempelwaarde komt, de lever stimuleren om acutefase eiwitten te produceren.
Welke drie cytokinen kunnen de lever stimuleren tot de productie van acutefase eiwitten?
A IFN-beta
B IL-1
C IL-6
D IL-10
E TNF-alpha
bce
Leg uit hoe besmetting met enterovirus kan leiden tot ontsteking van de hartspier. Besteed in je antwoord aandacht aan de
transmissieroute, tropisme en aan de manieren waarop schade ontstaat. Maak bij de manieren waarop schade ontstaat
onderscheid tussen directe en indirecte schade.
- na feco-orale transmissie viremie (1p)
- bindt aan receptor op hartspier (tropisme) (1p)
- directe schade door virus (1p)
- indirecte schade door reactie immuunsysteem (1p)
Bij welk of welke van de volgende ziekten worden meestal granulomen gevonden?
A Tuberculose
B Ziekte van Crohn
C Colitis ulcerosa
D Sarcoïdose
abd
interdigiterenende cellen
Interdigiterende cellen zijn met name aanwezig in de paracortex van de lymfeklier, waar ze antigenen presenteren aan T-cellen .
Je ziet op de spoedeisende hulp een ziek meisje van 3 jaar. Het meisje ziet er moe uit en zit stil bij moeder op schoot. Ze heeft een
inspiratoire stridor en ze kwijlt. De temperatuur is 39.6oC. Je stelt de diagnose epiglottitis.
Wat is de meest waarschijnlijke verwekker?
A SARS CoV-2
B Para-influenzavirus
C Haemophilus influenzae type B
D Rhinovirus
c
Een gezonde, 23 jarige jongen is 2 dagen geleden teruggekeerd uit Gambia na een weekje vakantie aan het strand, met het beeld van
een meningo-encefalitis. Hij is gevaccineerd volgens het rijksvaccinatieprogramma en heeft verder geen reisvaccinaties gehad.
Voor welk van onderstaande virussen is het het minst waarschijnlijk dat dit de verwekker is van de meningo-encephalitis?
A Herpes simplex virus
B Cytomegalovirus
C Arbovirus
D Enterovirus
b
Welke drie van de volgende infecties zijn opportunistische infecties die kunnen optreden bij een HIV-geïnfecteerde patiënt
met een CD4-aantal van minder dan 100x106/l?
A Cryptococcen meningitis
B Systemische Mycobacterium avium infectie
C Toxoplasmose encephalitis
D Influenzavirus infectie
E Streptococcus pneumoniae infectie
abc
Moleculaire klonaliteitsanalyse speelt een ondersteunende rol bij de diagnostiek van lymfoproliferatieve aandoeningen.
Geef aan welke twee van de volgende begrippen typisch geassocieerd zijn met het resultaat ‘polyklonale IG herschikkingen’.
A B-celleukemie
B Ziekte van Pfeiffer
C Identieke CDR3 regio
D Heterogene CDR3 regi
bd
Welke bewering over de therapie bij een patiënt met toxoplasmose is juist?
A Een gezonde 40 jarige vrouw met toxoplasmose en koorts en cervicale klieren behoeft geen behandeling.
B Een zwangere vrouw met toxoplasmose en daardoor ernstige afwijkingen bij de foetus, moet behandeld worden om de ernst van
de afwijkingen bij het kind te verminderen.
C Een HIV positieve vrouw met lage CD4 cellen en intracerebrale laesies behoeft geen behandeling
a