2.12 Flashcards

1
Q

Welke organisaties houden zich bezig met het bestrijden van honger?

A

Hulporganisaties zoals de Verenigde Naties (inclusief FAO), gouvernementele organisaties (centrum- en semiperifere landen zoals Nederland en China), en ngo’s zoals Oxfam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is noodhulp en waar is het voor bedoeld?

A

Noodhulp is bedoeld om levensbedreigende situaties zoals hongersnoden op te lossen. Het moet tijdelijk zijn en alleen verstrekt worden waar het echt nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is projecthulp en hoe verschilt het van noodhulp?

A

Projecthulp is gericht op duurzame verbetering, zoals het opleiden van landbouwvoorlichters. Het is effectiever dan noodhulp voor het langdurig verbeteren van de voedselsituatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is programmahulp?

A

Programmahulp is een langdurige ontwikkelingsrelatie waarin hulp geboden wordt aan specifieke sectoren zoals landbouw of gezondheidszorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent incoherentie in beleid, en wat is een voorbeeld?

A

Incoherentie betekent dat verschillende maatregelen niet goed op elkaar afgestemd zijn, wat voedselzekerheid kan tegenwerken. Een voorbeeld is de productie van biobrandstoffen in Brazilië, die leidt tot minder voedselzekerheid en ontbossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is droogtelandbouw, en waarom is het belangrijk?

A

Droogtelandbouw omvat technieken om zo veel mogelijk neerslag in de bodem te laten infiltreren en verdamping te minimaliseren, wat cruciaal is voor landbouw in droge gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan de invoer van producten in de EU de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden schaden?

A

Alleen grote bedrijven kunnen vaak voldoen aan de strenge eisen van de EU, waardoor kleine boeren in ontwikkelingslanden benadeeld worden en minder kansen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dumping, en hoe beïnvloedt het boeren in ontwikkelingslanden?

A

Dumping is wanneer gesubsidieerde, goedkopere producten uit de EU worden geëxporteerd naar landen zonder subsidies, wat oneerlijke concurrentie creëert voor boeren in die landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is landhervorming en waarom is het belangrijk voor voedselzekerheid?

A

Landhervorming is de herverdeling van grootgrondbezit onder de plattelandsbevolking. Succesvolle hervormingen kunnen voedselzekerheid bevorderen, terwijl mislukte hervormingen de productiviteit van het land verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het belang van neerslagregiem voor voedselzekerheid?

A

Het neerslagregiem, of de variatie in jaarlijkse neerslag, bepaalt of duurzame landbouw mogelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is good governance en hoe beïnvloedt het voedselzekerheid?

A

Good governance betekent een effectieve, niet-corruptie overheid die investeert in kleine en middelgrote boerenbedrijven en zorgt dat middelen terechtkomen bij diegenen die het nodig hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe beïnvloeden territoriale conflicten de voedselzekerheid?

A

Territoriale conflicten en politieke instabiliteit verhogen de kwetsbaarheid voor honger, doordat conflicten vaak de landbouw verstoren en toegang tot voedsel beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly