21 Restoration, Reform, and Revolution, 1814-1848 Flashcards
Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de revoluties in Europa in 1848.
De revoluties van 1848 in Europa waren een golf van opstanden die een breed scala aan sociale klassen omvatte, waaronder arbeiders, ambachtslieden en leden van de middenklasse. Deze opstanden waren gericht tegen autoritaire heersers en hun pogingen om de opstanden neer te slaan. Een kenmerk van deze revoluties was het gebruik van barricades, die werden gebouwd door straatstenen en andere materialen te confisqueren en ze te gebruiken om verdedigingslinies op te werpen. Deze barricades werden gezien als een symbool van verzet en werden vaak gebouwd tijdens stedelijke opstanden. De ideologische oorsprong van deze revoluties lag in eerdere revolutionaire bewegingen, zoals die van 1789, en ze werden aangewakkerd door nationalistische, romantische, liberale en socialistische ideeën die voortkwamen uit de Verlichting en de Franse Revolutie.
Wat waren de belangrijkste doelstellingen van de restauratie en reactieperiode tussen 1814 en 1830 in Europa?
Tijdens de restauratie en reactieperiode tussen 1814 en 1830 wilden de heersende elites de orde van het verleden herstellen na de turbulentie van de Franse Revolutie en de Napoleontische oorlogen. Ze probeerden de territoriale grenzen te herzien om een machtsbalans tussen de Grote Mogendheden te vestigen en herstelden traditionele pijlers van hiërarchie, zoals religie, monarchie en aristocratie. Deze periode werd gekenmerkt door pogingen om terug te keren naar een conservatieve orde en om de opkomende krachten van liberalisme en nationalisme te onderdrukken.
Beschrijf de belangrijkste uitkomsten van het Congres van Wenen dat plaatsvond tussen 1814 en 1815.
Het Congres van Wenen, gehouden tussen 1814 en 1815, was een internationale conferentie die werd bijeengeroepen door de Grote Mogendheden van Europa na de nederlaag van Napoleon. Het doel van het congres was om de territoriale grenzen opnieuw te bepalen en langdurige stabiliteit op het Europese continent te waarborgen. Tijdens het congres werden de principes van “legitimiteit en compensatie” toegepast, waarbij de heersers die waren afgezet tijdens de Napoleontische periode werden hersteld op hun troon. Er werden territoriale wijzigingen doorgevoerd ten gunste van de overwinnende mogendheden, waarbij Pruisen, Oostenrijk en Engeland delen van Europa verworven. Het congres verstevigde de positie van de landen grenzend aan Frankrijk en creëerde een internationaal systeem dat bedoeld was om toekomstige bedreigingen van revolutionaire principes te voorkomen.
Beschrijf de restauratie van de monarchieën in West-Europa na de Napoleontische oorlogen, met speciale aandacht voor Frankrijk.
Na de Napoleontische oorlogen werd de monarchie in West-Europa hersteld, waarbij de Bourbons in Frankrijk een dramatische terugkeer naar het oude regime inluiden. In tegenstelling tot een volledige terugkeer naar de toestand vóór 1789, kozen de Bourbons voor een constitutionele monarchie die teruggaat tot 1791, toen Frankrijk kort genoot van een grondwettelijke monarchie. Ondanks beperkte stemrechten voor een kleine elite, vertegenwoordigd in de Kamer van Afgevaardigden, was dit een concessie aan het idee van representatieve regering dat niet bestond onder het Ancien Régime. Deze restauratie markeerde een compromis op de principes van volkssoevereiniteit die door de Franse Revolutie waren uitgeroepen.
Hoe reageerde Groot-Brittannië op sociale onrust en economische ontwrichting na de Napoleontische oorlogen?
Na de Napoleontische oorlogen werd Groot-Brittannië geconfronteerd met aanzienlijke sociale onrust en economische ontwrichting. Een daling van de overheidsuitgaven, de terugkeer van honderdduizenden oorlogsveteranen in de economie en financiële problemen leidden tot ontevredenheid onder de armen en de middenklasse. Deze groepen waren vooral verontwaardigd over de economische voordelen die de landelijke klassen, die het parlement domineerden, voor zichzelf hadden veiliggesteld. Het parlement keurde in 1815 wetgeving goed, bekend als de Graanwetten, die hoge tarieven oplegde op geïmporteerde graanproducten. Deze wetten beschermden graanproducenten tegen internationale concurrentie, maar kwamen ten koste van de consumenten. Protesten tegen deze situatie bereikten een hoogtepunt met het Peterloo-bloedbad in 1819, waarbij de overheid gewapend ingreep tegen vreedzame demonstranten en vervolgens maatregelen nam om de vrijheid van vergadering te beperken en censuur op te leggen.
Beschrijf de reactie van Oost-Europese staten op de Franse Revolutie en het beleid van Metternich.
Oost-Europese staten reageerden sterk op de Franse Revolutie en waren vastbesloten om absolute heerschappij te handhaven na de ervaringen met de Franse bezetting en de napoleontische oorlogen. Onder leiding van figuren zoals prins Metternich in Oostenrijk werd een beleid van reactionaire repressie gevoerd om eventuele bedreigingen voor het keizerlijk gezag te onderdrukken. Oostenrijk, dat een multi-etnisch rijk was, onderdrukte nationalistische sentimenten en hield vast aan zijn motto “heers en verander niets”. In Duitsland werden soortgelijke autoritaire structuren gehandhaafd, waarbij protestbewegingen zoals de Burschenschaften werden onderdrukt door middel van censuur en repressie. In Rusland, onder leiding van tsaar Alexander I, waren liberale hervormingen slechts oppervlakkig en werden er strenge maatregelen genomen tegen elke vorm van dissidentie, zoals te zien was tijdens de Decembristenopstand van 1825.
Beschrijf de reactie van Spanje op de Napoleontische bezetting en de gevolgen voor zijn koloniën in Amerika.
Tijdens de Napoleontische bezetting had Spanje in 1812 een nationaal parlement, de Cortes, gekozen. Deze Cortes vaardigde een democratische grondwet uit die voorzag in algemeen kiesrecht voor mannen en een eenkamerstelsel met controle over het regeringsbeleid. Hoewel deze constitutionele hervormingen werden toegejuicht door voorstanders van vrijheid, werd in 1814 Ferdinand VII, de Bourbon-koning van Spanje die door Napoleon was afgezet, weer aan de macht. Ferdinand, die geloofde in het goddelijk recht van koningen, was vijandig tegenover de nieuwe orde en arresteerde of verdreef liberalen die de grondwet van 1812 steunden. Zijn pogingen om de controle over de Amerikaanse koloniën te herstellen, leidden tot weerstand. Ondanks een militaire opstand en een opstand in provincies in 1820, slaagde Ferdinand er niet in om de koloniën te heroveren. Tegen 1825 hadden alle Spaanse koloniën op het vasteland van Centraal- en Zuid-Amerika hun onafhankelijkheid verkregen, mede dankzij de steun van Groot-Brittannië.
Beschrijf het conservatisme als ideologie en de reactie daarop na de Napoleontische oorlogen.
Conservatisme ontstond als reactie op de revolutionaire veranderingen van de late 18e en vroege 19e eeuw en werd geïnspireerd door de behoefte om de bestaande monarchale, aristocratische en religieuze orde te behouden. Edmund Burke, een Britse staatsman en politieke theoreticus, was een vroege pleitbezorger van het conservatisme en bekritiseerde de Franse Revolutie in zijn werk “Reflections on the Revolution in France”. Burke benadrukte het belang van traditie en stabiliteit, en zijn ideeën werden wijdverspreid en invloedrijk in Europa. Conservatisme omvatte ook morele en religieuze aspecten, zoals te zien was bij auteurs als Hannah More, die conservatieve waarden propageerden als een tegengif voor rebellie. Het ultraroyalisme vertegenwoordigde een extreme vorm van conservatisme die streefde naar een volledige restauratie van de voorrevolutionaire orde. Conservatieve ideeën verspreidden zich niet alleen onder intellectuelen, maar hadden ook invloed op de samenleving als geheel, met nadruk op familiale stabiliteit, traditionele genderrollen en patriarchale structuren.
Wat waren de belangrijkste kenmerken van het romantische tijdperk, zoals beschreven in de tekst?
Het romantische tijdperk ontstond als een reactie op de rationele waarden van de Verlichting en duurde voort tot de jaren 1840. Het werd voornamelijk uitgedrukt in de kunsten, waaronder schrijvers, schilders en componisten. In tegenstelling tot de nadruk op rede door de filosofen van de Verlichting, prezen de romantici emotie en gevoel. Ze verheerlijkten de natuur, exalteerden mythologische figuren zoals Prometheus en vereerden helden zoals Napoleon voor zijn militaire successen. Het romantische tijdperk omvatte ook een heropleving van religie als bron van authentieke emotie en de viering van het middeleeuwse verleden.
Hoe droeg het romantische tijdperk bij aan de ontwikkeling van nationale identiteiten?
Het romantische tijdperk droeg bij aan de ontwikkeling van nationale identiteiten door een nadruk te leggen op gemeenschappelijke taal, religie, politieke autoriteit, tradities en gedeelde historische ervaringen. Romantici uit verschillende landen droegen bij aan het nationalistische sentiment door middel van literatuur, muziek en kunst die de eigen cultuur en geschiedenis verheerlijkten. Politieke nationalistische bewegingen ontstonden als reactie op externe bedreigingen, zoals die van Napoleon, en begonnen de concepten van nationale soevereiniteit en burgerschap te omarmen.
Hoe uitte het romantische tijdperk zich in de kunst en literatuur van die tijd?
Het romantische tijdperk manifesteerde zich in de kunst en literatuur door een nadruk te leggen op emotie, gevoel en de schoonheid van de natuur. Schrijvers zoals Goethe en Shelley creëerden werken waarin passie en menselijke energie centraal stonden, terwijl schilders zoals Turner de kracht en schoonheid van de natuur vastlegden. Bovendien werden middeleeuwse thema’s en gotische architectuur populair als symbolen van een verloren tijdperk van heroïek en geloof.
Op welke manieren droeg het romantische tijdperk bij aan de ontwikkeling van nationalistische gevoelens?
Het romantische tijdperk droeg bij aan de ontwikkeling van nationalistische gevoelens door de nadruk te leggen op de unieke kenmerken en geschiedenis van verschillende volkeren. Intellectuelen zoals Herder en de gebroeders Grimm verzamelden lokale folklore en volksverhalen om de nationale identiteit te versterken. Politieke gebeurtenissen, zoals de Franse Revolutie, stimuleerden ook nationalistische sentimenten door het idee van burgerschap en nationale soevereiniteit te bevorderen. Nationale literatuur, muziek en kunst werden gebruikt als middel om een gevoel van trots en eenheid onder de bevolking te bevorderen.
Hoe werd het liberalisme beïnvloed door romantiek en nationalisme?
Het liberalisme werd beïnvloed door romantiek en nationalisme doordat het de nadruk legde op individuele vrijheid en de ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid. Romantische idealen van emotie en gevoel leidden tot een nadruk op het belang van individuele vrijheid binnen het liberalisme. Nationalisme, vooral in autocratische staten, stimuleerde de roep om politieke onafhankelijkheid als een voorwaarde voor de vestiging van vrije instellingen, wat een kernwaarde van het liberalisme werd.
Hoe evolueerde het liberalisme met betrekking tot economische en politieke theorieën tijdens de negentiende eeuw?
Het liberalisme evolueerde met betrekking tot economische en politieke theorieën gedurende de negentiende eeuw. Aanvankelijk geloofden negentiende-eeuwse liberalen in een minimale rol voor de overheid in de economie en de samenleving, met een sterke nadruk op individuele vrijheid en laissez-faire economie. Echter, naarmate de negatieve effecten van industrialisatie en stedelijke groei duidelijk werden, begonnen sommige liberalen te pleiten voor een grotere overheidsinterventie om sociale misstanden aan te pakken. Personen zoals John Stuart Mill ontwikkelden ideeën over het belang van overheidsingrijpen om menselijk leed te verlichten, terwijl het concept van utilitarisme opkwam als een manier om de doeltreffendheid van de overheid te beoordelen op basis van het algemeen welzijn.
Wat waren de belangrijkste bijdragen aan het socialistische denken tijdens de negentiende eeuw, en hoe verschilden deze benaderingen van elkaar?
Tijdens de negentiende eeuw waren er verschillende belangrijke bijdragen aan het socialistische denken. Gracchus Babeuf pleitte voor een “communistische” samenleving waarin alle eigendom gemeenschappelijk zou zijn en particulier eigendom zou worden afgeschaft. Henri de Saint-Simon benadrukte de rol van de staat bij het waarborgen van het welzijn van de massa’s en pleitte voor technische experts om het land te regeren in plaats van een elite gebaseerd op geboorte. Robert Owen stelde zelfbesturende gemeenschappen voor die de productiemiddelen bezaten en voorzag in de behoeften van alle leden. Charles Fourier visualiseerde coöperatieve organisaties genaamd “phalansteries” waarin mensen in harmonie met elkaar en de natuur zouden leven. Louis Blanc pleitte voor de oprichting van “sociale werkplaatsen” waarin werknemers verantwoordelijk zouden zijn voor de productie en het toezicht op zakelijke aangelegenheden. Elk van deze benaderingen verschilde in de mate van overheidsinterventie, de rol van de arbeidersklasse en de visie op eigendom en samenwerking.