2020 Intro Flashcards
DSM 5 Betekenis:
Diagnostic Statistical Manual
Functie DSM 5:
Beschrijft afwijkend gedrag waardoor mensen belemmerd kunnen worden in hun functioneren
Twee basisprincipes van DSM 5:
1) Ordening van psychische stoornissen moet losstaan van mogelijke verklaringen
2) De indeling moet steunen op heldere en ondubbelzinnige criteria die bruikbaar zijn in de diagnostische praktijk en het wetenschappelijk onderzoek
Symptoom:
Syndroom:
Symptoom: Een teken van een ziekte
Syndroom: Samenhangend geheel van syndromen
Medisch model:
1) Diagnose
2) Verklaring
3) Prognose
4) Therapie
5) Preventie
Psychose onderzoek:
Waar let je het eerst op?
Op de Somatiek (Lichamelijk welzijn)
- Drugs
- Tumor
- Diabetes
- Hornomale afwijkingen
Daarna: Psychologisch onderzoek / Interview
Neurologie:
Leer van de zenuwen en ziekte daarvan.
Zenuwen bevatten neuronen; deze kunnen onderlinge verbindingen vormen en zo een nieuw netwerk vormen (Plasticiteit).
Synaptische Spleet
De ruimte tussen de twee synaptische neuronen.
Psychose:
- Gestoorde beleving van de werkelijkheid
- Realiteitstoetsing; Plaats, persoon, tijd
- Stemmen
- Waanideeën
- Hallucinaties
Beste Preventiemanier Schizofrenie en psychotische stoornissen:
Bed, Bad, Brood
Waan:
Hardnekkige overtuigingen die niet strookt met de werkelijkheid.
- Grootheidswaan
- Jaloezie waan
- Paranoïde waan
- Somatische waan
- Erotische waan
- Verliefdheid waan
Hallucinatie:
Zintuiglijke waarneming zonder bijbehorend prikkel uit de omgeving of het eigen lichaam.
Inhoudelijke denkstoornis:
Gaat over inhoud van jou denken
Formele denkstoornis:
Gaat over het denkproces
Positieve en negatieve symptomen Psychose:
Positief:
Alles wat je ziet wat er niet hoort te zijn
- Bijvoorbeeld Lachen op een begrafenis (verkeerd gedrag)
- Wanen hallucinaties
Negatief:
Gedragingen die niet horen te zijn of juist ontbreken
-Moeilijk abstract denken
-Minder expressie / Sociaal isolement
(70% van psychoses begint met negatieve symptomen)