2. What to measure? Conceptual considerations Flashcards
Why do you want to measure? (fit for purpose)
Het doel (purpose) bepaald…
- Level of measurement
- Importance of measurement properties
bijvoorbeeld:
Diagnostisch > betrouwbaarheid en validiteit zijn cruciaal
Uitkomstbeoordeling > responsiviteit is ook cruciaal
Why do you want to measure? (fit for purpose)
Verschillende soorten doelen zijn…
- Onderscheid maken (diagnostisch)
- Voorspellen (prognose)
- Evaluatie van verandering (uitkomstbeoordeling)
Wat zijn de verschillende levels of measurement?
- Dichotoom
- Nominaal
- Ordinaal
- Continue (ratio/interval)
Wanneer is een measurement level ordinaal en wanneer is deze continue?
- > 10 classes/values = continue
- 7-10 classes/values = doubtfull, but continuous is preffered because statistical methods are better developed and data presentation is easier
- 3-7 classes = ordinaal
Wat is de definitie van het construct dat je wilt meten? En waar baseer je dit op?
“Een verklaring van jouw begrip van het te meten construct”
Gebaseerd op:
* theorie en onderzoek (conceptual model)
* patient based (interviews, focus groups)
Hoe ziet het process van het definieren van het construct dat je wilt meten er uit?
Circular!
Theory & patient-input > constuct definition > operationalization into measurement instrument >
Wat zijn twee belangrijke conceptuele modellen (conceptual frameworks) die gebruikt kunnen worden voor het definieren van het construct to be measured?
- Wilson & Cleary
- ICF
Zie aantekeningen voor meer informatie over deze modellen
Welke twee measurement models (operationalisatie) zijn er?
- Formatief
- Reflectief
Leg uit wat een formatief (measurement) model is
- Items contribute to construct to be measured
- Need to assess all important items contributing to the construct
item –> construct
Leg uit wat een reflectief (measurement) model is
- Items are a reflection of the construct to be measured
- Need for a sufficient number of items
Is een requirement for internal consistency en structural validity
construct –> item
Wat wordt er bedoeld met de dimensionaliteit van een meetinstrument?
Of de items één of meerdere constructen meten (unidimensional vs. multidimensional)
Welke vraag staat centraal bij ‘measurement theory’?
How do scores generated by items represent the construct to be measured?
scoring algorithm
Wat zijn voorbeelden van scoring algorithms?
- Sumscore of 10-item scores with range of 0-4
- Weighted sumscore of items
- Percentage score between 0-100
- Standard scores (e.g., Z-scores: Z = Z- μ / σ)
- Ability level, theta score (θ)
- Diagnostic cut-off values (e.g., 6 out of 10 criteria)
Waar is geen measurement theory voor?
- Observeerbare constructen
- Single item measurement instruments
- Formatieve modellen
Waar is wel measurement theory voor? En welke theorieën zijn er?
Niet observeerbare constructen gebaseerd op een reflectief model
- Classical Test Theory (CTT)
- Item Response Theory (IRT)
Wat is Classical Test Theory (CTT)?
Observed score = true score (unknown) + error term (estimation)
X = T + e
Wat is Item Resoponse Theory (IRT)?
- Estimation of probability of endorsing an item
- Estimation of diffuculty of an item
Theta score (θ) (= ability level of a person based on IRT or Rash analysis)
