2 Vragen Tegelijk Quick Flashcards

1
Q

Welke hormonen worden door de anterieure hypofyse geproduceerd?
A. ADH en oxytocine
B. Oxytocine en prolactine
C. Gonadotrope hormonen voor menstruatie cyclus (hCG)
D. thyroxine-vrijmakend hormoon (TRH)

Wat is een hormoon afgescheden door de pancreas (= alvleesklier) ?
a. Calcatin
b. glucagon
c. melatonine
d. keratine
e. gonadotrophine

A

C. Gonadotrope hormonen voor menstruatie cyclus (hCG)

b. glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk hormoon stimuleert osteoblasten?
a. calcitonin
b. PTH (bijschildklierhormoon)
c. cortisol
d. ADH

Welke van de onderstaande stimuleert de osteoblasten?
a. calcitonine
b. bijschildklier

A

a. calcitonin

a. calcitonine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. De bloeddruk in haarvaten is ___ en de snelheid van de bloedstroom is ___ voor de diffusie van stoffen.
    a. hoog / hoog
    b. hoog / laag
    c. laag / hoog
    d. laag / laag

Te hoge bloeddruk waardoor alles snel uit de capillaries gaat, maar niet goed terug in de veins kan geraken  gezwollen ledematen
A. dehydratie
B. Diabetes
c. Hypotensie
d. Hypertensie

A

d. laag / laag

d. Hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het kenmerk van diabetes 1?
a. Meest voorkomende vorm van diabetes
b. Insulineresistentie
c. Door een dieet met veel suiker
d. Onvoldoende insuline geproduceerd

Oorzaak diabetes type 1
A. Insuline-intolerantie
B. Bètacellen
C. overgewicht

A

d. Onvoldoende insuline geproduceerd

B. Bètacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het cushing syndroom?
a. Te veel cortisol
b. te veel aldosteron

  1. Plaats de verschillende fasen van het HIV-virus in de juiste volgorde
A

a. Te veel cortisol

  1. Attachment
  2. Fusion
  3. Entry
  4. reverse transcription
  5. integration
  6. biosynthesis
  7. assembly
  8. budding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Welke uitspraak over de mutatie van het tumor-suppressor-gen is niet waar.
    a. Zorgt voor een “gain-of-function”
    b. Verstoort celcyclus
    c. Minder apoptosis
    d. Minder DNA repair
  2. Tijdens inspiratie beweegt de rib cage ___ en het diafragma ___
    a. omlaag en naar binnen / ontspant
    b. omlaag en naar binnen / spant op
    c. omhoog en naar buiten / ontspanté
A

a. Zorgt voor een “gain-of-function”

b. omlaag en naar binnen / spant op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Waar vindt hartcontrole plaats in de hersennen?
    a. medulla oblongata
    b. cerebellum
    c. pons
    d. grote hersenen

Welke van de opties is een sporenelement? (Spoormineraal)
a. ijzer
b. natrium
c. kalium
d. calcium
e. chloor

A

a. medulla oblongata

a. ijzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de gevaarlijkste huidkanker?
a. melanoom
b. Sarcoom
c. basaal

Welk proces levert de meeste ATP per glucosemolecuul op?
a. fermentatie
b. glycolyse
c. elektronen transportketting
d. citroenzuurcyclus

A

a. melanoom

c. elektronen transportketting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke is ondersteunend bindweefsel
a. vezelig kraakbeen
b. compact bot
c. bloed
d. hartspier

Het juiste antwoord met betrekking tot macromoleculen:
a. Het is ongezond om cellulose te eten want je maag kan dit niet verteren.
b. Synthese van…
c. transvet is onverzadigd
d. Dehydroliseer reactie

A

a. vezelig kraakbeen

d. Dehydroliseer reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welk epitheel weefsel bestaat de huid?
a. eenvoudig plaveisel (squamous)
b. gestratificeerd plaveiselepitheel
c. gestratificeerd squameus epitheel

Hoeveel kans op sproeten en lange vingers?
Vader: ffss en moeder FfSs
korte v: S lange v:s en geen sproeten: f wel sproeten: F (=de opgave)
a. 0%
b. 25%
c. 50%
d. 100%

A

b. gestratificeerd plaveiselepitheel

b. 25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke is niet polygeen (polygenetisch) ?
a. Diabetes
b. Huntington
c. schrizofrenie
d. huidskleur

Wat hoort bij sponsachtig bot?
a. lacunes
b. canaliculus
c. trabeculae
d. Osteon

A

b. Huntington

c. trabeculae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat behoort niet tot de gevormde elementen van bloed?
a. adipocyten
b. leukocyten
c. trombocyt
d. erytrocyt

Wat behoort niet tot de ontstekingsreactie?
a. b-cellen
b. Witte bloedcellen scheiden cytokine van…
c. Histamine

A

a. adipocyten

a. b-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurde er met de foetale arteriën en venen?
a. ze worden geknipt met navelstreng
b. ze worden bindweefsel
c. ze blijven, maar krimpen en hebben geen functie
d. …

Wat produceren lymfocyten bij helper T cellen?
a. Cytokines
b. …
c. …

Wat is de wetenschappelijke naam van een ontsteking in de urineblaas?
a. urtehritis
b. cystitis
c. renititis

A

c. ze blijven, maar krimpen en hebben geen functie

a. Cytokines

b. cystitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt er gebruik gemaakt van pepsine?
a. maag
b. dunne darm
c. dikke darm

Hoe noemt het wanneer iemand antigenen krijgt
a. secundaire immunisatie
b. actieve immunisatie
c. passieve immunisatie
d. latente immunisatie

Wat doet de vernix coseosa?
a. Huid van foetus beschermen tegen vruchtwater
b. dat er geen infecties in de baarmoeder kunnen
c. iets met persen

Wat is een resultaat van te veel zout in je bloed?
a. hoog bloedvolume
b. hoge bloeddruk
c. verhoogde aldosterone productie
d. natriurese

A

a. maag

c. passieve immunisatie

a. Huid van foetus beschermen tegen vruchtwater

b. hoge bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom bestaan ziekten zoals cystic fibrose en sikkelcelziekte nog ?
a. de symptomen komen pas op latere leeftijd en schaden de vruchtbaarheid niet
b. ze beschermen ons van andere ziektes zoals malaria en nog iets
c.

Wat is er juist over de hormonen van het urinesysteem?
a. ADH wordt door de bijnierschors ontwikkeld
b. aldos wordt door hypofyse ontwikkeld

Aldosteron is een ander hormoon dat wordt geproduceerd door de bijnierschors en speelt een rol bij het reguleren van de natrium- en kaliumbalans in het lichaam

Te veel groeihormonen bij volwassen leidt tot..
a. Acromegalie
b. Gigantisme

Wat is geen peptidehormoon?
a. glucagon
b. Insuline
c. Cortisol
d. adrenaline

A

a. de symptomen komen pas op latere leeftijd en schaden de vruchtbaarheid niet

a. ADH wordt door de bijnierschors ontwikkeld

a. Acromegalie

c. Cortisol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke stelling is fout in verband met de bloedglucose spiegel?
a. adrenaline verlaagd de bloedglucosespiegel
b. insuline verlaagd de bloedglucosespiegel
c. glucagon..
d. cortisol..

Rachitis: te kort aan welk vitamine?
a. vitamine A
b. vitamine B1
c. vitamine C
d. vitamine D

Hoe noemt de eerste week van de ontwikkeling?
a. pre-zygote ontwikkeling
b. Pre-embryonale ontwikkeling

Waar is collageen het meest aanwezig?
a. compact bot
b. fibro cartilage
c. elastisch bindweefsel
d. hyalien kraakbeen

A

a. adrenaline verlaagd de bloedglucosespiegel

d. vitamine D

a. pre-zygote ontwikkeling

d. hyalien kraakbeen

17
Q

Wat behoort niet tot het cytoskelet?
a. actinefilamenten
b. intermediaire filamenten
c. microfilamenten
d. Keratine

Wat is emphysema?
a. Ontsteking van de bronchi
b. Luchtwegen ontstoken
c. Verminderde oppervlakte van alveoli (longblaasjes)
d. Alveoli gevuld met vocht

Wat houdt 2 zusterchromatiden samen
a. telomeer
b. aster
c. spindelvezel
d. centromeer

  1. Ph-Scale pijltje wees naar 6
    ● A) urine
    ● B) Tranen
    ● C) Maagsap (heeft een Ph-schaal van 2)
    ● D) Bloed
A

c. microfilamenten

c. Verminderde oppervlakte van alveoli

d. centromeer

● A) urine

18
Q
  1. Wat is geen functie van de lever?
    ○ A) aanmaak pepsine
    ○ B) Opslaan van glucose
    ○ C) cholesterol controleren
  2. Waarom is bloedgroep O een universele donor?
    ● A) meest voorkomende bloedgroep
    ● B) bloedgroep O heeft geen antilichamen
    ● C) rode bloedcellen van O hebben geen A en B antigenen
    ● D) bloedgroep O heeft A en B antilichamen
  3. Wat klopt er niet ivm kanker
    ● apoptosis kan leiden tot kanker
    ● een mutatie in een tumorsupressorgen kan leiden tot kanker
    ● dna-mutatie kan soms leiden tot kanker
  4. Wat is Emphysema?
    ● A) alveolaire schade
    ● B) ontsteking van de longen
    ● C) ontsteking van de bronchi
    ● D) vormen van fibreus weefsel ofzoiets
A

A) aanmaak pepsine

C) rode bloedcellen van O hebben geen A en B antigenen

apoptosis kan leiden tot kanker

A) alveolaire schade

19
Q

Wat is myasthenia gravis?
● a. spierziekte X
● b. botziekte
● c. weefsel ziekte

  1. Wat is het periosteum
    ● a Een (fibreus) bindweefsel rond het bot
    ● b sponsachtig bot (los bot)
    ● c kraakbeen Tegen de Wanden van de centrale holte
    ● d groeischijven
  2. Waar worden spermacellen gemaakt
    ○ Interstitiële cellen
    ○ Sertolicellen
    ○ Vas deferens
    ○ Seminiferous tubules
  3. Andere naam van RBC en witte bloedcellen
    ○ erythrocytes - leukocytes
  4. Wat wordt er aangeduid?
    ○ Thymus (werd hier aangeduid)
A

a. spierziekte X

a Een (fibreus) bindweefsel rond het bot

○ Seminiferous tubules

20
Q
  1. Hormoon pancreas
    ○ Calcitonine
    ○ glucagon
    ○ melatonine
    ○ Keratine
    ○ Gonadotrophine
  2. Wat is een resultaat van te veel zout in je bloed?
    ○ hoog bloedvolume
    ○ hoge bloeddruk (hypertensie)
    ○ verhoogde aldosterone productie
    ○ natriurese
A

○ glucagon

○ hoge bloeddruk (hypertensie)

21
Q
  1. Wetenschappelijke naam voor infectie aan nieren
    ○ Pyelonefritis
    ○ Cystitis
  2. Wat zijn de platen bij spongy bone?
    ○ Lacunae
    ○ Trabeculae
    ○ Canaliculi
  3. Belangrijkste buffer voor pH-balans te handhaven in het bloed
    ○ bicarbonaat
    ○ Hemoglobin
  4. Welke soort immuniteit als er antilichamen worden ingespoten
    ○ Passieve immuniteit
    ○ Actieve immuniteit
  5. Welke hormoon zorgt ervoor dat er meer calcium is in het bloed?
    ○ Calcitonine
    ○ Trypsine
    ○ Parathyroidhormoon
  6. There is an infection. Whats there first?
    ○ neutrophils
    ○ monocytes
    ○ basophils
    ○ neutral killer cels
A

Pyelonefritis

○ Trabeculae

○ bicarbonaat

○ Passieve immuniteit

○ Parathyroidhormoon

○ neutrophils

22
Q
  1. Whats true about anorexia?
    ○ mental disorder
    ○ only affects young women
    ○ more damaging than boulimia
    ○ is easily curable
  2. Wat doet ADH (vasopressine)?
    ○ regulates water balance
  3. Te veel groeihormonen bij volwassen leidt tot..
    ○ Acromegalie
    ○ Gigantisme → niet in deze valkuil trappen
  4. Waar wordt oxytocine geproduceerd?
    ○ De Hypothalamus
  5. What creates cartilage (kraakbeen) in forming bone?
    ○ a. chondroblasts
    ○ b Osteoblasts
    ○ c osteocytes
    ○ d osteoclasts
A

○ mental disorder

○ Acromegalie

○ a. chondroblasts

23
Q
  1. Where does sperm mature and store
    ○ a. epididymis
    ○ b. testis
    ○ c. seminal vesicle
    ○ d. Ejaculatory duct
  2. Antibodies are produced by…
    ○ a. memory b cells
    ○ b. helper b cells
    ○ c. t cells
    ○ d. plasma cells
  3. What is wrong?
    ○ a chlamydia is a bacterial infection of the genitals found in both male and female
    ○ b male condoms are the most reliable contraceptive method
    ○ c. 400 - 500 oocytes are released during a womans life time
    ○ d. the mature follicle produces enough estrogen in order to trigger and LH surge
  4. Welk plasmaproteïne bepaalt mee de osmotische druk en is meest voorkomend?
    ○ albumin
    ○ gamma globulin
    ○ fibrinogen
  5. Welke stelling over inademen klopt er niet
    ○ toenemen van druk in de longen
    ○ diaphragma trekt samen en beweegt naar beneden toe
    ○ ribben bewegen op en neer door … spieren
    ○ Intercostal muscles contract
A

○ a. epididymis
○ d. plasma cells
○ b male condoms are the most reliable contraceptive method

○ albumin

○ toenemen van druk in de longen