10 Eerste Vragen Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van een antigen?
a. Elke substantie die vreemd is aan het lichaam van een persoon
b. Onderdeel van het major histocompatibility complex (MHC)
c. Valt niet-eigen organismen aan

A

a. Elke substantie die vreemd is aan het lichaam van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Histamine bij inflammatory response is een voorbeeld van welke defense?
a. innate
b. adaptive
c. active
d. cell-mediated

A

a. innate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet histamine in inflammatory response?
A. Iets met antibodies
B. nabije witte bloed cellen activeren
C. Het uitzetten van bloedvaten
D. Circuits en versterkt andere cellen van het immuunsysteem.

A

C. Het uitzetten van bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zit er niet in de extracellulaire matrix?
a. Fibronectin
b. Actine filament
c. Collagen
d. Glycolipide

A

d. Glycolipide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt adrenaline in op een cel?
a. bindt aan receptor en zorgt voor de omzetting van ATP naar cAMP
b. gaat de cel binnen?
c. gaat de nucleus binnen?

A

a. bindt aan receptor en zorgt voor de omzetting van ATP naar cAMP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke chemische elementen worden gebruikt voor zenuwgeleiding?
a. K, Na,Ca
b. K, Na, I
c. Ca, I, K
d. Ca, Na, I

A

a. K, Na,Ca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk soort kraakbeen is de bouwstof van het foetal skelet?
a. Hyaline kraakbeen
b. Fibrocartilage Iieft
c. Protocartilage

A

a. Hyaline kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke zijn de meest levende cellen (most abundant living cells) in de dermis?
a. fibroblasten
b. keratinocyten
c. melanocyten
d. osteocyten

A

a. fibroblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom herstelt bot sneller dan kraakbeen?
a. Betere bloedtoevoer
b. Beenderen bevatten stamcellen
c. Chondrocytes verwijnen na de kindertijd
d. Cartilage wordt enkel aangemaakt bij de geboorte

A

a. Betere bloedtoevoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van goblet cel?
a. secretes mucus
b. energie opslag
c. pijn en temperatuur

A

a. secretes mucus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

John staat in een museum naar een prof te luisteren. Hij gedraagt zich ineens vreemd. Hij voelt zich verward en duizelig. Wat is er aan de hand? Wat moet John doen?

a. Hij is verliefd op die prachtige Lucy, en moet antropologie (archeologie*) gaan studeren
b. Hij heeft een syncope (flauwvallen, plots BWZ verlies, door een te laag bloeddruk). Hij moet gaan zitten en iets met suiker eten, of koffie drinken
c. Er is niets aan de hand
d. Hij is moe van een avondje stappen, en moet slaap inhalen en skipt daarvoor het volgende feestje in de recup

A

b. Hij heeft een syncope (flauwvallen, plots BWZ verlies, door een te laag bloeddruk). Hij moet gaan zitten en iets met suiker eten, of koffie drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke kiemlaag worden de spieren gemaakt?
a. mesoderm
b. ectoderm
c. endoderm
e. periderm

A

a. mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de membranen van naburige vezels in het myocardium samen bij het samentrekken het het hart?
a. Desmosomen
b. Gap junction
c. Filamenten

A

a. Desmosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk hormoon beïnvloedt de werking van de nieren niet?
a. Renin
b. ADH
c. PTH
d. Angiotensine
e. ACTH

A

d. Angiotensine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly