2 snelheid Flashcards

1
Q

aangepaste snelheid: algemene regels

8

A
  • snelheid mag geen oorzaak zijn van ongevallen of verkeer hinderen
  • hou voldoende afstand van voorligger, zodat altijd tijdig kan stoppen
  • ook niet heel traag rijden wanneer niet vereist is of plots remmen zonder reden.
  • weggebruikers aansporen of uitdagen om snel rijden of racen is verboden
  • pas snelheid aan aan verkeersdrukte
  • pas snelheid aan in nabijheid van andere weggebruikers (kwetsbaren)
  • pas snelheid aan in buurt van bus of tram die stilstaat (passagiers)
  • verplicht vertragen nadering trek-, last, rijdier of vee op weg, als dieren angstig, moet stoppen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aangepaste snelheid: weer

wat? wat doen? (3) gevaarsborden?

A

regen, ijzel, sneeuw, mist of laagstaande zon kunnen zorgen voor beperkt zicht en/of glad wegdek

  • hou voldoende afstand van voorligger
  • rij trager dan maximaal toegelaten snelheid
  • vertraag of rem tijdig en niet bruusk, duurt langer voor stilstaat op nat of glad wegdek

gevaarsborden die waarschuwen voor slipgevaar door glibberig wegdek en onderborden met symbool ijzel, herinneren je eraan dat je op die plaatsen zeker snelheid moet aanpassen bij slecht weer
let op: niet elke plaats met slipgevaar is aangegeven met bord!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aangepaste snelheid: rijomgeving

4 + 1 + 1

A
  • moet snelheid aanpassen aan omgeving:
    • in stedelijke (druk verkeer) of landelijke omgeving (minder druk)
    • bij wegenwerken
    • op kruispunt, aan wegversmalling, in bocht
    • elke plaats waar beperkt zicht hebt op weg (beplanting, bebouwing, …)
  • moet op elk moment kunnen stoppen voor te voorziene hindernis
  • hou rekening met ondergrond waarop rijdt en staat van weg, pas snelheid aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aangepaste snelheid: je voertuig (onderhoud)

3

A

zorg ervoor dat auto altijd goed onderhouden is
- remmen, banden en wielophanging auto moeten altijd in goede staat zijn, om veilig te rijden
- versleten remmen, banden en/of schokdempers verlengen remafstand veel
- hou rekening mee dat zwaar beladen auto minder snel tot stilstand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

snelheidsbeperkingen: bebouwde kom

wat? max snelheid bebouwde kom? + 4 andere borden

A

bebouwde kom = gebied met bebouwing waarbij op invalswegen begin is aangeduid met verkeersbord (f1a)

binnen bebouwde kom is max toegelaten snelheid:
- vlaanderen en wallonië: 50 km/u
- brussels gewest: 30 km/u

einde bebouwde kom aangeduid met bord (f3a), vanaf dat bord gelden snelheidsregels voor buiten bebouwde kom, tenzij borden met maxsnelheid

binnen bebouwde kom kan verkeersbord ook andere maximale snelheid opleggen
verkeersbord met snelheidslimiet is geldig tem volgende kruispunt of ander bord met maxsnelheid (c43)

borden die bepaalde zone of gebied afbakenen, zijn geldig tot einde van zone of gebied (f4a, f12a, f1103, f111)

soms in hele bebouwde kom niet sneller dan 30 km/u, dan snelheid aangegeven boven bord bebouwde kom en geldt snelheidslimiet tot je bebouwde kom weer uitrijdt (c43 + f1a)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

buiten bebouwde kom

maxsnelheid? + wanneer 120?

A

als buiten bebouwde kom geen verkeersborden staan die maximumsnelheid opleggen, geldt:
- vlaams gewest: maxsnelheid 70 km/u
- brussels gewest: maxsnelheid 70 km/u
- waals gewest: maxsnelheid 90 km/u

weg min 2 rijstroken in elke rijrichting, gescheiden door middenberm = max 120 km/u rijden, geldt in heel belgië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verkeersborden snelheid: maximumsnelheid

hiërarchie? geldig tot wanneer?

A

borden maxsnelheid staan boven algemene snelheidsregels binnen en buiten bebouwde kom

geldig tot en met:
- bord einde snelheidslimiet aanduidt
- eerstvolgende kruispunt
- volgende verkeersbord in verband met snelheid (bv. bebouwde kom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verkeersborden snelheid: snelheidszone

borden? andere maxsnelheden?

A

snelheidszone begint en eindigt met zonebord

binnen snelheidszone kan andere snelheidsbeperking gelden:
- verkeersbord dat lagere snelheid oplegt (nooit hogere) (zc43), vanaf volgende kruispunt geldt opnieuw zonale snelheid
- erf, woonerf of schoolomgeving, vanaf einde van dit gebied geldt opnieuw zonale snelheid
- - bij 2 gevallen eerdere zonebord niet herhaald
- bord begin bebouwde kom
- andere snelheidszone met andere maximumsnelheid
- - bij 2 gevallen wordt eerdere zonebord herhaald bij einde bebouwde kom of snelheidszone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verkeersborden snelheid: einde snelheidsbeperking

welke? welke maxsnelheid? c46?

A
  • verkeersborden duiden einde snelheidsbeperking aan (zc43) (c45)
  • vanaf die plaats geldt algemene snelheidslimiet (binnen of buiten bebouwde kom) opnieuw
  • gelijkaardig bord (c46), heft ook andere plaatselijk opgelegde verbodsregels zoals bv. verbod om inhalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verkeersborden snelheid: zone 30

A
  • veel dorpskernen en stadscentra ingericht als zone 30, zijn omgevingen waar veel voetgangers en fietsers zich verplaatsen
  • voor veiligheid alle weggebruikers is limiet voor iedereen 30 km/u, met snelheid van 30 km/u plots remmen voor voetganger of fietser is stopafstand veel kleiner dan wanneer met snelheid van 50 km/u
    gevolgen van aanrijding met snelheid van 30 km/u zijn meestal minder zwaar voor voetganger of fietser
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verkeersborden snelheid: maximumsnelheid voor bepaalde voertuigen

2

A

niet iedereen max toegelaten snelheid kan of mag rijden

  • bepaalde voertuigen zijn beperkt in snelheid, staat aangeduid achterop voertuig bv. vrachtwagen of autobus
  • met je auto ander voertuig met noodkoppeling sleept, mag je max 25 km/u
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voetgangerszone

borden? wat?

A

begin en einde van voetgangerszone duidt aan met verkeersborden

voetgangerszone = bedoeld voor voetgangers, soms worden fietsers of andere voertuigen ook toegelaten, of enkel tijdens bepaalde uren, staat dan op zonebord (f103, f105)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voetgangerszone: regels

5

A
  • bestuurders die in voetgangerszone mogen rijden, moeten stapvoets rijden
  • voetgangers mogen volledige breedte van openbare weg gebruiken om te wandelen of spelen
  • moet doorgang voor hen vrijlaten en in elke situatie kunnen stoppen
  • fietsers moeten afstappen als voetgangersverkeer te druk
  • niet parkeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voetgangerszone: toegelaten bestuurders

5

A
  • prioritaire voertuigen
  • voertuigen voor afvalophaling
  • voertuigen voor toezicht, controle en onderhoud van weg
  • voertuigen vermeld op verkeersbord
  • voertuigen van geregelde diensten voor openbaar vervoer
  • houders van vrije doorgangskaart bv. eigenaars van garages in zone, leveranciers van handelszaken, thuisverpleging, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

speelstraat

A

tijdens vakantieperiodes kan speelstraat worden ingericht, straat wordt dan tijdelijk afgesloten zodat kinderen over hele breedte van straat kunnen spelen

bedoeling dat er dan geen motorvoertuigen rijden en fietsers moeten afstappen indien nodig
openbare weg is tijdelijk en op vaste uren afgezet met hekken met daarop verkeersbord met vermelding ‘speelstraat’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

speelstraat: regels

A
  • toegelaten bestuurders (ook fietsers) mogen enkel stapvoets rijden en moeten kunnen stoppen als dat nodig is, moeten dubbel voorzichtig zijn tov kinderen
  • doorgang moet vrij blijven voor spelende voetgangers, moet hen voorrang verlenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

speelstraat: uitzonderlijk toegelaten

A
  • prioritaire voertuigen
  • bewoners of eigenaars/huurders van garage in dat afgebakende deel
  • fietsers
  • houders van vergunning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

erf of woonerf

A

begin en einde van erf of woonerf wordt aangeduid met verkeersbord (f12a, f12b)

in erf of woonerf mag je max 20 km/u rijden, is zo ingericht dat verkeer ondergeschikt is aan voetgangers en spelende kinderen

voetgangers mogen hele breedte van openbare weg gebruiken, ook om te spelen, wees dus extra aandachtig in buurt van kinderen en breng niemand in gevaar, stop indien nodig en parkeer alleen op voorziene plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

schoolomgeving

A

in schoolomgevingen is snelheid beperkt tot max 30 km/u

schoolomgevingen herken je aan verkeersbord zone 30 aangevuld met gevaarsbord ‘plaats waar veel kinderen komen’ (a23 + zc43)

borden kunnen vast en veranderlijk (dynamisch, lichtbord) zijn

als dynamische borden in werking zijn, is wanneer de ledverlichting brandt, dan geldt snelheidsbeperking
niet geval, geen rekening mee houden en ander snelheidsregime van toepassing
blijf in deze omgeving altijd aandachtig voor kinderen en jongeren te voet of met fiets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

fietszone

A

in fietszone is snelheid beperkt tot 30 km/u en is voor motorvoertuigen verboden om fietsers in te halen (f111, f113)

bij eenrichtingsverkeer mogen fietsers hele breedte van rijbaan gebruiken
bij verkeer in beide richtingen mogen ze hele rechterhelft van rijbaan gebruiken
bestuurders van speed pedelec zijn in fietszone gelijkgesteld aan fietsers

nu geen fietsstraat meer maar fietszone, borden van fietsstraat gelden met dezelfde regels als fietszone

borden met zone fietsstraat gelden nog tot 2032

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

voorbehouden wegen: voor voetgangers, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en/of speed pedelecs

A
  • verkeersbord is aangepast aan categorie van toegelaten gebruikers (f99c)
  • voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders speed pedelecs mogen volledige breedte van weg gebruiken, mogen verkeer niet nodeloos belemmeren
  • gemotoriseerd verkeer moet dubbel voorzichtig zijn tov andere weggebruikers
  • hier mag je max 30 km/u rijden

uitzonderlijk toegelaten voertuigen
- van en naar aanliggende percelen
- voor afvalophaling, onderhoud, toezicht en hulpverlening f99c
- niet-gemotoriseerde driewielers (bv. gocart)
- gespannen (als landbouwvoertuig op verkeersbord staat)
- prioritaire voertuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

voorbehouden wegen: voor voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs

A
  • verkeersbord is aangepast aan categorie van toegelaten gebruikers (f99a)
  • voetgangers, fietsers en ruiters mogen volledige breedte van deze weg gebruiken
  • gebruikers van weg mogen elkaar niet in gevaar brengen of verkeer nodeloos belemmeren
  • spelen is toegelaten op deze weg, wees dubbel voorzichtig in buurt van kinderen
  • bij dit bord (f99b) moeten gebruikers deel van weg volgen dat
  • voor hen bestemd is, mag andere deel wel gebruiken als doorgang vrijlaat voor wie daar moet zijn
  • hier mag je max 30 km/u rijden

uitzonderlijk toegelaten voertuigen
- voor afvalophaling
- aanwonenden en hun leveranciers
- voor toezicht, controle en onderhoud van deze weg
- prioritaire voertuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

verhoogde inrichtingen

A

op verhoogde inrichtingen mag je max 30 km/u rijden
- verhoogde inrichting wordt altijd aangekondigd met gevaarsbord (a14) (+ onderbord), behalve in zone 30
- bij inrichting zelf staat meestal blauw bord dat verhoogde inrichting aanduidt (f87)
- kunt begin en einde van verhoogde inrichting herkennen aan afwisselend korte en lange witte strepen op weg
- over breedte van helling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

schoolstraat

A

in omgeving van school kan tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan toegangswegen verplaatsbare afsluiting geplaatst worden met verkeersbord (x1)

weg is voorbehouden voor voetgangers, fietsers en bestuurders van speedpedelec, ook andere rijwielen bv. bakfietsen zijn toegelaten

mag alleen stapvoets rijden in schoolstraat en moet doorgang vrijlaten voor voetgangers en fietsers, verleent hen voorrang en stopt als dat nodig is, hindert geen voetgangers en fietsers of brengt ze niet in gevaar

deze bestuurders mogen uitzonderlijk schoolstraat inrijden:
- prioritaire voertuigen als dat nodig is voor hun opdracht
- voertuigen in bezit van vergunning afgegeven door wegbeheerder

schoolstraat uitrijden is toegelaten voor alle bestuurders, tenzij anders beslist door wegbeheerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

dynamische verkeersborden

A
  • dynamische verkeersborden zijn digitale verkeersborden die op ieder ogenblik aangepast kunnen worden aan verkeerssituatie of omstandigheden
  • leggen soms lagere snelheidslimiet op
  • duiden rijstroken waar moet op rijden, niet mag op rijden of moet vrijmaken
  • wanneer dynamisch bord boven rijstrook hangt, geldt dat alleen voor die bepaalde rijstrook
  • ziet meest bij files, verkeersdrukte, ongevallen, wegenwerken of slechte weersomstandigheden
  • verkeersborden die erop verschijnen hebben dezelfde betekenis als gewone verkeersborden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

pechstrook

A
  • pechstrook komt vaak op autowegen en autosnelwegen voor (niet altijd)
  • mag er niet op rijden
  • bevindt zich rechts van rijbaan
  • mag alleen je voertuig daar parkeren bij pech of ongeval
  • in alle andere gevallen zijn stilstaan of parkeren op pechstrook verboden
  • in uitzonderlijke gevallen mogen oa prioritaire voertuigen en takelwagens pechstrook gebruiken voor hun opdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

retro-reflecterend veiligheidshesje

A
  • bestuurder moet retro-reflecterend veiligheidshesje dragen als hij zijn auto verlaat bij ongeval of pech op autowegen en autosnelwegen
  • verplicht om min 1 hesje in je auto te hebben, veiliger als je er voor alle passagiers 1 bij hebt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

autoweg

A

autoweg is verbindingsweg die zowel binnen als buiten bebouwde kom kan liggen (f9, f11)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

autoweg: snelheid

A

geen minimumsnelheid op autowegen, wel op autosnelwegen
of autoweg binnen of buiten bebouwde kom is, bepaalt eerst hoe snel je mag rijden

binnen bebouwde kom:
- vlaanderen en wallonië max 50 km/u
- brussels gewest max 30 km/u

buiten bebouwde kom:
- vlaams en brussels hoofdstedelijk gewest max 70 km/u
- waals gewest max 90 km/u
- in heel belgië op wegen met 4 of meer rijstroken waarvan tenminste 2 rijstroken in elke rijrichting, gescheiden door middenberm: 120 km/u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

wie mag niet op autoweg?

A
  • voetgangers
  • ruiters en andere bestuurders van dieren
  • niet-motorvoertuigen bv. fietsen
  • bromfietsen
  • landbouwvoertuigen
  • vierwielers zonder passagiersruimte, bv. quads
  • slepen van kermisvoertuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

wat mag niet op autoweg?

A
  • stilstaan en parkeren, behalve op parkeerstroken aangeduid door verkeersborden
  • keren, achteruit of in tegenovergestelde richting rijden (‘spookrijden’)
  • voertuig slepen met nood-of hulpkoppeling, ook niet op pechstrook
  • dwarsverbindingen gebruiken
  • sportwedstrijden
  • reclametochten
  • stoeten, betogingen en samenscholingen
  • iets verkopen (tenzij met toelating van bevoegde instantie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

autosnelweg: snelheid

A
  • max toegelaten snelheid op autosnelwegen is 120 km/u
  • moet min 70 km/u rijden, tenzij omstandigheden niet toelaten (bv. felle regen, file, …)
  • in buurt van steden of bij tunnels en bruggen, bij file, bij wegenwerken of door andere omstandigheden kan verlaagde snelheidslimiet van toepassing zijn, dan staan ofwel vaste borden langs snelweg die max toegelaten snelheid aangeven of hangen dynamische borden boven rijstroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

autosnelweg: snelheid afrit

A

op afrit autosnelweg staat soms bord met lagere snelheidslimiet aan pijl op onderbord zie je dat lagere maximumsnelheid enkel op afrit geldt (c43 + gxi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

wie mag niet op autosnelweg?

A
  • voetgangers
  • fietsers en bromfietsers
  • ruiters en andere bestuurders van dieren
  • bestuurders van voertuigen of slepen die op horizontale weg snelheid van 70 km/u niet kunnen halen
  • bestuurders van voertuigen die met noodkoppeling of met hulpkoppeling ander voertuig slepen
  • bestuurders van vierwielers met motor zonder passagiersruimte (bv. quad)
  • bestuurders van landbouwvoertuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

wat mag niet op autosnelweg?

A

(hetzelfde als autoweg)
- stilstaan en parkeren, behalve op parkeerstroken aangeduid door verkeersborden
- keren, achteruit of in tegenovergestelde richting rijden (‘spookrijden’)
- voertuig slepen met nood-of hulpkoppeling, ook niet op pechstrook
- dwarsverbindingen gebruiken
- sportwedstrijden
- reclametochten
- stoeten, betogingen en samenscholingen
- iets verkopen (tenzij met toelating van bevoegde instantie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

autosnelweg: spitsstrook

A
  • spitsstrook is extra rijstrook op autosnelweg die op drukke momenten wordt opengesteld voor verkeer
  • bevindt zich dan op plaats van pech- of vluchtstrook
  • gelden dezelfde snelheidsregels als op rest van autosnelweg
  • herkent ze aan onderbroken strepen (langer dan gewone rijstroken) met korte tussenafstanden

ziet dynamische rijstrooksignalisatie of spitsstrook open of gesloten is, 2 manieren:
- groene pijl
- of verkeersbord met aanduiding van maximumsnelheid op rijstrook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

wat is inhalen?

A
  • inhalen doe je als bestuurder in beweging voorbij rijdt, stilstaande bestuurder haal je niet in, maar ‘rijd je voorbij’
  • mag nooit max toegelaten snelheid overschrijden tijdens inhalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

links inhalen (uitzonderingen rechts)

A

inhalen moet je langs linkerkant doen, mag uitzonderlijk rechts inhalen als bestuurder die je wil inhalen,
- aangeeft dat hij links zal afslaan of zijn voertuig aan linkerkant van openbare weg zal opstellen
- én zich naar links begeven heeft om die beweging uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

voor je inhaalt

A
  • mag je in inhalen in situatie waarin je je bevindt?
  • is voldoende afstand vrij om dat te doen zonder gevaar?
  • kijk in je spiegels, is niemand jou al beginnen inhalen?
  • kan je je plaats rechts op rijbaan terug innemen zonder anderen te hinderen?
  • kan je op korte tijd inhalen?

aan al deze voorwaarden moet voldaan zijn om te mogen inhalen, als antwoord op 1 van deze vragen nee is, mag je niet inhalen

40
Q

tijdens inhalen

A
  • maak anderen duidelijk wat je van plan bent door tijdig je linkerrichtingaanwijzer aan te zetten
  • maak zijdelingse verplaatsing naar links en zet linkerrichtingaanwijzer uit zodra die beweging gedaan is
  • haal voertuig in
41
Q

na inhalen

A
  • na je hebt ingehaald, moet je plaats rechts opnieuw innemen zodra veilig kan
  • zet daarbij altijd rechterrichtingaanwijzer aan
  • zodra beweging gedaan is, zet je die weer uit

opgelet: moet plaats rechts niet terug innemen als onmiddellijk opnieuw wil inhalen:
- op rijbanen met éénrichtingsverkeer
- op rijbanen met min 2 rijstroken in elke richting, op voorwaarde dat alleen gereden wordt op rijstroken bestemd voor verkeer in gevolgde rijrichting

42
Q

je wordt ingehaald

A

als iemand op punt staat om jou in te halen:
- wijk zo ver mogelijk uit naar rechts
- drijf snelheid niet op

43
Q

inhalen van spoorvoertuig

A

spoorvoertuig (tram) dat rijbaan volgt, haal je langs rechts in, ook als tram stilstaat om reizigers te laten in- of uitstappen

mag tram uitzonderlijk links inhalen, alleen op voorwaarde dat je daarbij tegenliggers hindert of in gevaar brengt:
- als er rechts niet genoeg plaats is, of
- als er geparkeerde auto of vaste hindernis staat

op rijbaan met éénrichtingsverkeer mag je tram altijd links inhalen als dat nodig is

44
Q

inhalen op smalle rijbaan

A

vraag altijd eerst af of inhalen hier wel veilig kan, mag bij inhalen niemand in gevaar brengen

als rijbaan niet breed genoeg is om in te halen, dan mag je gelijkgrondse berm gebruiken

ook bij middenrijbaan geldt dat je bij inhalen niemand in gevaar mag brengen, als middenrijbaan niet breed genoeg is om in te halen, mag je zijdelingse strook volgen

45
Q

dit is niet inhalen

A
  • als je rijstrook volgt, aangeduid met aanwijzingsborden die bepaalde richting aangeven (bv. rechterrijstrook richting Luik, linker richting Breda)
  • als bij fileverkeer op sommige momenten verkeer in 1 rijstrook sneller gaat dan in andere rijstroken, dan mag je andere voertuigen langs rechts voorbijrijden
  • motorfietsers mogen tussen 2 rijstroken of files, sneller rijden dan voertuigen die er stoppen of traag rijden, motorfietser moet zich daarbij aan bepaalde regels houden
  • binnen bebouwde kom mag je op rijstrook rijden die best aan je bestemming voldoet, mag daarbij voertuigen langs rechts voorbijrijden, mag alleen op eenrichtingswegen verdeeld in rijstroken en tweerichtingswegen met 4 of meer rijstroken waarvan min 2 in elke rijrichting
46
Q

inhalen verboden

A

er is algemeen inhaalverbod (je mag niemand inhalen):
- doorlopende witte streep die rijstroken scheidt, mag je niet overschrijden om in te halen
- bij doorlopende én onderbroken witte streep naast elkaar, hou je rekening met streep aan jouw kant van rijstrook, mag over doorlopende witte streep rijden als je terug naar rechts gaat
- tijdelijke oranje markeringen (doorlopende of onderbroken strepen) hebben dezelfde betekenis als witte
- als tegemoetkomende weggebruikers niet van ver genoeg kan zien aankomen

inhaalverbod, maar fietsers mag je wel inhalen als dit veilig kan:
- op kruispunt waar je voorrang aan rechts moet verlenen
- op ander kruispunt waar je voorrang moet verlenen
- bij oversteekplaatsen voor voetgangers en (brom)fietsers die niet geregeld worden door verkeerslichten of bevoegde persoon, wanneer in te halen bestuurder stopt voor deze oversteekplaatsen of ze nadert
- op verhoogde inrichtingen
- op overweg aangeduid met 1 van deze verkeersborden (x2, x3), tenzij slagbomen zijn of maanwitte knipperlicht brandt
- als onvoldoende zichtbaarheid is bij naderen van top van een helling en in bocht (behalve als je kan inhalen zonder doorlopende witte streep tussen rijrichtingen te overschrijden)

47
Q

dubbel inhalen

A

als bestuurder die jij wil inhalen zelf begonnen met inhalen, mag je hem niet inhalen

uitzonderingen
- bestuurder die fiets, tweewielige bromfiets of motorfiets aan het inhalen is, mag je wel inhalen
- op weg met min 3 rijstroken in jouw rijrichting, mag je bestuurder die een andere auto inhaalt, wel inhalen (bv. op autosnelweg)

48
Q

verbodsbord inhalen

A

inhaalverbod kan ook aangeduid worden met verbodsbord, vanaf verkeersbord tot en met volgende kruispunt is inhalen van gespan of voertuig met meer dan 2 wielen verboden, bromfietser mag je bv. wel nog inhalen (c35, c37, c46)

49
Q

risten

A

bij sterk vertraagd verkeer ben je verplicht om te ritsen als meerdere rijstroken in 1 richting zijn waarvan er 1 (of meer) ophoudt, bv. door wegenwerken of als rijstrook wegvalt

verkeer verloopt vlotter als je op de juiste manier ritst (bij meerdere eerst recht dan links)

risten is niet van toepassing bij:
- opritten van snelwegen
- afritten van snelwegen
- verkeerswisselaars

50
Q

reactieafstand

A
  • wanneer je remt, is reactieafstand afstand die je aflegt tussen moment waarop je iets opmerkt en moment waarop je effectief je rempedaal indrukt
  • tijd die je daarvoor nodig hebt is +- 1 seconde bij iemand die geconcentreerd rijdt, langer wanneer bv. afgeleid of vermoeid bent of alcohol gedronken hebt
  • tijdens die 1 seconde leg je nog veel meters af, hoe sneller je rijdt, hoe groter afstand die je aflegt
51
Q

remafstand

A
  • volgt na reactieafstand
  • afstand die voertuig nog aflegt tussen rempedaal indrukken en stilstaan
  • hoe sneller je rijdt, hoe meer afstand je voertuig nodig heeft om tot stilstand te komen, bij nat wegdek, versleten banden of remmen, zal remafstand nog meer oplopen
52
Q

stopafstand = reactieafstand + remafstand

A
  • stopafstand = reactieafstand + remafstand, dus totale afstand die je nodig hebt om remmanoeuvre uit te voeren, maw om tot stilstand te komen vanaf dat je gevaar opmerkt
  • in onderstaande tabel zie je dat stopafstanden telkens langer worden als je sneller rijdt en dat ze nog groter zijn op nat wegdek
53
Q

volgafstand

A

hoe sneller je rijdt, hoe meer volgafstand je moet laten tussen jezelf en voorligger, als je te dicht achter voorligger rijdt, riskeer je kop-staartaanrijding, wanneer je voldoende volgafstand laat, behoud je ook beter overzicht op gehele verkeerssituatie

voldoende afstand houden is wettelijk verplicht!

vuistregel: hou minstens twee seconden afstand
- kies duidelijk herkenningspunt langs weg, bv. verlichtingspaal
- pas ‘tweesecondenregel’ toe, zodra je voorligger verlichtingspaal voorbijrijdt, tel je 2 seconden (“eenentwintig, tweeëntwintig”)
- rij je ná die 2 seconden zelf voorbij verlichtingspaal, dan rijd je op veilige afstand, ben je eerder bij paal, dan rijd je te dicht achter je voorligger
- op nat wegdek tel je 1 seconde extra, ‘driesecondenregel’, want bij nat wegdek is je remafstand groter en moet je verder van je voorligger blijven

54
Q

a1a, a1b

A

gevaarlijke bocht naar links/rechts

55
Q

a1c, a1d

A

gevaarlijke dubbele bocht of opeenvolging van bochten, eerste naar links/rechts

56
Q

a13

A

uitholling overdwars of ezelsrug

57
Q

a3, a5

A

gevaarlijke daling/steile helling

58
Q

a21

A

oversteekplaats voor voetgangers

59
Q

a23

A

plaats waar speciaal veel kinderen komen

60
Q

a25

A

oversteekplaats voor (brom)fietsers of plaats waar die bestuurders van fietspad op rijbaan komen

61
Q

a27, a29

A

doortocht van groot wild/vee

62
Q

a31

A

werken

63
Q

a15

A

glibberige rijbaan

64
Q

a14

A

verhoogde inrichting(en)

65
Q

a51

A

gevaar dat niet door special symbool wordt bepaald, onderbord duidt aard van gevaar aan

66
Q

c35

A

vanaf verkeersbord tem volgende kruispunt, verbod gespan of voertuig met meer dan 2 wielen links in te halen

67
Q

c37

A

einde inhaalverbod

68
Q

c39

A

vanaf verkeersbord tem volgende kruispunt, verbod voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor vervoer zaken, waarvan max toegelaten massa meer dan 3,5t bedraagt, gespan of voertuig met meer dan 2 wielen links in te halen

69
Q

c41

A

einde inhaalverbod voor voertuigen met mtm > 3,5t

70
Q

c43

A

vanaf verkeersbord tem volgende kruispunt verbod om sneller te rijden dan snelheid die is aangeduid (of geldig tot aan ander snelheidsbord, al dan niet met zonale geldigheid, bebouwde kom, woonerf, voetgangerszone)

71
Q

c45

A

einde snelheidsbeperking

72
Q

c46

A

einde alle plaatselijke verbodsbepalingen opgelegd aan voertuigen in beweging

73
Q

f99a

A

weg of deel openbare weg voorbehouden voor verkeer voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs, verkeersbord mag aangepast worden volgens categorie(ën) van weggebruikers die tot deze weg zijn toegelaten

74
Q

f101a

A

einde van weg of deel openbare weg voorbehouden voor verkeer voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs, verkeersbord mag aangepast worden volgens categorie(en) van weggebruikers die tot deze weg is toegelaten

75
Q

f99b

A

weg of deel van openbare weg voorbehouden voor het verkeer voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders speed pedelecs met aanduiding van deel van weg dat bestemd is voor verschillende categorieën van weggebruikers

76
Q

f101b

A

einde weg of deel van openbare weg voorbehouden voor verkeer van voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders speed pedelecs met aanduiding van deel van weg dat bestemd is voor verschillende categorieën van weggebruikers

77
Q

f99c

A

weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders speed pedelecs, verkeersbord mag aangepast worden volgens categorieën van weggebruikers

78
Q

f101c

A

einde weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers,
ruiters en bestuurders speed pedelecs, verkeersbord mag aangepast worden volgens categorieën van weggebruikers

79
Q

f103

A

begin voetgangerszone

80
Q

f105

A

einde voetgangerszone

81
Q

x1

A

schoolstraat, openbare weg is voorbehouden voor voetgangers en fietsers

82
Q

zc43

A

begin van zone met snelheidsbeperking 50 km/u

83
Q

zc45

A

einde van zone met snelheidsbeperking 50 km/u

84
Q

f5

A

begin of oprit autosnelweg

85
Q

f7

A

einde autosnelweg

86
Q

f9

A

autoweg

87
Q

f11

A

einde autoweg

88
Q

f12a

A

begin woonerf of erf

89
Q

f12b

A

einde woonerf of erf

90
Q

f1a, f1b

A

begin bebouwde kom

91
Q

f3a, f3b

A

einde bebouwde kom

92
Q

f47

A

einde werken

93
Q

x4

A

noodstopstrook

94
Q

x5

A

vluchthaven

95
Q

f87

A

verhoogde inrichting(en)

96
Q

f111

A

begin fietsstraat

97
Q

f113

A

einde fietsstraat