2 Revolutie Flashcards

1
Q

Noem drie belangrijke kenmerken van dat absolutisme:

A

1 koninklijke macht rechtstreeks gekregen van God
2 koning maakt wetten, bestuurt en spreekt recht
3 alle onderdaden moeten gehorzamen en dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

benoem de 3 standen

A

Adel
Geestelijker(clerus)
Derde stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de achterliggende boodschap van deze
spotprent?

A

zowel de clerus(geestelijker) als de adel profiteren
van de derde stand. de derde stand,
heeft erg moeilijke om overeind te blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Immanuel Kant

A

“Durf te denken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Charles-Louis de Montesquieu

A

“Er zijn in elke staat drie soorten machten: de
wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

John Locke

A

1 “De vrijheid van mensen houdt in dat ze alleen de
wetten respecteren die ze zelf ingevoerd hebben en dat
ze niet eender wie moeten gehoorzamen.”
2 “Van nature zijn alle mensen volkomen vrij en onderling
gelijk, zonder rangverschil of onderschikking.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee grote Europese mogendheden maakten
werk van de ‘verdeling’ van Noord-Amerika?

A

Frankrijk en Groot-Britanie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie had het grootste voordeel bij deze opdeling?
Verklaar waarom!

A

groot britanie want het had de meeste kusten
in bezit wat een groot voordeel is om handel
te drijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie won de Zevenjarige Oorlog? Hoe kan je dat
zien?

A

groot britanie, frankrijk heeft bijna al gebieden
op het amerikaanse continent verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(die boot die aankomt en die mense die juiche)
Bekijk aandachtig bovenstaande prent en beschrijf wat je ziet:

A

kisten worden in het water gegooid waar britse tee inzit. de amerikanen kolinisten juichen toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat voor bron is dit en waarom

A

primair want de maker was geen tijdgenoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

is die bron sub of objectief

A

de maker was zelf Amerikaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kan je een verklaring geven voor deze gebeurtenis?

A

de import van britse thee werd door amerikaanse patriotistische(verkleed alz mohawk indianen.) vernield als reactie tegen de vele britse belastingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaraan besteed de Franse koning veel geld?

A

afbetaling schulden, en politiek en oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaraan besteed de Franse koning – relatief gezien – eerder weinig geld?

A

andere uitgave

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wie zorgt voor de grootste deel van die inkomen

A

de derde stand

17
Q

Wie profiteert van de uitgaven die aan het ‘hof’ gedaan worden?

A

de adel

18
Q

Besluit: de situatie van de Franse openbare financiën is op het einde van de 18de eeuw GOED / SLECHT.

A

SLECHT

19
Q

Liberté =

A

Vrijheid

20
Q

Égalité

A

iedereen is gelijk voor de wet

21
Q

Fraternité

A

samen zij aan zij vechten tegen de onderdrukking

22
Q

Beschrijf wat je ziet op bovenstaande gravure!

A

veel soldaten die toekijken hoe een belangerijk mens wordt geëxecuteerd door de guillotine, in frankrijk

23
Q

waneer vondt het plaats

A

Frankrijk, 21 januari 1793, 18de eeuw, place de la revolution

24
Q

wie wordt er terechtgesteld? waarom?

A

Lodewijk de 16de omdat hij terug macht zou hebben als hij vrij ging zijn dus ze hebben hem vermoord.

25
Q

De Franse Revolutie was een succes, omdat

A

de mensen krijgen rechten
afschafing van absolutisme
de grondwet van 1791, een systeem waar de macht is gedeeld tussen de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke
, de 3 standen werden afgeschafd
bestuur kwam in handen van het volk

26
Q

de franse revolutie was een mislukking omdat:

A

1 er was nog steeds veel armoede
2 veel tereur
de standen zouden later terugkomenproblemen in de economie
beperkt democratisch succes, alle vrijheid wetten werden later teruggedraaid
later kwam de allerheerser napoleon bonaparte zorgt veer oorlog door heel europa

27
Q

besluit

A

de franse revolutie was een succes en een mislukking tegelijk.