2 - pronouns & thanking Flashcards
1
Q
alsjeblieft (formal ?)
A
here you are (informal)
2
Q
alstublieft (formal?)
A
here you are (formal)
3
Q
alsjeblieft (A.U.B)
A
please
4
Q
dankjewel / dank je (formal?)
A
thank you (informal)
5
Q
dankuwel / dank u (formal?)
A
thank you (formal)
6
Q
bedankt
A
thank you
7
Q
mijn dank
A
thank you
8
Q
ja
A
yes
9
Q
nee
A
no
10
Q
niet
A
not
11
Q
roken
A
to smoke
12
Q
wel
A
confirmative (well i am tho)
13
Q
misschien
A
maybe
14
Q
links
A
left
15
Q
rechts
A
right
16
Q
of
A
or
17
Q
en
A
and
18
Q
jij
A
you
19
Q
je
A
you
20
Q
u
A
you
21
Q
hij
A
he
22
Q
zij x2
A
she / they
23
Q
ze x2
A
she / they
24
Q
wij
A
we
25
we
we
26
jullie
you (plural)
27
here you are (informal)
alsjeblieft
28
here you are (formal)
alstublieft
29
please
alsjeblieft / a.u.b
30
thank you (informal)
dankjewel / dank je
31
thank you (formal)
dankuwel / dank u
32
thank you (casual)
bedankt
33
thank you (EXTREMLY formal)
mijn dank
34
yes
ja
35
no
nee
36
not
niet
37
to smoke
roken
38
(confirmative e.g well i am tho)
wel
39
maybe
misschien
40
left
links
41
right
rechts
42
or
of (pronounced off)
43
and
en
44
you
jij
45
you (formal)
u
46
you (plural)
jullie
47
i
ik
48
he
hij
49
she
zij
50
we
wij
