2° koorts Flashcards

1
Q

Welke natuurlijke broeikasgassen zijn er?

A
  • CO2
  • H2O
  • N2O
  • CH4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke menselijke broeikasgassen zijn er?

A
  • CO2
  • H2O
  • CH4
  • N2O
  • CFK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de relatie tussen mens en broeikasgas?

A

–> wij zorgen voor extra broeikasgassen in de atmosfeer, hoe hoger de HDI van een land, hoe meer uitstoot van CO2. Een groter bevolkingsaantal van een land betekent niet noodzakelijk meer uitstoot per persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zorgt het natuurlijke broeikaseffect voor?

A

–> dat de temperatuur van de onderste laag van de atmosfeer gemiddeld 15°C is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zorgt het versterkte broeikaseffect voor?

A

–> voor de extra opwarming van de temperatuur door menselijke activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt het natuurlijke broeikaseffect?

A

aardoppervlak zet licht om in warmte –> aarde geeft warmte aan atmosfeer –> natuurlijke broeikasgassen houden een stuk van die warmte vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly