2. fysieke landschappen Flashcards

1
Q

Wat zijn endogene processen?

A

Dat zijn processen die zich voordoen vanuit de aarde.
* vulkaanuitbarstingen, aardbevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn exogene processen?

A

Dat zijn processen die zich voordoen op of boven het aardoppervlak.
* erosie door wind
* ijsvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is verticale erosie?

A

Dat is erosie in de diepte door snel stromend water dat de kracht heeft om in het landschap te snijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is verval?

A

Het hoogteverschil van een rivier tussen twee gekozen punten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de bovenloop?

A

Waar het verval van een rivier het grootst is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de benedenloop?

A

Waar het verval van de rivier het kleinste is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is laterale erosie?

A

Dat is erosie in de breedte door traag stromend water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemt men nog kronkelende rivieren?

A

meanderende rivieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar stroomt het water sneller?

A

In de buitenbocht (moet langere afstand afleggen in dezelfde tijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Na verscheidende jaren kan er een meanderdoorbraak ontstaan door twee processen. Welke? + teken dit proces

A
  • erosie in de buitenbocht
  • sedimentatie in de binnenbocht
    proces op p57
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen de stootoever en de aanslipoever?

A

Bij de stootoever treed erosie op (buitenbocht), bij de aanslipoever is er sedimentatie (binnenbocht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn tiges?

A

kammen (Tige –> Top)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn chavées?

A

langwerpige depressies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is psammiet?

A

Dat is een zandsteen. Deze is beter bestand tegen verwering dan de bovenliggende kalksteen. Regenwater lost kalksteen op waardoor spleten ontstaan die uiteindelijk tot de vorming van grotten kunnen leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan zorgen voor de vorming van grotten?

A

Regenwater dat kalksteen oplost waardoor spleten ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een tralievormig rivierpatroon?

A

Patroon dat gevormd wordt in de Condroz omdat de grote rivieren (Maas, Hayoux) van zuid naar noord lopen en de kleine rivieren (Bocq, Molignée) van oost naar west.

17
Q

Wat is een kloofdal?

A

Dat zijn verticale wanden

18
Q

Wat is een anticline?

A

Dat is de plooiing naar boven

19
Q

Wat is de syncline?

A

Dat is de plooiing naar beneden.

20
Q

Geef de tabel

A

Tabel p72

21
Q

Wat is erosie?

A

Dat omvat het natuurlijke proces van slijtage van sedimenten (rotsgesteente, bodem) waarbij het materiaal wordt verplaatst en dit door de werking van wind, stromend water, ijs of levende organismen.

22
Q

Wat zijn nadelen van het aanleggen van kanalen?

A

De kanalen kunnen het stromen van andere rivieren beinvloeden. Dit kan leiden tot overstromingen of droogtes.

23
Q

Geef de tekening van notities

A

*tekening notities

24
Q

Geef het kaderschema om zo tot een algemeen besluit van de Condroz te komen

A

kaders p73

25
Q

Hoe is de Condroz voor een groot deel onstaan

A

door verwerving

26
Q

Geef de tekening van de Condroz met rivieren op p74 + uitleg

A

*zie p74

27
Q

Geef het ontstaan van de Condroz in schematische tekeningen

A

*zie p75