2. fysieke landschappen Flashcards
Wat zijn endogene processen?
Dat zijn processen die zich voordoen vanuit de aarde.
* vulkaanuitbarstingen, aardbevingen
Wat zijn exogene processen?
Dat zijn processen die zich voordoen op of boven het aardoppervlak.
* erosie door wind
* ijsvorming
Wat is verticale erosie?
Dat is erosie in de diepte door snel stromend water dat de kracht heeft om in het landschap te snijden.
Wat is verval?
Het hoogteverschil van een rivier tussen twee gekozen punten.
Wat is de bovenloop?
Waar het verval van een rivier het grootst is.
Wat is de benedenloop?
Waar het verval van de rivier het kleinste is.
Wat is laterale erosie?
Dat is erosie in de breedte door traag stromend water.
Hoe noemt men nog kronkelende rivieren?
meanderende rivieren
Waar stroomt het water sneller?
In de buitenbocht (moet langere afstand afleggen in dezelfde tijd)
Na verscheidende jaren kan er een meanderdoorbraak ontstaan door twee processen. Welke? + teken dit proces
- erosie in de buitenbocht
- sedimentatie in de binnenbocht
proces op p57
Wat is het verschil tussen de stootoever en de aanslipoever?
Bij de stootoever treed erosie op (buitenbocht), bij de aanslipoever is er sedimentatie (binnenbocht).
Wat zijn tiges?
kammen (Tige –> Top)
Wat zijn chavées?
langwerpige depressies
Wat is psammiet?
Dat is een zandsteen. Deze is beter bestand tegen verwering dan de bovenliggende kalksteen. Regenwater lost kalksteen op waardoor spleten ontstaan die uiteindelijk tot de vorming van grotten kunnen leiden.
Wat kan zorgen voor de vorming van grotten?
Regenwater dat kalksteen oplost waardoor spleten ontstaan.