2. Economische groei Flashcards

1
Q

BBP

A

Waarde van alle EINDproducten en -diensten geproduceerd in een bepaalde periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

BBP wordt op 3 manieren berekend. Welke?

A
  1. Bestedingsoogpunt
  2. Productiebenadering
  3. Inkomensoogpunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bestedingsoogpunt + formule

A

Som van alle BESTEDINGEN van gezinnen, bedrijven en overheid én het verschil tussen import en export.

BBP = C + I + G + ( X - M)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Productiebenadering

A

Som van alle toegevoegde waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inkomensoogpunt

A

Som van alle inkomens van gezinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Simon Kuznets

A

BBP voor het eerst gebruikt.

&
Kuznetscurve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kuznetscurve

A

Relatie economische groei en ongelijkheid. Naarmate economische groei: stijgt eerst dan daalt ongelijkheid. Omgekeerde U-curve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Wat is BNP/BNI?
  2. Wat is het verschil met BBP?
  3. Waarom is de onderscheid belangrijk?
A
  1. Bruto Nationaal Product/Inkomen is de waarde die geproduceerd werd door NATIONALE productiefactoren (Belgen)
  2. BBP is de waarde die geproduceerd werd BINNEN een land.
  3. Voor landen zoals Ierland: Ierland trekt VEEL buitenlandse investeringen aan (I) dus BBP wordt overschat. BNI is nauwkeuriger in sommige gevallen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Overheid kan 3 soorten (economische) beleid voeren. Welke + leg uit.

A
  1. Budgettair beleid: Beheer van de begroting (inkomsten en uitgaven) van de overheid
  2. Monetair beleid: Wordt bepaald door centrale banken (ECB, Federal Reserve, Bank of England). Het doel is om prijsstabiliteit te behouden.
  3. Fiscaal beleid: Belastingen (hoeveel, op wat en voor wie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsuitgaven?

A

Overheidsuitgaven = Overheidsbestedingen + andere uitgaven zoals pensioen, werkloosheidsuitkering, kindergeld,..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nominaal BBP vs. Reëel BBP? Waarom is dat belangrijk? Hoe heet die term?

A

Nominaal BBP = Reëel BBP + inflatie

Reëel BBP: priijzen van basisjaar worden gebruikt om de invloed van prijzen te neutraliseren.

Reëele BBP om GELDILLUSIE te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

BBP deflator (3)

A

1) Maatstaf voor inflatie
2) Prijsindex voor geproduceerde goederen en diensten
3) = 1 in basisjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Reëele economische GROEI formule

A

1) reëele economische groei (%) = nominale economische groei (%) - inflatiepercentage (%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt levenstandaard gemeten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Procent vs. Procentpunt

A

Als twee zelfde variabelen vergeleken worden = procentpunt

Als twee verschillende variabelen vergeleken worden = procent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is economische groei nodig? Geef 4 economisten die we in de les gezien hebben en licht toe.

A

Maja Gopel: Onze wereld nieuw denken. Groei anders definiëren. Meer altijd beter? Homoeconomicus. Economische groei = klimaatverandering.

Kate Raworth: Doughnut economics: Groei binnen de sociale en ecologische grenzen.

Serge Latouche: La décroissance: filosofie van hoe leven/consumeren?

Jason Hickel: Degrowth: Het gepland terugschroeven van energieconsumptie om eerlijker te leven. Transitie naar economie die niet hoeft te groeien.

17
Q

Trickle-down: licht toe.

A

Trickle-down is het principe waarbij belastingen verlaagd worden zodat de “rijken” meer geld overhouden om te kunnen investeren in de economie en zo jobs creëeren. Die herinvestering in de economie gebeurt echter niet: ondanks de toename in welvaart in de VS, stagneren de lonen sinds de jaren 70.

18
Q

Easterlin paradox. Licht toe.

A

Naarmate dat inkomen stijgt, stijgt het geluk ook maar tot een bepaald punt. Daarna stijgt het geluk niet meer zo sterk.

19
Q

Shareholderscapitalism

A

Milton Friedman (‘70).

De enige sociale verantwoordelijkheid van een onderneming is zijn jacht naar winst.

20
Q

Stakeholdercapitalism: voor- en tegenstanders (min. 3 elk)

A
21
Q

Is BBP een goede maatstaf? (7)

A

1) kwaliteit vs. kwantiteit: kwaliteit is moeilijk te meten –> opknappen van olielek in zee doet BBP stijgen
2) inkomen, houdt geen rekening mee met stock activa
3) zegt niks over inkomensongelijkheidµ
4) waardering van diensten is moeilijk
5) onbetaald maar belangrijk werk (zorg) telt niet mee
6) bruto, zegt niks over afschrijvingen
7) BBP misleidend, zeker in coronatijden

22
Q

Welzijn van Belgen indicatorenrapport: economisch kapitaal, sociaal kapitaal, milieukapitaal, menselijk kapitaal

A