2 descriptieve ethiek Flashcards

1
Q

wat is descriptieve ethiek?

A
  • hoe ethisch of onethisch handelen mensen feitelijk

- bevat de wantrouwen VS vertrouwensvol mensbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 tegengestelde visies binnen descriptieve ethiek

A

wantrouwen VS vertrouwensvol mensbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belang van het thema descriptieve ethiek?

A
  • hoe we denken over de andere beïnvloedt hoe we de andere behandelen
  • perspectief op de andere staat op een continuüm
  • risico: selffulfilling prophecy
  • hoe we de ander behandelen kan ook het (a)sociale gedrag van de ander beïnvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sociaal werker die beschikt over correcte info kan:

A
  • beeld kritisch bekijken/bijstellen
  • praktijk kritisch bekijken/aanpassen
  • andere correcte info geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wantrouwen in de psychologie (micro)

A
  • 1971 Stanford prison experiment
  • Milgram experiment
  • ->besluit: op microniveau zijn we in het diepste van ons niet positief naar andere mensen toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wantrouwen in de sociologie (meso/macro)

A

conflictsociologen stellen dat
-samenleving is een verzameling van groepen die strijden om schaarse middelen

  • wantrouwen is een overlevingsstrategie
  • dichotoom(1 arena 2 partijen)
  • ook verschillende arena’s binnen 1 groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wantrouwen in de filosofie

A

oude tradities die tot op vandaag nog sterke invloed hebben

  • sofisten/Epicurus/Seneca
  • Machiavelli ( doel heiligt de middelen)
  • thomas Hobbes ( vader van het wantrouwen)
  • Ayn Rand: het (on)afhankelijk individu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wie is Machiavelli

A
  • Italiaanse filosoof eind middeleeuwen

- machiavellistisch handelen= je moet het goede vertellen maar niet altijd doen: met 2 tongen spreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Thomas hobbes - verklaar

A
  • Mens bestudeerd als biologisch wezen
  • de mens is een zichzelf handhavend organisme
  • eigenbelang staat centraal
  • we zijn als wolven voor elkaar, en er ontstaat een strijd van allen tegen allen
  • er ontstaat een voortdurende strijd tegenover elkaar
  • het leven = eenzaam, armoedig, smerig, brutaal en kort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is Ayn Rand?

A

-Boek: de deugd van Egoïsme
-egoïsme, egocentrisme is een deugd en deugd is goed
(mocht iedereen zo zijn, zouden we een betere samenleving hebben)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat te doen met wantrouwen Medemens

A

-boek leviathan-thomas hobbes
-controle door de samenleving/staat
regels bepalen door heerser
-regels strikt opleggen en afdwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat word er bedoeld met samen-leven kan je zien als een soort vernislaag?

A

-iedereen is een stukje egoïstisch
-het samenleven zit er niet van nature in maar moet gecreëerd worden
-het is een vernislaag die de heerser erover heen moet doen
-voortdurende achterdocht
bewakingstaat zoals bv camerabewaking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vertrouwensvol mensbeeld

actoren

A
  • jean jacque rousseau: vrije en goede mensen

- frans de waal: een tijd van empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mens is door en door sociaal

A

-blozen=uniek aan de mens
ongecontroleerde gevoelens en gedachten veruitwendigen
-verschil met dieren zit hem in social learning skills
-oorlog is geen kenmerk van de nomadische prehistorie, wel sinds sedentaire beschaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat dan met Stanford en milligram

A

2 grote problemen

1) in beide experimenten waren de deelnemers er van overtuigd dat ze de wetenschap aan het dienen waren
2) Stanford: instructies waren onwetenschappelijk
besluit: er is iets anders voor nodig als drijfveer tot iets slecht doen zoals “geloven dat je iets goeds aan het doen bent”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie is Hannah Arendt?

A
  • Joodse schrijfster en filosoof gevlucht naar USA voor nazi regime.
  • Eichman(architect holocaust)–>”ik voerde maar uit”
  • Boek: banaliteit van het kwaad
  • Eichman geloofde dat hij goed deed binnen ideologie van de holocaust–>het kwade doen om het goede te doen= banaliteit van het kwade.
17
Q

Context doet er toe!
descriptieve ethiek
-wat is de spelttheorie?

A

Spelt theorie: In speltheorie maken twee partijen een keuze tussen verschillende strategieën, die verschillende uitkomsten hebben.

18
Q

wat is
proself?
prosocial?

A
proself= aan zichzelf denken
prosocial= sociaal gedrag in morele dilemma's
19
Q

onderzoeken die onder de speltheorie vallen

A

dictator spel:100 euro ik mag beslissen delen of alles mee naar huis.
-30% gemiddelde afgeven
-hangt af van de context(is medespeler aanwezig?)
ultimatum spel
-2 spelers
speler 1: 90/100
speler 2:10/100
veel mensen weigeren
-volgens neoklassieke theorie is dit nonsens(je wint 10euro anders niets)

20
Q

context maakt/breekt solidariteit

A

-pro-self of pro-social valt niet te meten
-de omgevingscontext is cruciaal
-risico op selffulfilling prophecy
:als we mensen behandelen alsof we verwachten dat ze zich slecht zullen gedragen–> kan het gevolg zijn dat ze zich slecht gedragen.

21
Q

Ethiek van de sociaal werker

A

sociaal werk is in de kern een etisch beroep

  • men zoekt naar of werkt naar
    1) een goede of betere samenleving
    2) goede situatie voor de belanghebbende
  • waar ligt dat ‘goede’ van het goede leven=kernvraag van de ethiek
  • descriptieve ethiek geeft hoop