2. Algemene bepalingen Flashcards

1
Q

De wetgever geeft met de term familierechtelijke betrekking aan dat er in juridische zin sprake is van

A

bloedverwantschap, art. 1:197

Dit valt vaak samen met biologische bloedverwantschap , maar dat hoeft niet, adoptie art. 1:229

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

iedereen in NL is rechtsbevoegd =

A

bevoegd om rechtssubject te zijn, art. 1:1 lid 1BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

handelingsbevoegd =

A

bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten rechtshandelingen in concreto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

handelingsbekwaam =

A

bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van rechtshandelingen in abstracto.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeelden handelingsonbevoegdheid art.

A

3:43

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

twee categorieën handelingsonbekwaamheid

A

1:234 en 1:381 lid 2

minderjarigen / onder curatele gestelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het kind van wie een vrouw zwanger is word als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. art. –

A

1:2

Wordt het kind dood geboren, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bloed en aanverwantschap art.–

A

1:3
Belangrijk voor:

  • huwelijksrecht 1:41 /1:80a lid 6
  • erfrecht 4:8/10
  • alimentatierecht 1:392
  • curatele / onderbewindstelling 1:379 / 1:432 lid 1 / 1:451 lid 1
  • schadevergoedingsrecht 6:106 lid 1
  • getuigenis in burgerlijk procesrecht 165 / 177 Rv
  • getuigenis in strafprocesrecht art. 217 en 219 Sv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De wetgever geeft met de term familierechtelijke betrekking aan dat er in juridische zin sprake is van

A

bloedverwantschap, art. 1:197

Dit valt vaak samen met biologische bloedverwantschap , maar dat hoeft niet, adoptie art. 1:229

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

man en vrouw niet gehuwd, man verwekt bij de vrouw:

A

kind juridisch en biologisch bloedverwant van de vrouw, alleen bio- logisch bloedverwant van de man. Juridisch bloedverwant van de man na erkenning of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Tussen vrouw en familie van de man bestaat dan echter geen verwantschap (art. 1:3 lid 2 BW). Tussen kind en familie vader bestaat wel verwantschap (art. 1:3 jo. 1:197 jo. 1:198 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een draagmoeder is juridisch bloedverwant (art. 1:198 BW).

A

Als genetisch materiaal van wensmoeder afkomstig is deze al- leen biologisch bloedverwant; pas na adoptie is wensmoeder tevens juridisch bloedverwant en eindigt het juridisch bloed- verwantschap van de draagmoeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De graad van de bloedverwantschap wordt bepaald door

A

het aantal geboorten die de bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Erkenning, gerechtelijke vaststelling van vaderschap en adoptie tellen mee (art. 1:3 lid 1, art. 1:203-208 en 227-232 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ouders:

A

bloedverwant in de eerste graad in de rechte lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ouders:

A

bloedverwant in de eerste graad in de rechte lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zus

A

bloedverwant in de tweede graad in de zijlijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

neef (volle neven):

A

bloedverwant in de vierde graad in de zijlijn

17
Q

oom:

A

bloedverwant in de derde graad in de zijlijn

18
Q

oom:

A

bloedverwant in de derde graad in de zijlijn

19
Q

Ascendenten:

A

bloedverwanten in de rechte opgaande lijn.

20
Q

Zijverwanten:

A

bloedverwanten in de zijlijn.

21
Q

Zijverwanten:

A

bloedverwanten in de zijlijn.

22
Q

Aanverwantschap ontstaat door

A

een huwelijk of geregistreerd partnerschap (art. 1:3 lid 2 BW).

23
Q

vb aanverwantschap schoonouders:

A

aanverwant in de eerste graad in de rechte lijn.

24
Q

Door ontbinding van het huwelijk wordt de aanverwantschap niet opgeheven, art –

A

(art. 1:3 lid 3 BW, letterlijk). Is niet met zoveel woorden geregeld voor geregistreerd partnerschap, waarschijnlijk wel de bedoeling (reparatiewet).

25
Q

Door ontbinding van het huwelijk wordt de aanverwantschap niet opgeheven, art –

A

(art. 1:3 lid 3 BW, letterlijk). Is niet met zoveel woorden geregeld voor geregistreerd partnerschap, waarschijnlijk wel de bedoeling (reparatiewet).