2 _ Spijsverteringsstelsel Flashcards

1
Q

Begrip :

Anabolisme

A

De opbouw van grotere moleculen uit kleinere, eenvoudige componenten
Dit proces kost energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrip :

Katabolisme

A

Het afbraakproces van grote, gecompliceerde moleculen naar kleinere, eenvoudige componenten Bij dit proces gaat er energie vrijkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de algemene functie :

  • Spijsverteringsstelsel
  • Circulatiestelsel
A

Spijsverteringsstelsel :
Het beschikbaar stellen aan het circulatiestelsel van substraten (energiebronnen en bouwstoffen)

Circulatiestelsel :
Substraten overdragen aan de actieve weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van het gastro - intestinaal stelsel ?

A
  • Opname van voedsel
  • Mechanische afbraak van het voedsel in kleinere delen (kauwen)
  • Transport van het voedsel door het spijsverteringskanaal ( slikken & peristaltiek)
  • Ontleding van het voedsel door enzymen tot substraten (vertering)
  • Uitscheiding van de resten van de voedselafbraak (ontlasting)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de mucosa van de darmen ?

A

Een slijmvlieslaag die grenst aan het lumen van het spijsverteringskanaal

Deze bevat

  • Slijm producerende cellen
  • Kliercellen en/of afvoerbuizen

Functie

  • Transportmiddel voor voedsel
  • Bescherming tegen chemische inwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de muscularis mucosae van de darmen ?

A

Dit is een glad spierweefsel dat terug te vinden is in de darmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de submucosa van de darmen ?

A

Een bindweefsellaag rond de mucosa, onder de buitenste spierlaag

Deze bevat

  • Bloedvaten
  • Lymfevaten
  • Lymfatisch weefsel
  • Zenuwtakken
  • Grotere klieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit wat bestaat de muscularis of spierlaag van de darmen ?

A
  • Circulaire spierlaag

- Longitudinale spierlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de serosa van de maag - darmstelsel ?

A

Dit is het viscerale blad van peritoneum

Deze ligt steeds op het basaal membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

J / F

De serosa is terug te vinden in de slokdarm

A

Fout

De serosa is hier niet terug te vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de afwijking BOS ?

A
Brachycephaal obstructief syndroom 
Complex van aandoeningen aan de voorste luchtwegen
- Vernauwde neusgaten
- Te lang en/of dik zacht gehemelte 
- Vergrote amandelen
- Afwijkende bouw van de larynx
- Te smalle luchtpijp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Begrip

Ring van Waldeyer

A

Geheel van lymfatisch weefsel op de overgang van mond naar keelholte
Deze bestaat uit
- Beide keelamandelen
- De neusamandel
- Het lymfatisch weefsel op de tongbasis
- Het lymfatisch weefsel rond de buis van Eustachius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Begrip

Vestibulum buccale

A

Ruimte tussen de binnenvlakte van wangen en kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functies van de tong

A
  • Helpen bij de opname van voedsel
  • Smaakpapillen
  • Vorming voedselbolus
  • Grooming
  • Thermoregulatie
  • Communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke rol hebben de speekselklieren in het spijsverteringsstelsel?

A
  • Verdunnen van het voedsel
  • Glijden van voedsel (geen schade aan slokdarm veroorzaken)
  • Mengen van amylase (vooral bij herbivoren en mindere maten bij omnivoren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is functie van speeksel ?

A
  • Vormen bolus
  • Rol in de thermoregulatie
  • Bij omnivoren en herbivoren helpt amylase uit speeksel met het begin van de zetmeelsplitsing
  • Reinigen muil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Begrip

Oropharynx

A

Deze holte is terug te vinden in de mond - keelholte, net achter de pharynxbogen
Gemeenschappelijke ruimte voor de ademhaling en het voedseltransport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Begrip

Amandelen

A

Geïsoleerde lymfefollikels en in bindweefsel gegroepeerde lymfefollikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Begrip

Tonsillen

A

Bundeling van subepitheliaal of submuceus reticulair bindweefsel omgeven door bindweefselkapsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt de opening voor de slokdarm in het diafragma genoemd?

A

Hiatus oesophagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Functie slokdarm

A

Transport van voedsel van keelholte naar maag door middel van peristaltiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke soorten klieren kunnen we terugvinden in de crypten van de maagwand?

A
  • Cardiaklieren
  • Fundusklieren
  • Pylorusklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe verloopt het voedsel in de magen van het rund ?

A
  1. Rumen : pens
  2. Reticulum : netmaag
  3. Omasum : boekmaag
  4. Abomasum : lebmaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke 2 vormen van vertering zijn er ?

A
  • Mechanische vertering (bv kauwen)

- Chemische vertering (bv het afbreken van voedsel door enzymen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Uit wat bestaat maagsap bij monogastrische dieren
- Maagsap - Water - Pepsine - Zoutzuur (HCl) - Gastric lipase - Intrinsieke factor
26
Welke maag is de kliermaag bij de ruminanten ?
De lebmaag
27
Uit welke delen bestaat de dunne darm ?
- Duodenum (12 - vingerige darm) - Jejunum (nuchtere darm) - Ileum (kronkeldarm)
28
Wat zijn de secreties van de dunne darm en welke functie hebben deze ?
Water - Vloeibaar maken darminhoud - Verdunnen van hyperosmotische chymen Mucus en immunoglobulines - Hechten zich vast aan intestinale mucosa - Beschermen mucosa tegen fysische agentia en bacteriën Natriumbicarbonaat - Neutraliseert sterk zure darminhoud Afschilferende darmepitheelcellen - Bevatten enzymen die helpen bij luminale vertering van koolhydraten en proteïnen Hormonen
29
Wat wordt er voornamelijk ter hoogte van het duodenum geresorbeerd ?
- Eindproducten van vertering - Vitaminen - Mineralen
30
Wat wordt er voornamelijk ter hoogte van het jejunum en ileum geresorbeerd ?
- Water - Vitamine B12 - Galzouten
31
Begrip | Caecotrofie
Heropname van uitwerpselen wegens nog veel voedingsstoffen aanwezig
32
Wat zijn de functies van de lever ?
- Suikerstofwisseling - Vetstofwisseling - Eiwitstofwisseling - Ontgifting - Stapeling - Warmteproductie - Galproductie
33
Welke onderdelen behoren allemaal tot het spijsverteringsstelsel?
1. Mondholte 2. Keelholte 3. Slokdarm 4. Maag 5. Dunne darm 6. Dikke darm 7. Rectum 8. Anus
34
Begrip | Palatum durum
Dit is het harde gedeelte van het gehemelte dat bestaat uit botweefsel
35
Begrip | Palatum molle
Dit is het zachte gehemelte dat voornamelijk bestaat uit spierweefsel, 2 plooien lopen naar beneden, naar de mondholtebodem en vormen de pharynxbogen.
36
Wat zijn de functies van de mondholte ?
- Opname van voedsel - Door masticatie (kauwen) boli vormen - Het verweken van het voedsel met behulp van slijm en speeksel (vergemakkelijkt slikken) Bij omnivoren & herbivoren : Start afbraak koolhydraten - Secretie van speekselenzymen : amylase (gaat koolhydraten afbreken) - Langdurig kauwen
37
Welk soort epitheel kunnen we aan de binnenzijde van de mondholte terugvinden?
Meerlagig niet - verhoornd plaveiselepitheel.
38
Begrip | Angulus oris
Mondspleet
39
J / F | Kleine ruminantia hebben een mediane groef in de labium mandibulare
FOUT | Kleine ruminantia hebben inderdaad een mediane groef, maar deze bevind zich in de labium maxilare.
40
Welk epitheel kunnen we terugvinden op de tong?
Meerlagig plaveiselepitheel
41
Uit welke spieren zijn de tongspieren opgebouwd?
Extralinguale tongspieren deze staan in verbinding met het skelet. Intralinguale tongspieren deze spieren doorkruisen tong in 3 richtingen en zijn niet verbonden met skelet.
42
Begrip | Lingua
Tong
43
Wat doet het frenulum linguae
Dit is het verbindstuk dat het midden van de tong met de binnenzijde van de onderkaak zal verbinden.
44
Begrip | Tandpulpa
Hiermee is de tandholte en het wortelkanaal gevuld. | Het bestaat uit losmazig bindweefsel met bloedvaatjes en zenuwtakjes.
45
Hoe worden de bloedvaten in de tanden onderhouden?
Door gebitselementen
46
Aan welk kristal ontleent het tandglazuur zijn hardheid? | Geef hier ook wat extra uitleg over
Calciumapatiet Dit kristal is zeer gevoelig voor zuren die erop kunnen inwerken (deze zijn afkomstig van bacteriën in de mondflora). Mocht het zuur zodanig veel inwerken, kunnen er barsten in het tandglazuur komen waardoor het onderliggende tandbeen kan aangetast worden.
47
Wat is het tandformule van het melkgebit van een hond?
I : 3/3 C : 1/1 PM : 3/3 Totaal : 28 tanden
48
Wat is de tandformule van het volwassen gebit van een hond?
``` I : 3/3 C : 1/1 PM : 4/4 M : 2/3 Totaal : 42 Tanden ```
49
Wat is de tandformule van het melkgebit van een kat?
I : 3/3 C : 1/1 PM : 3/2 Totaal : 26 tanden
50
Wat is de tandformule van het volwassen gebit van een kat?
``` I : 3/3 C : 1/1 PM : 3/2 M : 1/1 Totaal : 30 tanden ```
51
Bespreek de 3 grote speekselklieren
De glandula parotis - Tussen oorbasis en mandibulaire speekselklier - Vult ruimte tussen mandibula en de atlasvleugel - Goed te palperen - Via ductus parotideus door de wang in vestibulum buccale Glandula sublingualis - Aan binnenzijde mandibula - Langwerpige, platte massa langs zijkanten tong - 20 tal kleine afvoergangen welke in mondbodem uitkomen Glandula mandibularis - Caudaal van het kaakgewricht onder glandula parotis - Op palpatie niet verwarren met lymfeklier
52
Wat is de rol van de kleine speekselklieren
Deze hebben als taak het lokale slijmvlies vochtig te houden.
53
Wat is de rol van de grote speekselklieren
De grote speekselklieren spelen een belangrijke rol in het spijsverteringsstelsel.
54
J / F | Er is een grotere mucusproductie bij indien een individu droog voedsel opneemt.
FOUT Er is een vergrote mucusproductie indien er moeilijk te verkleinen voedsel wordt opgenomen. Er is een productie van meer waterrijk speeksel indien er droog voedsel wordt opgenomen.
55
Begrip | Ptyaline
Of speekselamylase - Optimaal functioneren bij pH = 7 - Gaat de start van de zetmeelsplitsing starten in de mondholte bij herbivoren / omnivoren.
56
``` Speeksel bevat veel ...... wat als tandsteen tegen de tanden wordt afgezet A. Kalk B. Bacteriën C. voedselresten D. Natrium ```
A. Kalk
57
Hoe noemt de ziekte waarbij er sprake is van : - Teruggetrokken tandvlees - Cement van de wortel is zichtbaar - Ernstige gingivitis - Veel tandsteen
Paradontitis
58
Bespreek de pharynx, uit welke delen is deze opgebouwd?
De pharynx is een buisvormige ruimte achter de neusholte, opgehangen aan de onderkant van de schedel. De pharynx bestaat uit 3 delen : nasopharynx, oropharynx & Laryngopharynx Nasopharynx : Neus - keelholte - Dit gedeelte ligt achter de neusholte - We vinden hier de neusamandelen en ring van Waldeyer terug - Aan weerszijden een uitmonding van de buis van Eustachius die naar het middenoor leidt - Staat in voor de ademhaling Oropharynx : Mond - keelholte - Deze ligt achter de pharynxbogen - Dit is een gemeenschappelijke ruimte voor de ademhaling en voedseltransport Laryngopharynx : Strottenhoofd - keelholte - Hier vindt de splitsing voor de ademhaling en het voedseltransport plaats
59
Tussen welke 2 structuren bevindt het halsdeel van de oesophagus zich?
Tussen de musculus longus colli en de trachea
60
Waar bevindt het buikdeel van de oesophagus zich?
Dit deel is zeer kort en bevindt zich tussen 2 bladen van het ligamentum gastrophrenicum.
61
De wand van de oesophagus heeft dezelfde lagen als A. De mondholte B. De lippen C. De tong D. Algemene opbouw spijsverteringsstelsel
D. Algemene opbouw spijsverteringsstelsel
62
Bespreek de verschillende structuren die we in de oesophagus kunnen terugvinden
De sluitspier of bovenste sfincter - Bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel - Voorkomt dat er lucht aangezogen wordt in de keelholte De Adempomp - Zorgt voor onderdruk rondom de slokdarm De onderste sfincter - Voorkomt reflux
63
Welke cellagen zijn er terug te vinden in de oesophagus? Bespreek deze ook een beetje.
Mucosa : meerlagig plaveisel epitheel, veel slijmklieren | Submucosa : weinig ontwikkeld
64
J / F | In de slokdarm wordt er ook nog amylase geproduceerd.
FOUT | In de slokdarm is er geen productie van enzymen.
65
J / F | Er is geen resorptie van voedingsstoffen in de slokdarm
JUIST
66
Hoe noemen we het transport dat in de slokdarm gebeurd om het voedsel naar de maag te brengen?
Peristaltiek
67
Wat is de rol van de dunne darm.
Hierin vindt de eindvertering van de chymus plaats met behulp van darmsap, pancreassap en gal. Daarnaast vindt hier ook de resorptie van de substraten plaats.
68
Naar waar wordt het veneuze bloed van de dunne darm getransporteerd?
Dit wordt via de venae portae naar de lever getransporteerd.
69
Hoe is de oppervlaktevergroting mogelijk bij de dunne darm?
- Er zijn circulaire plooien in de submucosa | - Het darmoppervlak is bekleed met villi, deze villi zijn dan nog is bekleed met microvilli
70
Welk soort epitheel kunnen we in de dunne darm terugvinden?
1 - lagig cilindrisch epitheel
71
Wat is de rol van de slijm producerende cellen?
Deze produceren slijm dat de mucosa moet beschermen en een soort glijmiddel is voor de chymus te laten voortbewegen.
72
Hoe wordt de gemeenschappelijke uitmonding van de pancreas en de galbuis genoemd?
Papilla duodeni major
73
Hoe wordt de afvoerbuis van de pancreas genoemd?
ductus pancreaticus
74
Hoe wordt de afvoerbuis van de galblaas genoemd?
Ductus choledochus
75
Wat vinden we in de instulpingen tussen de villi van de mucosa? Leg ook uit wat hier gebeurd.
Hier vinden we de crypten van Lieberkühn. Hier vindt een intensieve mitose van de epitheel waardoor de pasgevormde cellen de overige cellen richting de villustoppen duwen.
76
Welke stoffen produceren de Brunnerse klieren? Wat doen deze stoffen en waar vinden we deze klieren terug?
Deze klieren vinden we terug in de submucosa van het duodenum. Ze produceren NaHCO3 en slijm, deze gaan de duodenumwand beschermen tegen de zure chymus.
77
Welke stoffen gaat de duodenale mucosa produceren?
- Secretine - Prosecretine - Cholecystokinine - Pancreozymine
78
Waar kunnen we de darmsapklieren terugvinden?
Deze worden gevormd door de kliercellen die rond de crypten van Lieberkühn liggen.
79
Uit welke stof bestaat darmsap voornamelijk?
H2O
80
Hoe worden de ophopingen van lymfatisch weefsel in het ileum genoemd? Wat is de rol van dit lymfatisch weefsel?
Peyerse platen | Ze zijn belangrijk voor de afweer.
81
Waarom vind er peristaltiek in de dunne darmwand plaats?
- Herverdelen in nieuwe porties - Betere resorptie van subsatanties - Verplaatsing van onverteerbare / onverteerde voedselresten naar dikke darm
82
Wat is peristaltiek?
Dit is een proces van kneden dat plaatsvindt in de dunne darm.
83
J / F | Alle verteerbare voedingsstoffen worden steeds door het lichaam opgenomen.
FOUT | De dunne darm gaat nooit alles (kunnen) opnemen. Het is ook afhankelijk van wat het lichaam nodig heeft.
84
Wat is het doel van de secreties die vrijkomen in de dunne darm?
- Verdunnen darminhoud - Neutraliseren zuurtegraad - Beschermen darmmucosa
85
Welke verschillende secreties kunnen we allemaal terugvinden in de dunne darm?
- H2O - Immunoglobulines (Ig’s) - Natriumbicarbonaat - Afschilferende darmcellen (+ saccharidasen) - Hormonen
86
In de dunne darm worden heel wat van de secreties opnieuw geresorbeerd. A. Fout, deze worden niet geresorbeerd B. Een 30 % van de secreties worden geresorbeerd C. Enkel Water en mineralen worden geresorbeerd D. 99 % van de secreties worden geresorbeerd
D. 99 % van de secreties worden geresorbeerd
87
Er vind heel wat resorptie plaats in de dunne darm, waar vind welke resorptie plaats en welke stoffen worden er geresorbeerd?
Duodenum - Voedingsstoffen - Vitaminen - Mineralen (calcium/ ijzer) Jejunum & ileum - Water - Vitamine B12 - Galzouten
88
Hoe wordt water en elektrolyten in de dunne darm geabsorbeerd?
Actief proces : Intra - transcellulair | Passief proces : Extra – , inter – of paracellulair
89
Welke vitamine is belangrijk voor de opname van calcium
Vitamine D
90
Waar zorgen fibreuze voedingsvezels voor?
Deze koolhydraten zijn niet verteerbaar en blijven intact. - Dit zorgt ervoor dat het voedsel sneller door de darm zal migreren - Daalt de vertering van niet - fibreuze koolhydraten
91
Wat zijn de verschillende hormonen van het gastro - intestinum?
Gastrine, Secretine & Cholecystokinine – pancreozymine (CCK - PZ)
92
Waar wordt gastrine vooral geproduceerd?
Productie in pylorusstreek van de maag, ter hoogte van duodenum en begin jejunum
93
Wat is de functie van gastrine?
In de maag - Activatie maagsecretie - Activatie secretie histamine - Verhoging : Maagwandmotiliteit, Bloeddebiet & Synthese proteïnen in de maagwand - Bevorderd ontwikkeling van de maagwand bij jonge dieren - Contractie van de slokdarmsfincter In de dunne darm en spijsverteringsklieren - Verhoogde secretie pancreassap, gal & darmsap - Verhoogde uitscheiding gal (Contracties galblaas + Relaxaties galblaassfincter) - Bevordert relaxatie ileocecale klep - Inhibeert absorptie van water & elektrolyten - Activeert synthese van insuline
94
Wat is de functie van secretine?
- Verhoging secretie pancreassap (door verhoging doorbloeding) - Remming maagwandvertering (vermindering maagsapsecretie & vertraging maaglediging) - Remming voormaagcontracties bij herkauwers - Vermindering reabsorptie van water door galblaas - Verhoging van de bloedcirculatie ter hoogte van het darmstelsel - Vermindering darmwandmotiliteit - Verhoogde secretie : insuline en gastrine - Verminderde secretie glucagon - Verhoging hartdebiet
95
Waar wordt secretine vooral geproduceerd?
In de duodenum
96
Waar wordt Cholecystokinine – pancreozymine (CCK – PZ) vooral geproduceerd?
Vooral productie in de kliercellen van de duodenum
97
Wat is de functie van Cholecystokinine – pancreozymine (CCK – PZ)
- Stimulatie maagsecretie - Stimulatie van pancreassecretie, galsecretie & darmsapsecretie - Verhoogde bloedcirculatie - Verminderde absorptie van water en elektrolyten - Verhoogde secretie van insuline & glucagon - Ter hoogte van hypothalamus : fungeert als neurotransmitter bij remming van voederopnameniveau
98
Waardoor wordt speeksel gestimuleerd?
- Vlak voor en tijdens het eten (vergemakkelijken slik - kauw proces) - Voor splitsen van koolhydraten : amylase - Voor splitsen van vetten : lipase - Herkauwers produceren continu speeksel : geschikt vloeibaar milieu voor fermentatie + buffers
99
Wat is de samenstelling van speeksel?
Water & een kleine hoeveelheden elektrolyten
100
Wat is er zo speciaal aan de samenstelling van speeksel bij herkauwers?
Tijdens de voederopname zal het speeksel rijk zijn aan bicarbonaat. Wanneer er geen stimulans is om speeksel aan te maken is het rijk aan fosfaat en arm aan bicarbonaat. Verder is er in speeksel van herkauwers ook ureum aanwezig.
101
Wat is de functie van pancreassap?
- Neutraliseren maagvocht - Verteringsenzymen - paard + varken : Buffervloeistof + fermentatiemedium
102
Wat is de samenstelling van pancreassap?
- Elektrolyten : Na, Mg, K, Ca - Enzymen : Amylase, lipase - Pro – enzymen : Procarboxypolypeptidase, trypsinogeen, chymotrypsinogeen
103
``` Welk dier produceert het meeste pancreassap? A. Koe B. Varken C. Paard D. Schaap ```
C. Paard
104
Hoe verloopt de controle van de pancreas? Leg de stappen ook wat uit
1. Cefale fase - Voer wordt waargenomen - Gaat enzymrijk sap aanmaken - Synthese van nieuwe enzymen 2. Gastrische fase - Stap die aanbreekt door de distentie van de maag - Zorgt voor verhoogde productie enzymen - Bicarbonaatproductie en volume pancreassap blijven eerder ongewijzigd 3. Intestinale fase - Gestart door aankomst van zure chymen - Secretie van pancreasenzymen & bicarbonaat
105
Bespreek kort het endocriene deel van de pancreas.
Het endocriene deel bevindt zich in de eilandjes van Langerhans Glucagon : door α – cellen - Afbraak van glycogeen stimuleren - Stijging van glucose, vetzuren en glycerol in bloedspiegel Insuline : door β – cellen - Stimuleert opbouw glycogeen - Inhibeert glycogeenafbraak
106
Bespreek de vorming van gal
Primaire gal wordt geproduceerd door hepatocyten. Deze maken de primaire gal aan. Deze zal nog wel wijzigingen ondergaan terwijl hij getransporteerd wordt.
107
Is er een verschil in de excretie van gal bij monogastrische dieren en herkauwers?
Galexcretie is intermitterend monogastrische huisdieren | Continu bij herkauwers
108
``` Welk dier heeft geen galblaas A. Paard B. Koe D. Schaap C. Kat ```
A. Paard
109
Wat is de samenstelling + pH van gal?
- Isotoon - ± 96 % water - Galzouten - Galpigmenten - Cholesterol - pH 7,4 à 8
110
Wat is de functie van de gal(blaas)?
- Opslaan en concentreren gal - Gal mengen met chymen : bicarbonaat toevoegen aan zure darminhoud - Gal vormt mee micellen : Absorptie mono – en diglyceriden - Bacteriostatische werking
111
Wat zijn de 3 delen waaruit de dikke darm is opgebouwd ?
Caecum, colon & rectum
112
Wat is de functie van de dikke darm ?
Het omvormen van spijsverteringsresten tot faeces
113
Wat zijn de verschillende delen van het colon?
- Colon ascendens : opstijgend deel - Colon transversum : over dunne darm, onder maag naar links tot aan de milt - Colon descendens : caudaalwaarts tot in het bekken - Colon sigmoideum : via S – bocht naar midden van het bekken - Colon rectalis : rectum of endeldarm, eindigt ter hoogte van anus
114
Is er een scheiding tussen de dunne en de dikke darm?
Deze scheiding is gevormd door de ileocolische sfincter. - Regelt passage van de darminhoud - verhinderd retrograde terugvloei
115
Uit welke cellen bestaat het epitheel van het grootste deel van de dikke darm?
- Absorptiecellen : met microvilli | - Slijmbekercellen
116
J / F | Er is enkel een oppervlaktevergroting te zien in de dunne darm, niet in de dikke darm.
FOUT | Er is ook een oppervlaktevergroting in de dikke darm.
117
Welke soort spierlaag kunnen we terugvinden in de dikke darm?
Circulaire en longitudinale spierlaag.
118
Welke sfincter kunnen we in het anaalkanaal terugvinden?
- Een inwendige anaalsfincter : circulaire spierlaag | - Een uitwendige anaalsfincter : dwarsgestreept spierweefsel
119
Waarvoor dient de microflora van de dikke darm bij herbivoren?
Vertering van cellulose
120
Koolhydraten en eiwitten worden in de dikke darm omgezet tot?
Vluchtige vetzuren & ammoniak
121
Welke stoffen worden er vooral geresorbeerd in de dikke darm?
H2O, elektrolyten, melkzuur, vluchtige vetzuren
122
De dikke darm van het paard is zeer belangrijk. Waarom? En wat gebeurd er al er daar iets mis loopt
Het cecum van het paard heeft een zeer groot absorptie vermogen en is dus belangrijk om de nodige voedingsstoffen op de nemen. Nu dit systeem is zeer fragiel, mocht hier iets mislopen kunnen er functionele stoornissen optreden die koliek kunnen veroorzaken.
123
Wat bedoeld men met Azotemie?
Dit wijst naar een stijging van creatine en ureum in het bloed wat wijst op nierfalen
124
Wat is de samenstelling van faeces ?
- Water - Slijm - Zouten - Galkleurstoffen - Onverteerbare en onverteerde voedselresten - Bacteriën - Afgestoten darmwandcellen
125
Welke stof zorgt voor de donkerbruine kleur van faeces?
Galkleurstoffen
126
Hoe wordt de reflex voor de toename in activiteit van de colon bij de aankomst van voeder in de maag genoemd?
Gastrocolische reflex
127
Wat is flatus?
Het laten vrijkomen van darmgassen. | Deze bestaan uit stikstof, koolstofdioxide, methaan en stikstofhoudende gassen
128
Wat is de oorzaak voor een geelbruine lever?
Dit is een gevolg van leververvetting
129
Door welk kapsel is de lever omgeven?
Kapsel van Gibson
130
Met behulp van welk ligament is de lever verbonden met het diafragma?
Ligamentum falciforme
131
Wat is het ligamentum teres
Overblijfsel van vena umbilicalis die tijdens embryonale leven O2 bloed van lever naar vena cava caudalis en naar het hart.
132
Hoe wordt de afvoerbuis van de lever genoemd?
ductus hepaticus
133
Waarvoor speelt de lever een belangrijke rol?
Bloedsamenstelling
134
Hoe wordt de interlobulaire genoemd die we in de lever terugvinden?
Driehoekjes van Kiernan
135
Waar vinden we de cellen van Kupfer terug ? Welke eigenschappen hebben deze?
We vinden deze terug in de lever, ze hebben een sterk fagocyterend vermogen.
136
Welke 3 bloedvaten vinden we terug bij de lever, wat is hun rol?
- Vena portae : aanvoer van substraten - Arteria hepatica : aanvoer van zuurstof - Vena cava caudalis : afvoer van het bloed uit de lever
137
Waar verzamelen de galcapillairen zich in?
ductus hepaticus dexter & sinister
138
Hoe noemt het afvoerkanaal dat het gal uit de galblaas vervoerd?
Ductus cysticus
139
Hoe noemt het afvoerkanaal dat gal naar het duodenum vervoerd?
Ductus choledochus