1C2-week1- HC.4 Stress en ondervoeding Flashcards

1
Q

wat is intermediaire metabolisme?

A
  • stofwisseling die betrokken is bij opslag en aanmaak van energie uit de energievoorraden
  • en alle betrokken cellulaire processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is vlak na de maaltijd de grootste bron van brandstof?

A

het voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe heet de toestand waarin je bent net na de maaltijd?

A

storage mode/ anabole toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurd er met je lean body mass in storage mode?

A

neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe heet de toestand waarin je bent een paar uur na de maaltijd?

A

katabole toestand/ production mode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zet de storage mode aan?

A

insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet insuline?

A
  • stimulatie glucose opname in de cellen. (lipogenese, eiwitsynthese, GLUT4 etc.)
  • behoud en onderhoud van de lean body mass en vetweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zet de production mode aan?

A

voornamelijk glucagon, maar ook (nor)adrenaline, cortisol, en groeihormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen deze hormonen?

A

tegenovergestelde werking van insuline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn stresshormonen?

A

cortisol en catecholaminen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uit welke twee lagen bestaat de bijnier?

A
  • cortex

- medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat maakt de cortex?

A

van buiten naar binnen 3 lagen:

  1. mineralocorticoïden; aldosteron
  2. glucocorticoïden; cortisol
  3. sex hormonen; testosteron
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat maakt de medulla?

A

catecholaminen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verloopt de productie van cortisol?

A
  • gecontroleerd door ACTH vanuit de hypothalamus-> met negatieve feedback werking.
  • cortisol heeft een dag en nacht ritme bij goed werkende hypofyse-bijnier as.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer is het cortisol gehalte het hoogst? en wanner het laagst?

A

rond 8 uur ‘s ochtends het hoogst

12 uur ‘s nachts het laagst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat doet cortisol?

A

cortisol is een glucocorticoïd.

  • in spier: afbraak van eiwit tot aminozuren
  • in vet: afbraak van TG tot glycerol

aminozuren en glycerol zijn de bouwstenen van de gluconeogenese.

17
Q

wat gebeurd er door een stressprikkel?

A

de stressprikkel zorgt voor stimulatie van het sympatische zenuwstelsel. deze zorgt weer voor de afgifte van (nor)adrenaline.

18
Q

wat is de werking van (nor)adrenaline nadat het aan het bloed is afgegeven?

A

in de lever:

  • de werking van insuline tegenwerken, waardoor de glucosespiegel stijgt.
  • glycogeen wordt vrijgemaakt, glucose spiegel stijgt.

in vet:
- vetweefsel wordt afgebroken, gluconeogenese! waardoor glucosespiegel stijgt.

19
Q

wat voor effect heeft stress op de homeostase?

A

door stress dreigt de homeostase verstoord te worden.

20
Q

wat zijn voorbeelden van stress?

A
  • verwonding
  • infectie
  • shock
21
Q

wat doet het lichaam om tegen deze stress te vechten?

A

stresshormonen (adrenaline en cortisol) komen vrij zodat extra energie vrijkomt om de lichamelijke stress tegen te gaan.

fight or flight reactie

22
Q

wat zijn twee mogelijke vervolg stappen na deze fight op flight reactie op de stress?

A
  1. stress elimineren/genezen: lichaam terug naar hemostase door afname van stresshormonen
  2. chronische stress: dagenlang in katabole toestand-> energievoorraden raken op waardoor herstel moeilijker wordt -> uiteindelijk overlijden
23
Q

wat gebeurd er met je lichaam bij langdurig vasten (hongerstaking)?

A

langdurig vasten is een stress-uitlokkende factor waardoor stresshormonen de overhand hebben in deze situatie.

na een aantal dagen komt de gluconeogenese op gang en de ketogenese wordt een steeds belangrijkere energiebron met de tijd.