18e Eeuw: Rococo en Neoclassicisme Flashcards

1
Q

Wat is rocaille en hoe werd het gebruikt in de rococo-kunst?

A

Rocaille zijn schelpachtige, asymmetrische ornamenten die kenmerkend zijn voor de rococostijl. Ze werden gebruikt in architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst om ruimtes te decoreren en een elegante, speelse sfeer te creëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem twee belangrijke kenmerken van de rococoschilderkunst.

A

De rococoschilderkunst toont lichte, niet-spannende taferelen, vaak met een licht erotische ondertoon. De figuren zijn vaak ontspannen en elegant afgebeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de stijl van Jacques-Louis David en noem een belangrijk neoclassicistisch werk van hem.

A

Jacques-Louis David’s stijl is gekenmerkt door heldere composities, strakke lijnen en een nadruk op moraliteit en heldendom. Een belangrijk neoclassicistisch werk is “De Eed van de Horatii”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom ontstond er in de tweede helft van de 18e eeuw hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid?

A

De hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid was deels te danken aan de opgravingen van steden als Pompeii en Herculaneum. Daarnaast paste de klassieke oudheid goed bij de Verlichtingsidealen van moraliteit, rationaliteit en integriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het ideaal van de Verlichtingskunst en hoe verschilt dit van de rococo?

A

Het ideaal van de Verlichtingskunst is het overbrengen van een morele boodschap. De Klassieke Oudheid werd gezien als een periode van zuiverheid en stond in contrast met de decadente rococo. De nadruk lag op rationaliteit, moraliteit en eenvoud in plaats van decoratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de ‘Grand Tour’ en wat was de invloed ervan op de kunst in de 18e eeuw?

A

De ‘Grand Tour’ was een reis door Europa, vooral Italië en Griekenland, die rijke jonge Europeanen in de 18e eeuw ondernamen. Deze reizen stimuleerden de belangstelling voor de Klassieke Oudheid en droegen bij aan de opkomst van het neoclassicisme. De kunstenaars en architecten die de ‘Grand Tour’ maakten, werden geïnspireerd door de monumenten en kunstwerken die ze zagen, en pasten deze elementen toe in hun eigen werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem twee belangrijke kenmerken van het neoclassicisme in de schilderkunst.

A

Het neoclassicisme in de schilderkunst keert terug naar de esthetiek van de Klassieke Oudheid. Schilderijen bevatten klassieke elementen zoals Dorische zuilen, figuren in Romeinse kleding en en-profiel portretten, geïnspireerd op Romeinse munten. De composities zijn vaak evenwichtig en statig, met een nadruk op helderheid en orde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke rol speelde de archeologie in de opkomst van het Neoclassicisme?

A

Archeologische opgravingen in Herculaneum en Pompeii en studies van de Acropolis, Paestum en Palmyra wakkerden de interesse in de klassieke oudheid aan. Deze ontdekkingen leverden nieuwe inzichten in de kunst en architectuur van de Grieken en Romeinen, die Neoclassicistische kunstenaars inspireerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke rol speelde de Verlichting in de ontwikkeling van het Neoclassicisme?

A

De Verlichting benadrukte de rede en het rationalisme. Neoclassicistische kunstenaars omarmden deze idealen en zagen de klassieke oudheid als een voorbeeld van morele en politieke deugd. Ze geloofden dat kunst een morele boodschap moest overbrengen en een positieve invloed op de samenleving kon hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verschilde de esthetiek van het Neoclassicisme van die van de Rococo?

A

In tegenstelling tot de overdadige decoratie en frivole onderwerpen van de Rococo, streefde het Neoclassicisme naar eenvoud en ernst. Neoclassicistische kunstenaars verwierpen de asymmetrie en grillige vormen van de Rococo ten gunste van klassieke proporties en heldere composities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verschilde de benadering van kleur in de Romantiek van die in het Neoclassicisme?

A

Romantici als Delacroix omarmden kleur als een expressief middel, terwijl Neoclassicisten kleur vaak ondergeschikt maakten aan de lijn en vorm. Delacroix geloofde dat “de lijn niets anders is dan kleur”, terwijl Ingres, een belangrijke Neoclassicist, beweerde dat “kleur een utopie is. Lang leve de lijn!”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de twee quotes die gezegd worden of de Romantiek en het Neoclassisme?

A

Romantiek: ‘de lijn is niet anders dan een kleur.’
Neoclassisme: ‘kleur is een utopie. Lang leve de lijn!’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rol speelde de Verlichting in de ontwikkeling van het Franse neoclassicisme?

A

De Verlichting, met zijn nadruk op rationaliteit en de kracht van de menselijke rede, vormde een belangrijke voedingsbodem voor het neoclassicisme. Verlichtingsdenkers zagen de Klassieke Oudheid als een tijdperk van intellectuele en morele vooruitgang, en zij geloofden dat de kunst een belangrijke rol kon spelen in de opvoeding van de mens tot verantwoordelijke burgers. Het neoclassicisme voldeed aan deze eisen door kunstwerken te creëren die deugdzame daden en morele lessen uitbeeldden, en die de toeschouwer aanspoorden tot reflectie en zelfverbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het Franse neoclassicisme?

A

Het Franse neoclassicisme, dat opkwam in de tweede helft van de 18e eeuw, kenmerkt zich door een hernieuwde belangstelling voor de Klassieke Oudheid. De kunstenaars zagen de Klassieke Oudheid als een periode van morele zuiverheid en rationaliteit, een ideaal dat zij wilden herstellen in hun eigen tijd, die zij als decadent ervoeren.

Dit ideaal kwam tot uiting in kunstwerken met onderwerpen uit de Griekse en Romeinse mythologie en geschiedenis, met een nadruk op heldendom, offerbereidheid en morele boodschappen. De stijl is geïnspireerd op de klassieke voorbeelden, met een voorkeur voor evenwichtige composities, heldere lijnen, en ingetogen emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly