16-21 L T Flashcards
1
Q
meerdere, veel
A
multi
2
Q
naam
A
nomen
3
Q
alles
A
omni
4
Q
na
A
post
5
Q
voor
A
pre/pro
6
Q
opnieuw, terug
A
re
meerdere, veel
multi
naam
nomen
alles
omni
na
post
voor
pre/pro
opnieuw, terug
re