1500-2000 Flashcards
innerlijk 1500
internally 1500
negen 1501
nine 1501
ongeluk 1502
accident 1502
uitspreken 1503
pronounce 1503
fout 1504
error 1504
moed 1505
courage 1505
advies 1506
advice 1506
rechtstreeks 1507
direct 1507
aantrekken 1508
attract 1508
sleutel 1509
key 1509
dom 1510
dom 1510
klimmen 1511
climbing 1511
typisch 1512
typical 1512
apart 1513
apart 1513
gedragen 1514
worn 1514
feitelijk 1515
actually 1515
jas 1516
1516 of them
stijl 1517
style 1517
bedrag 1518
amount 1518
top 1519
top 1519
slikken 1520
swallow 1520
traditie 1521
tradition 1521
koffer 1522
suitcase 1522
leunen 1523
lean 1523
aanbrengen 1524
apply 1524
afscheid 1525
farewell 1525
elders 1526
elders 1526
vereniging 1527
association 1527
motor 1528
motor 1528
geweldig 1529
great 1529
heet 1530
is called 1530
instantie 1531
instance 1531
psychologisch 1532
psychological 1532
termijn 1533
term 1533
trots 1534
despite 1534
behulp 1535
using 1535
verwijderen 1536
delete 1536
computer 1537
computer 1537
paragraaf 1538
paragraph 1538
generatie 1539
generation 1539
weggaan 1540
leave 1540
bodem 1541
bottom 1541
student 1542
student 1542
woning 1543
house 1543
meemaken 1544
experience 1544
zuiden 1545
south 1545
betrokken 1546
involved 1546
relatief 1547
relatively 1547
hout 1548
wood 1548
categorie 1549
categories 1549
overeenkomst 1550
agreement 1550
zoet 1551
sweet 1551
fiets 1552
bicycle 1552
kalm 1553
calm 1553
volstrekt 1554
absolutely 1554
eindigen 1555
end 1555
wolk 1556
wolk 1556
scheiden 1557
divorce 1557
vestigen 1558
settle 1558
bezoeken 1559
visits 1559
beschikbaar 1560
available 1560
voorzitter 1561
chairman 1561
goederen 1562
goods 1562
mager 1563
meager 1563
voorstelling 1564
performance 1564
stemmen 1565
votes 1565
uitgesproken 1566
pronounced 1566
beschrijving 1567
description 1567
formuleren 1568
formulate 1568
instrument 1569
instrument 1569
klas 1570
class 1570
vermoorden 1571
murdered 1571
werknemer 1572
employee 1572
bevrijden 1573
liberated 1573
combinatie 1574
combination 1574
milieu 1575
mid 1575
schikken 1576
arrange 1576
wrijven 1577
rub 1577
kast 1578
cabinet 1578
publiceren 1579
publish 1579
klap 1580
clap 1580
tamelijk 1581
quite 1581
kenmerken 1582
features 1582
stroom 1583
current 1583
niettemin 1584
nevertheless 1584
beheersen 1585
control 1585
boord 1586
board 1586
landschap 1587
landscape 1587
winst 1588
profit 1588
knap 1589
almost 1589
straf 1590
penalty 1590
eenzaam 1591
lonely 1591
gemeenschappelijk 1592
common 1592
aanduiden 1593
indicate 1593
warmte 1594
heat 1594
definitief 1595
final 1595
nauwkeurig 1596
accurately 1596
traag 1597
slow 1597
democratie 1598
democracy 1598
ingaan 1599
enter 1599
erkennen 1600
recognize 1600
doordringen 1601
penetrate 1601
opstaan 1602
rise 1602
gebruikelijk 1603
usual 1603
verschaffen 1604
provide 1604
binden 1605
bind 1605
gestalte 1606
stature 1606
opleveren 1607
yield 1607
tijdelijk 1608
temporary 1608
tenzij 1609
unless 1609
televisie 1610
television 1610
inhouden 1611
contents 1611
boog 1612
arc 1612
chauffeur 1613
chauffeur 1613
bijdrage 1614
contribution 1614
toepassen 1615
apply 1615
ca. 1616
that. 1616
kritisch 1617
critical 1617
strelen 1618
caress 1618
o.a. 1619
o.a. 1619
veelal 1620
mostly 1620
verwerven 1621
acquire 1621
priester 1622
priest 1622
cel 1623
the 1623
cm 1624
cm 1624
overleg 1625
consultation 1625
poos 1626
pose 1626
strekken 1627
stretch 1627
duiken 1628
diving 1628
zon 1629
Sun 1629
ingewikkeld 1630
complicated 1630
organiseren 1631
organize 1631
ha 1632
has 1632
handhaven 1633
maintain 1633
patroon 1634
pattern 1634
agent 1635
agent 1635
voorts 1636
furthermore 1636
duivel 1637
devil 1637
uitgangspunt 1638
starting point 1638
betrekkelijk 1639
relatively 1639
emotie 1640
emotion 1640
orgaan 1641
organ 1641
herstellen 1642
restore 1642
geweer 1643
gun 1643
provincie 1644
province 1644
verlopen 1645
expired 1645
detail 1646
detail 1646
gesloten 1647
closed 1647
lichten 1648
lights 1648
omvatten 1649
include 1649
gisteren 1650
yesterday 1650
ontsnappen 1651
escape 1651
restaurant 1652
restaurant 1652
echtgenoot 1653
husband 1653
gezet 1654
typeset 1654
vermogen 1655
power 1655
stemming 1656
stemming 1656
vervolgen 1657
prosecute 1657
stadium 1658
stadium 1658
onvermijdelijk 1659
inevitable 1659
wild 1660
wild 1660
brand 1661
brand 1661
pijnlijk 1662
painful 1662
station 1663
station 1663
verbazing 1664
surprise 1664
uitvoering 1665
execution 1665
gordijn 1666
curtain 1666
filosofie 1667
philosophy 1667
gedeeltelijk 1668
partly 1668
plaatselijk 1669
local 1669
uitkomen 1670
hatched in 1670
klassiek 1671
classic 1671
sector 1672
sector 1672
afkomstig 1673
originating 1673
dwars 1674
cross 1674
eindeloos 1675
endlessly 1675
emotioneel 1676
emotional 1676
vasthouden 1677
hold 1677
dadelijk 1678
immediately 1678
bestuderen 1679
study 1679
moord 1680
murder 1680
symbool 1681
symbol 1681
kist 1682
chest 1682
wand 1683
wand 1683
aflopen 1684
expire 1684
goedkoop 1685
cheap 1685
ordening 1686
order 1686
verwijzen 1687
reference 1687
vernietigen 1688
destroy 1688
doorgaan 1689
continue 1689
klacht 1690
complaint 1690
September 1691
September 1691
vrouwelijk 1692
female 1692
stuur 1693
send 1693
luitenant 1694
lieutenant 1694
overwegen 1695
considering 1695
evenwicht 1696
equilibrium 1696
December 1697
December 1697
verantwoordelijk 1698
responsible 1698
passeren 1699
passing 1699
vochtig 1700
humid 1700
motief 1701
motif 1701
verstandig 1702
wise 1702
fabriek 1703
factory 1703
lijst 1704
list 1704
januari 1705
January 1705
schoonheid 1706
beauty 1706
zonde 1707
sin 1707
vergelijking 1708
equation 1708
vatten 1709
water in 1709
overkomen 1710
happened 1710
serieus 1711
seriously 1711
gezondheid 1712
health 1712
overgaan 1713
pass 1713
uiting 1714
utterance 1714
beschouwing 1715
review 1715
logisch 1716
logical 1716
juffrouw1717
miss1717
letter 1718
letter 1718
storten 1719
landfill 1719
uitmaken 1720
make up 1720
kern 1721
kern 1721
mama 1722
mama 1722
ruzie 1723
quarrel 1723
verbinding 1724
connection 1724
slaaf 1725
slave 1725
vluchten 1726
flights 1726
gevangenis 1727
prison 1727
noorden 1728
north 1728
maart 1729
March 1729
bijten 1730
bite 1730
geboorte 1731
birth 1731
aanwijzing 1732
clue 1732
ontwerpen 1733
designs 1733
besef 1734
realized 1734
vorming 1735
formation 1735
leer 1736
learning 1736
slaapkamer 1737
bedroom 1737
achteraf 1738
afterwards 1738
glanzen 1739
shine 1739
café 1740
café 1740
toegeven 1741
admit 1741
dollar 1742
dollar 1742
juli 1743
July 1743
vierde 1744
fourth 1744
kleren 1745
clothes 1745
object 1746
object 1746
makkelijk 1747
easy 1747
vermoedelijk 1748
probably 1748
liefst 1749
no less than 1749
socialistisch 1750
socialist 1750
verbaasd 1751
amazed 1751
ontwikkeld 1752
developed 1752
optreden 1753
performance 1753
deken 1754
dean 1754
Holland 1755
Holland 1755
stromen 1756
flows 1756
voorbereiden 1757
preparing 1757
kamp 1758
battle 1758
uitleggen 1759
explain 1759
verminderen 1760
reduce 1760
vreugde 1761
joy 1761
dun 1762
dun 1762
gemak 1763
convenience 1763
mijnheer 1764
sir 1764
ontkennen 1765
deny 1765
jurk 1766
dress 1766
ideaal 1767
ideal 1767
juni 1768
June 1768
melden 1769
report 1769
innemen 1770
take 1770
gewicht 1771
weight 1771
accepteren 1772
accept 1772
pastoor 1773
pastor 1773
minstens 1774
at least 1774
initiatief 1775
initiative 1775
bitter 1776
bitter 1776
helaas 1777
unfortunately 1777
stoten 1778
bumps 1778
troep 1779
troop 1779
bidden 1780
offer 1780
April 1781
April 1781
verspreiden 1782
spread 1782
zomaar 1783
just like that 1783
bepaling 1784
provision 1784
kunstenaar 1785
artist 1785
enerzijds 1786
on the one hand 1786
verbieden 1787
ban 1787
November 1788
November 1788
consequentie 1789
consequence 1789
oktober 1790
October 1790
burgemeester 1791
mayor 1791
westers 1792
western 1792
verlies 1793
loss 1793
verbeteren 1794
improve 1794
vegen 1795
road 1795
burgerlijk 1796
civil 1796
steek 1797
stitch 1797
lelijk 1798
ugly 1798
aantreffen 1799
found in 1799
tegemoet 1800
towards 1800
bezorgen 1801
delivery 1801
manieren 1802
manners 1802
jongeman 1803
young man 1803
gezamenlijk 1804
jointly 1804
hoed 1805
hat 1805
zenden 1806
send 1806
rechts 1807
right 1807
zondag 1808
Sunday 1808
huisarts 1809
general practitioner 1809
inrichting 1810
furnishings 1810
overig 1811
other 1811
tiental 1812
ten 1812
degene 1813
the one 1813
theoretisch 1814
theoretically 1814
wereldoorlog 1815
world war 1815
psycholoog 1816
psychologist 1816
bereid 1817
prepared 1817
koningin 1818
queen 1818
roze 1819
pink 1819
genezen 1820
healed 1820
tocht 1821
tour 1821
blazen 1822
blow 1822
pers 1823
pers 1823
toevoegen 1824
add 1824
eigenaar 1825
owner 1825
ontmoeting 1826
meeting 1826
mes 1827
we are 1827
verslag 1828
report 1828
onverwacht 1829
unexpectedly 1829
personeel 1830
staff 1830
vervelen 1831
bored 1831
terras 1832
lands 1832
nadenken 1833
ponder 1833
schoot 1834
shot 1834
uitvoerig 1835
comprehensively 1835
afvragen 1836
wonder 1836
gelegen 1837
located 1837
geleerd 1838
learned 1838
gezellig 1839
cozy 1839
geheugen 1840
memory 1840
klasse 1841
class of 1841
dode 1842
dead 1842
crisis 1843
crisis 1843
studeren 1844
study 1844
bedreigen 1845
threaten 1845
inzake 1846
regarding 1846
oprichten 1847
founded 1847
art. 1848
art. 1848
mr. 1849
mr. 1849
pot 1850
pot 1850
maat 1851
size 1851
papa 1852
class 1852
oefenen 1853
practice 1853
operatie 1854
operation 1854
ruiken 1855
smell 1855
poot 1856
hate 1856
vent 1857
vent 1857
simpel 1858
simple 1858
somber 1859
somber 1859
partner 1860
partner 1860
suiker 1861
sugar 1861
snelheid 1862
speed 1862
sprong 1863
jumped 1863
beperking 1864
restriction 1864
maag 1865
belly 1865
gemeen 1866
common 1866
vijftien 1867
fifteen 1867
bevelen 1868
orders 1868
rede 1869
network 1869
augustus 1870
augustus 1870
nuttig 1871
useful 1871
ofschoon 1872
although 1872
omschrijven 1873
describe 1873
schade 1874
damage 1874
verscheidene 1875
several 1875
geestelijke 1876
clergyman 1876
oosten 1877
east 1877
integendeel 1878
on the contrary 1878
literair 1879
literary 1879
beest 1880
beast 1880
kapot 1881
broken 1881
heilige 1882
saint 1882
beoordelen 1883
review 1883
bescherming 1884
protection 1884
meebrengen 1885
bring 1885
wisselen 1886
exchange 1886
noodzaak 1887
necessity 1887
lijk 1888
corpse 1888
jammer 1889
pity 1889
overnemen 1890
take over 1890
eer 1891
honor 1891
fraai 1892
beautiful 1892
plaat 1893
plate 1893
stijf 1894
stiff 1894
economie 1895
economics 1895
vertegenwoordigen 1896
represent 1896
bruin 1897
brown 1897
toekomstig 1898
future 1898
drank 1899
drank 1899
sneeuw 1900
snow 1900
kruis 1901
cross 1901
tijdschrift 1902
magazine 1902
verdelen 1903
divide 1903
automatisch 1904
automatically 1904
doos 1905
box 1905
opdat 1906
so that 1906
verdieping 1907
floor 1907
aantrekkelijk 1908
attractive 1908
rukken 1909
snatch 1909
ie 1910
ie 1910
project 1911
project 1911
buitengewoon 1912
extraordinary 1912
opvoeding 1913
education 1913
tikken 1914
tap 1914
overweging 1915
recital 1915
tegenstander 1916
opponent 1916
degelijk 1917
solid 1917
hut 1918
hut 1918
vrucht 1919
fruit 1919
zozeer 1920
so much 1920
communicatie 1921
communications 1921