1.3 Flashcards
belastingtarief
Het percentage belasting dat wordt opgelegd aan een individu, onderneming of instelling.
buitenlandse investering
Kapitaal dat wordt ingezet om in andere landen te investeren in bijvoorbeeld fabrieken, kantoren, infrastructuur of ondernemingen. Heet ook wel foreign direct investment (FDI).
de-industrialisatie
Afname van de productie en de werkgelegenheid in de industrie.
foreign direct investment (FDI)
Kapitaal dat wordt ingezet om in andere landen te investeren in bijvoorbeeld fabrieken, kantoren, infrastructuur of ondernemingen. Heet ook wel foreign direct investment (FDI).
global shift
Het verschuiven van het economische zwaartepunt op de wereld.
handelsbelemmering
Voorwaarden die een land of een groep samenwerkende landen stelt aan de handel, waardoor er geen sprake is van vrijhandel.
innovatie
De ontwikkeling en succesvolle invoering van nieuwe of verbeterde producten, diensten, productie- en distributieprocessen.
kapitaalstroom
Internationale verplaatsing van geld of andere waardevolle eenheden.
neokolonialisme
Toenemende economische afhankelijkheid van met name de voormalige koloniën van westerse landen.
neoliberalisme
Politieke stroming die is gericht op marktwerking, een kleinere overheid, vrijhandel en vrijheid op het gebied van internationale kapitaalstromen.
nieuw industrieland
Land dat zich in korte tijd ontwikkelde tot geïndustrialiseerde land, met als kenmerken een exportgerichte economie en het ontvangen van buitenlandse investeringen. Heet ook NIC.
offshoring
Het verplaatsen van arbeidsintensieve onderdelen van de productieketen door mno’s uit de centrumlanden naar landen met lagere lonen, waarbij de mno’s eigenaar van de fabrieken of vestigingen blijven die ze daar kopen of laten bouwen.
outsourcing
Het uitbesteden van werk aan een ander bedrijf in Nederland of in een ander land, meestal vanwege kostenbesparing.
Pacific Rim
Regio’s of landen rondom de Grote Oceaan (Pacific Ocean in het Engels) die een snelle economische groei doormaken.
productieketen
De onderdelen waaruit het productieproces van goederen bestaat: onderzoek en ontwerp, productie, distributie en consumptie.