1.1 Flashcards

1
Q

bruto binnenlands product (bbp)

A

De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bruto nationaal product (bnp)

A

De waarde van alle goederen en diensten die in een jaar door de bevolking van een bepaald land (ook in het buitenland) worden geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

culturele globalisering

A

Toenemende vervlechting van de levens van mensen en intensivering van culturele relaties tussen cultuurgebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

economische globalisering

A

Toenemende vervlechting en intensivering van economische relaties tussen landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

exploitatiekolonie

A

Een overzees gebied dat dient als leverancier van goedkope grondstoffen en arbeidskrachten voor het moederland en als afzetgebied van de producten uit het moederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geopolitiek

A

Het inzetten van economische, politieke en militaire middelen door (regionale) grootmachten om hun invloed op bepaalde gebieden te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

globalisering

A

Wereldwijde vervlechting van de levens van mensen en van de uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hegemoniale staat

A

Land dat met economische, politieke en militaire middelen een dominante rol speelt in het wereldsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

imperialisme

A

Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

internationale arbeidsverdeling

A

Verdeling van economische activiteiten over landen, waarbij landen zich toeleggen op die productie, waar men relatief goed in is of waarvoor de voorwaarden gunstig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kapitalisme

A

Politiek en economisch systeem waarin de productie wordt geleid door ondernemers en waarin investeringen worden gedaan om winst te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kolonialisme

A

Systeem waarin vooral Europese landen (overzeese) gebiedsdelen bezetten uit economische en/of politieke overwegingen of als potentieel vestigingsgebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kolonie

A

Overzees gebiedsdeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

multinationale onderneming (mno)

A

Onderneming met vestigingen in ten minste twee landen. Heet ook multinational of transnationale onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

politieke globalisering

A

Toenemende vervlechting en intensivering van politieke relaties tussen landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

slavernij

A

Een systeem waarbinnen een mens eigendom is van en ander of als zodanig wordt behandeld en daardoor geen rechten heeft of kan uitoefenen.

17
Q

vestigingskolonie

A

Een overzees gebiedsdeel waar kolonisten (meestal Europeanen) zich blijvend vestigen.