123theorie notes Flashcards

1
Q

Hoe mag je een voorrangsvoertuig niet helpen?

A
  • door rood rijden
  • op een busbaan rijden
  • de maximum snelheid overschrijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf welke temperatuur is het mogelijk om ijs of gladheid op het wegdek tegen te komen?

A

onder de 7 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat moet je met je voertuig doen bij een ongeval?

A

je bent verplicht hem te laten staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer moet je een slachtoffer helpen?

A

alleen bij de twee B’s: bloeden of braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Moet je je AM rijbewijs nog halen nadat je B al hebt gehaald?

A

nee, AM wordt automatisch toegevoegd als je B haalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe moet je iets vervoeren op het dak van je auto?

A

dan heb je een geschikt dak dragers/lastdragers/rek voor nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mag je stilstaan op een fietspad?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor kenteken voor een aanhang van meer dan 750 kg?

A

een geel kenteken met een ander nummer dan op de auto (minder dan 750 heeft een wit bord met hetzelfde kenteken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer mag je van rechts inhalen?

A

FRUIT:
- File
- Rotonde
- Inrit
- Uitrit
- Tram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar mogen gehandicapte voertuigen rijden?

A

de stoep, het fietspad en de rijbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar mag je niet inhalen?

A
  • een bocht
  • met slecht weer
  • bij een zebrapad
  • bij een kruispunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke personen krijgen altijd voorrang bij oversteken?

A
  • blinde persoon
  • blind persoon met begeleider
  • een persoon met rollator
  • mensen die met krukken lopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gelden haaientanden, stopborden en voorrangsborden ook voor voetgangers?

A

nee je hoeft dan alleen voorrang te verlenen aan bestuurders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorrang via een onverharde weg?

A

voorrang geven aan alle kruisende bestuurders (net zoals haaientanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het symbool van een fiets op een bord geld voor welke voertuigen?

A

fiets en snorfiets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly