1.2 Scheidingsmethoden Flashcards

1
Q

Wat zijn alle 8 scheidingsmethodes?

A

filtreren, bezinken, centrifugeren, indampen, destillatie, extraheren, adsorptie, chromatografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel scheidingsmethodes zijn er?

A

8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer ga je scheiden?

A

Wanneer je maar 1 stof uit een reactiemengsel wilt hebben, je bent bezig met het sorteren van de moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ga je filtreren?

Wat is de vloeistof en wat de vaste stof? En van welke eigenschap maak je gebruik?

A

Als je een suspensie wilt scheiden waarbij je gebruik moet maken van deeltjesgrootte. De vaste stof is het residu, de vloeistof het filtraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer ga je bezinken?

En van welke eigenschap maak je gebruik? En welke stof zit onder of boven?

A

Als de dichtheid van de vaste stof groter is dan die van de vloeistof, je maakt hierbij gebruik van verschil in dichtheid. De stof met de grootste dichtheid vormt de onderste laag?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet het als je bezinken versnelt?

A

Centrifugeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doe je met indampen

Dus van welke eigenschap maak je gebruik?

A

Bij indampen maak je gebruik van het verschil van kookpunt van meerdere stoffen (2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer ga je destilleren?

Hoe heet hetgeen dat niet verdampt, en hoe de opgevangen vloeistof?

A

Als er een vrij groot verschil is in kookpunten. Alles wat niet verdampt is het residu, de opgevangen vloeistof het destillaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarbij maak je gebruik van als je een mengsel hebt van vaste stoffen?

Welke scheidingsmethode gebruik je?

A

Verschil in oplosbaarheid, je gaat dan extraheren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doe je met extraheren?

Hoe kun je vervolgens de opgeloste stoffen uit de oplossing halen? leg uit hoe dit werkt.

A

Je voegt aan een mengsel van vaste stoffen een extractiemiddel toe waarbij sommige stoffen wel oplossen en anderen niet.

Je kunt de gewenste stof uit de oplossing halen door vloeistof-vloeistofextractie, je voegt aan de oorspronkelijke oplossing een 2de vloeistof die niet mengt met het eerste oplosmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?

A

Destilleren kan alleen als er een groot verschil is in het kookpunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij adsorptie?

A

Bepaalde stoffen gaan aan het adsorptiemiddel zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvan kan je gebruik maken als je alleen hoeft te weten welke stoffen er in een oplossing zitten?

ipv. stoffen uit een oplossing halen

A

Chromatografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit wat er bij papierchromatografie kan gebeuren.

A

Stoffen die makkelijk in de loopvloeistof oplossen, loopt de vloeistof verder uit op het papier, stoffen die beter adsorberen aan het papieroppervlak zullen lager op het papier zitten (en ook 1 duidelijk punt zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de RF waarde?

En de formule hiervoor?

A

A/B; A = de afstand van het punt waar je de kleurstoffen hebt aangebracht tot het punt waar de stof is blijven steken. B= de afstand van het punt waar je de kleurstoffen hebt opgevracht tot waar de stof is opgetrokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je een suspensie scheiden?

A

filtreren, bezinken, centrifugeren

17
Q

Hoe scheid je een mengsel van een opgeloste vaste stof en een vloeistof?

En wanneer een mengsel van vloeistoffen?

A

indampen of destilleren Een mengsel van vloeistoffen door destilleren.

18
Q

Waarmee kun je een mengsel van 2 vaste stoffen scheiden?

A

Extraheren

19
Q

Waarmee kan je opgeloste geur-, kleur-, en smaakstoffen uit een oplossing halen?

A

adsorberen

20
Q

Waarmee kun je een klein mengsel van opgeloste stoffen scheiden?

En ook mee aantonen hoeveel en welke hierin zitten?

A

papierchromatografie

21
Q

Waarvan maakt chromatografie gebruik?

A

verschil in adsorptievermogen en oplosbaarheid

22
Q

Welke scheidingsmethode(n) gebruik je als je een verschil hebt in deeltjesgrootte?

A

filtreren

23
Q

Welke scheidingsmethode(n) gebruik je als je een verschil hebt in dichtheid?

A

Bezinken (of versneld) centrifugeren

24
Q

Welke scheidingsmethode(n) gebruik je als je een verschil hebt in kookpunt?

A

Indampen (met een vaste stof en vloeistof) of destilleren (beide)

25
Q

Welke scheidingsmethode(n) gebruik je als je een verschil hebt in oplosbaarheid?

A

extraheren

26
Q

Welke scheidingsmethode(n) gebruik je als je een verschil hebt in adsorptievermogen?

A

adsorptie

27
Q

Welke scheidingsmethode(n) gebruik je als je een verschil hebt in adsorptievermogen en oplosbaarheid?

A

(papier)chromatografie