1.1 Wat heb je te besteden Flashcards

1
Q

Primaire inkomens

A

Inkomens die je verdient door een productiefactor te leveren. Dus inkomens uit arbeid en uit bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Secundaire inkomens

A

Inkomen waarvoor je geen directe tegenprestatie hoeft te leveren.
Inkomens uit overdrachten zoals uitkeringen, zakgeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bestedingen

A

-De uitgaven aan goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer verandert je besteding

A
  • als je inkomen verandert
    -nieuwe producten op de markt
    -als de wereld op je heen verandert ( corona)
    -anderen hebben ook invloed zoals bedrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe beinvloeden bedrijven je bij je besteding?

A

marketinginstrumenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn marketinginstrumenten

A

prijs, product, plaats, promotie, personeel en prestatie ( de 6 p’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

doelgroep

A

een groep consumenten met dezelfde kenmerken voor wie een product of boodschap bedoelt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

duurzaam consumeren

A

dan houd je rekening met de gevolgen van jouw aankopen voor andere mensen in het milieu. Vaak betaal je dan iets meer voor de producten, maar de maatschappelijke kosten zullen dalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly