1.1 Flashcards
1
Q
Primaire behoeften
A
De noodzakelijke levensbehoeften, voeding kleding huis
2
Q
prioriteiten stellen
A
voor je zelf kiezen, welke behoeftes jij belangrijk vindt en welke minder
3
Q
schaars
A
er zijn middelen nodig om ze te maken
4
Q
secundaire behoeftes
A
alles wat je leven prettiger maakt
5
Q
vrije goederen
A
goederen die je zomaar kunt beschikken, zoals regen zon lucht
6
Q
welvaart
A
mate waarin je je behoeften kunt voorzien
7
Q
zelfvoorziening
A
goederen voor eigen gebruik zelf te maken