1000 Woorden "B" Flashcards
1
Q
de baan
A
the job
2
Q
de baby
A
the baby
3
Q
het bad
A
the bath
4
Q
bang
A
afraid
5
Q
de bank
A
the couch
6
Q
de basis
A
the basis
7
Q
bedekken
A
the cover
8
Q
bedreigning
A
the threat
9
Q
bedreven
A
skilled
10
Q
heet been
A
the leg
11
Q
de beer
A
the bear
12
Q
het beest
A
the beast
13
Q
beetje
A
little
14
Q
het begin
A
the beginning
15
Q
begrijpen
A
to understand
16
Q
begrijp
A
understand
17
Q
behalve
A
except
18
Q
beide
A
both
19
Q
de beker
A
cup
20
Q
de bel
A
bell
21
Q
belangrijk
A
important
22
Q
bellen
A
to call
23
Q
de belofte
A
promise
24
Q
beneden
A
downstairs
25
de benzine
benzin
26
berg
mountain
27
bermoemd
famous
28
het beroep
profession
29
beschermen
to protect
30
beslissen
decide
31
het best
best
32
betalen
to pay
33
bewagen
to move
34
bewolkt
crowded
35
het bezoek
visit
36
de bibliotheek
library
37
bieden
to offer
38
bij
with
39
bijna
almost
40
bijten
to bite
41
bijvoorbeeld
by example
42
bijzonder
special
43
binnen
inside
44
binnenkort
within a short time
45
blad
leaf
46
blauw
blue
47
blazen
to blow
48
blij
happy
49
blijven
to stay
50
het bloed
blood
51
de bloem
flower
52
de bodem
bottom
53
het boek
book
54
het boerdeij
farm
55
de boete
fine
56
de boom
tree
57
de boon
bean
58
het boord
board
59
boos
angry
60
het bord
plate
61
borstelen
the brush
62
het bos
forest
63
het bord
plate
64
bouwen
to build
65
boven
upstairs
66
branden
to burn
67
brandstof
fuel
68
breed
broad
69
breken
to break
70
bregen
to bring
71
de brief
letter
72
de broer
brother
73
de broek
pantalon
74
het brood
bread
75
de brug
bridge
76
bruikbaar
useful
77
bruiloft
wedding
78
bruin
brown
79
bui
shower
80
buiten
outside
81
bureau
desk
82
buren
neighbors
83
bus
bus
84
buurman
neighbor
85
buurvrouw
neighbor
