1 sociologie, een eerste kennismaking Flashcards
sociologische verbeelding
Is het startpunt van een sociologische verklaring. Het is een specifieke wijze van kijken naar wat met mensen in hun leven gebeurt.
Volgens Mills: individuele gebeurtenissen plaatsen en verklaren vanuit het geheel van sociale relaties die zelf een specifieke historische oorsprong hebben
Sociale handelingstypologie
Een onderscheid tussen instrumenteel rationeel handelen, waarderationeel handelen, affectief handelen en traditioneel handelen door Max Weber.
Instrumenteel rationeel handelen
Hierbij willen actoren een bepaald doel bereiken binnen een specifieke handelingssituatie.
waarderationeel handelen
Hierbij staat een bewust geloof in de waardevolheid van de handeling centraal.
affectief handelen
Wordt gedreven door het navolgen van gevoelens.
traditioneel handelen
ingeworteld gewoontehandelen / traditie leidt tot herhaling van eenzelfde handeling en wordt gekenmerkt door een verplicht karakter.
‘opdat’ motieven
proberen iets te realiseren
‘omdat’ motieven
reactie op opdat motieven
conformiteit
Is interactie die verloopt volgens de betekenis die beide partners aan de interactie vastknopen. <-> deviantie
samenwerking
Houdt in dat sociale eenheden samen een doel proberen te realiseren.
conflict
Ten minste twee partijen gaan al dan niet impliciet niet akkoord met hoe de interactie moet verlopen. (eigen zienswijze) <-> samenwerking
ruil
baten of beloningen voor die individuen in sociale verbanden ontvangen, meestal kosten betekenen voor de anderen. (sociale ruil, niet per se economisch: macht en aanzien als schaarse middelen)
cultuur
ideeën over wat goed en slecht is
structuur
posities van actoren en de vorm van de interacties en relaties tussen die actoren
sociale orde
stolling structuur en cultuur
sociale verandering
vloeibaar worden van cultuur en structuur
geschiedschrijving
Een historicus probeert fenomenen in het verleden te verklaren door voornamelijk te verwijzen naar het belang van factoren die plaats- en tijdsspecifiek zijn.
culturele antropologie
De cultureel antropoloog richt zich op het beschrijven en interpreteren van culturen. (1 enkele samenleving)
biologie
Gaat na hoe variaties in fysiologische eigenschappen, hormonale processen en biogenetische factoren gepaard gaan met variaties in gedrag.
psychologie
Is de studie van interne mechanismen: gedrag als weerspiegeling van cognitieve en emotionele processen die het gedrag van binnenuit bepalen.
sociale psychologie
De studie van attitudevorming en attitudeverandering met inbegrip van overtuigingsprocessen.
sociobiologie
Bij sociobiologische verklaringen wordt ervan uit gegaan dat gedragsvormen en sommige erop voortbouwende vormen van sociaal handelen het resultaat zijn van een duizenden jaren lange aanpassing aan een externe omgeving.
biosociale verklaring
De wisselwerking tussen het biologische en het sociale in het algemeen (niet per se complementair met sociologie)
concepten
Mentale vangnetten die ons in staat stellen om elementen uit de werkelijkheid te vatten.