2 cultuur Flashcards

1
Q

wetmatigheden

A

Iets doen door gemeenschappelijke ideeën over hoe je dit moet of kan doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

accumulatie

A

Mensen passen mee hun omgeving aan in plaatse van enkel hun genetische kenmerken. Dit resulteert in wat we de menselijke beschaving noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symbool

A

Draagt een betekenis (enkel deze lokt een respons uit) die niet uit de fysische drager af te leiden is. Hierdoor ontstaan meerder symbolische werkelijkheden los van de materiële wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dominante realiteit of paramount reality

A

Een wereld die wordt doordrongen door realiteiten. (religie, wetenschap, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eindige zingevingdomeinen of finite provinces of meaning

A

de realiteit van dromen, fantasie, … ; deze overstijgen de materiële werkelijkheid waarin het hier en nu van het biologische overleven centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

open instincten

A

De soort beschikt over een zeker algemene neiging die enkel werken binnen een context waarin algemene directieven aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gesloten instincten

A

leiden tot handelingspatronen die genetisch bepaald zijn in elk detail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

artefacts

A

objecten zoals juwelen die kenmerken van individu uitdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

haptics

A

aanrakingen zoals handdruk, (schouder-)klop, kussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

chronemics

A

tijd die iemand praat, punctualiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

proxemics

A

territoriumbepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kinesics

A

lichaamstaal, houding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

empirische kennis

A

Informatie die mensen delen over hoe de wereld is opgebouwd en hoe hij werkt als resultaat van ervaring en van wetenschappelijk onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

existentiële kennis

A

Antwoorden op concrete vragen of grote vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarden

A

groepsopvattingen over wat wenselijk is, cognitieve voorstellingen van behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarden systeem

A

Waarden hebben onderling een zekere hiërarchische relatie

17
Q

subculturen

A

groepen in de samenleving die overtuigingen, waarden en leefstijlen hebben die verschillen van die van de dominante cultuur

18
Q

tegencultuur of counterculture

A

een subcultuur die de dominante cultuur wel verwerpt

19
Q

etnocentrisme

A

Beoordeelt en evalueert vreemde culturen met de eigen cultuur als maatstaf.

20
Q

cultureel relativisme

A

Gaat ervan uit dat culturen niet meer- of minderwaardig zijn (immers aanpassing aan omgeving).

21
Q

etnieën

A

Groepen van mensen die een afkomst en dus een cultuur delen.

22
Q

dichotomisering

A

Een opdeling maken tussen insiders en outsiders

23
Q

dynamische visie op cultuur

A

Cultuur en etniciteit zijn voortdurend in beweging en het product van alledaagse interacties.