1. Schoudergordelspieren Flashcards
1
Q
m. trapezius
A
- linea nuchalis superior, lig. nuchae, proc. spinosi C7-T12, lig. supraspinale
- laterale derde clavicula (descendens), acromion en spina scapulae (transversa), margo medialis en tuberkel spina scapulae (ascendens)
- elevatie, depressie, rotatie, retractie, stabilisatie en nekextensie
- n. accessorius XI en plexus cervicalis (C3-4)
2
Q
m. rhomboideus major
A
- lig. supraspinale en proc. spinosi T1-5
- margo medialis onder spina scapulae
- retractie, elevatie, stabilisatie (endorotatie)
- n. dorsalis scapulae
3
Q
m. rhomboideus minor
A
- lig. nuchae en proc. spinosi C6-T1
- margo medialis thv. spina scapulae
- retractie, elevatie
- n. dorsalis scapulae
4
Q
m. levator scapulae
A
- proc. transversi C1-4
- angulus superior, margo medialis (aan en boven spina scapulae)
- elevatie (endorotatie en retractie)
- n. dorsalis scapulae en plexus cervicalis (C3-4)
5
Q
m. serratus anterior
A
- buitenkant rib 1-9, fascia over intercostale ruimtes
- margo medialis, angulus inferior (en superior)
- elevatie, depressie, rotatie, protractie, stabilisatie
- n. thoracicus longus
6
Q
m. pectoralis minor
A
- externe, ventrale riboppervlakken 2-5
- proc. coracoideus
- depressie, protractie + hulpademhalingsspier
- n. pectoralis medialis
7
Q
m. pectoralis major
A
- mediale helft clavicula (clavicularis), sternum en kraakbeen rib 1-6 (sternocostalis), voorste rectusschede (abdominalis)
- via brede, platte pees op crista tuberculi majoris
- adductie, endorotatie + hulpademhalingsspier, flexie uit extensie (clavicularis), extensie uit flexie (sternocostalis)
- nn. pectorales medialis en lateralis
8
Q
m. latissimus dorsi
A
- proc. spinosi T6-12, fascia thoracolumbalis, lumbale en sacrale wervels (vertebralis), crista iliaca (iliaca), rib 9-12 (costalis), angulus inferior (scapularis)
- via brede, platte pees op crista tuberculi minoris
- extensie, adductie, endorotatie (voorkomt winging)
- n. thoracodorsalis
9
Q
m. subclavius
A
- kraakbeen rib 1
- laterale derde, onderzijde clavicula
- depressie (dynamisch ligament)
- n. subclavius
10
Q
m. deltoideus
A
- ventrale, laterale 1/3 clavicula (clavicularis), acromion (acromialis), onderste, laterale 2/3 spina scapulae (spinalis)
- tuberositas deltoidea
- endorotatie, abductie, flexie (clavicularis), abductie (acromialis), exorotatie, adductie, extensie (spinalis) + stabilisatie
- n. axillaris
11
Q
m. teres major
A
- angulus inferior, onderste derde margo lateralis
- via brede, platte pees op crista tuberculi minoris
- extensie, endorotatie, adductie
- n. subscapularis (en n. thoracodorsalis)
12
Q
m. teres minor
A
- bovenste 2/3 margo lateralis
- tuberculum majus en glenohumeraal gewrichtskapsel
- exorotatie, zwakke adductie
- n. axillaris (en n. subscapularis)
13
Q
m. supraspinatus
A
- fossa supraspinata
- tuberculum majus en glenohumeraal gewrichtskapsel
- initiatie abductie
- n. suprascapularis
14
Q
m. infraspinatus
A
- fossa infraspinata
- tuberculum majus en glenohumeraal gewrichtskapsel
- exorotatie, zwakke abductie
- n. suprascapularis
15
Q
m. subscapularis
A
- fossa subscapularis
- tuberculum minus en glenohumeraal gewrichtskapsel
- endorotatie en zwakke adductie
- n. subscapularis