1. De VIO kent en begrijpt farmacokinetiek en farmacodynamiek buiten zwangerschap. Flashcards
farmacologie
wetenschap van geneesmiddelen
Farmacotherapei
Behandelen van geneesmiddelen
Causale therapie
oorzaak wegnemen door bijv. antibiotica
symptomatische therapie
Ziekteverschijnselen verlichten of onderdrukken. Denk aan antihypertensiva
Substitutie therapie
Het aanvullen van tekorten. Denk aan diabetes aanvullen van insuline.
Wat is farmacokinetiek
Wat het lichaam doet met het geneesmiddel. Dit beschrijft de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt ontworpen. Deze processen zijn absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie. De farmacokinetiek legt verbanden tussen deze processen en de tijd en geeft met behulp van wiskundige formules het gedrag van een geneesmiddel in het lichaam weer.
Wat is enteraal toedieningen
Bij enterale toediening wordt het geneesmiddel toegediend via de darmen en maag. Dit kan orale, rectale en via de sonde. Omdat het geneesmiddel eerst via de maag en darmen moet worden opgenomen gaat dit langzaam en geleidelijk.
Wat is parenteraal toediening
Bij parenterale toedienen wordt het geneesmiddel gegeven via infecties zoals: Subcutaan, intraveneus, IM, pleisters of inhalatiemedicatie.
Wat is lokaal toedienen
Het geven van het geneesmiddel op de plek zelf. Zoals zalf, oog-, neus- en oordruppels.
Wat is de half- waarde tijd?
T1/2 Tijdsduur waarin de plasmaconcentratie in waarde halveert.
Welke stap is absorptie in het proces van het medicijn in het lichaam?
Voor een systemische werking moet de werkzame stof vanuit de toedieningsvorm vrijkomen om zich in opgeloste vorm te verplaatsen naar de circulatie. De opname in de circulatie wordt absorptie genoemd. Dit proces verloopt via:
Wat is passief transport?
Dit kost geen energie en gaat via diffusie en osmose
Wat is passieve diffusie
Dit is de verplaatsing van de moleculen ten gevolge van een concentratieverschil, zonder dat een carrier of energie nodig is. Denk aan een glas limonade, de limonade zal niet op 1 plek blijven maar zich verplaatsen over het hele glas. En in het lichaam kan je dit zien door de uitwisseling van gassen en longen: zuurstof. Zuurstof gaat van de lucht naar de zuurstofarme cel en CO2 precies andersom.
Wat is osmose?
Een cel membraam kan je zien als een semipermeabele wand. Het cel membraam, ook wel plasmamembraam genoemd, bestaat uit fosfolipiden en hydrofiele kop oftewel (wateraantrekkend en een hydrofobe staart (waterafstotend). De staarten trekken naar elkaar toe en zo ontstaat een membraan met 2 lagen dat voor sommige stoffen te passeren is zoals; water, zuurstof, CO2 en voor andere niet zoals; suiker, zout en eiwitten. Vandaar de benaming semipermeabel. In het lichaam is een goed voorbeeld hiervan de plasma osmolariteit de zout huishouding van het lichaam. In de normale situatie is er een evenwicht in de zoutconcentratie van het lichaam. Dit heet isotoon, daarom zal je tijdens je stage eigenlijk altijd een zoutinfuus van NaCl 0,9% aanhangen bij een patiënt, omdat de concentratie zout in het infuus gelijk is aan de concentratie zout in het lichaam. Wanneer je meer zoutoplossing zou geven via het infuus, dan zullen de cellen zoals rode bloedcellen en hersencellen- krimpen omdat het water naar de hoge concentratie zal gaan en zich dus naar extracellulair zal verplaatsen. En als een hypotone zoutoplossing geven zullen de cellen juist opzwellen, omdat water van extracellulair naar intracellulair gaat. De patiënt wordt dan erg ziek en zal overlijden.
Wat is actief transport
Dit kost wel energie en verbruikt dus de benzine van het lichaam: ATP