1 De Periodieke Controle Flashcards
1
Q
Aanslag, de
A
The stains
2
Q
Behandelplan, het
A
The treatment plan
3
Q
Doorverwijzen
A
Refer to
4
Q
Ernstig
A
Serious
5
Q
Eruitzien
A
To look (it looks well…)
6
Q
Gaatje, het
A
The cavity
7
Q
Gaten, in de gaten houden
A
To keep an eye on
8
Q
Gebit, het
A
All the teeth and molars
9
Q
Gevoelig
A
Sensitive
10
Q
Haakje, het
A
Small hook, instrument
11
Q
Halfjaarlijks
A
Every half year
12
Q
Ietsje
A
A little bit
13
Q
Kaakchirurg, de
A
The oral/dental surgeon
14
Q
Kies, de
A
The molar
15
Q
Kiezen
A
To choose