1-20 Flashcards

1
Q

Bottom-up troubleshooting begint op welke layer van het OSI model?
o network layer
o physical layer
o data link layer

A

o physical layer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk transport layer protocols worden mogelijk gebruikt voor het transfereren van boodschappen tussen verschillende PC’s?
o DHCP
o FTP
o TCP

A

o TCP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee transport layer protocols worden mogelijk gebruikt voor het transfereren van boodschappen tussen verschillende PC’s?
o DHCP
o SMTP
o UDP

A

o SMTP

o UDP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een netwerkadministrator is een network probleem aan het oplossen dat te maken heeft met het feit dat gebruikers geen toegang hebben tot Internet sites. Nu blijkt dat pingen naar web sites op basis van hun IP adres geen probleem is maar pingen op domain namen lukt niet. Wat zou de oorzaak hiervan kunnen zijn?
o Falende DHCP
o Falende DNS
o Falende FTP

A

o Falende DNS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij de TCP/IP data transmission tussen een source en destination host gebeurt de de-encapsulatie door het ontvangend station (destination) in vier stappen:
A. De TCP header wordt verwijderd.
B. Bits worden gedecodeerd en het MAC adres van de destination wordt herkend
C. De IP header wordt verwijderd en de inhoud wordt doorgegeven naar de volgende layer.
D. De Ethernet header en trailer worden verwijderd.
o A, C, B, D
o B, C, D, A
o B, D, C, A

A

o B, D, C, A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij de TCP/IP data transmission tussen een source en destination host gebeurt de de-encapsulatie door het ontvangend station (destination) in vier stappen:
A. De TCP header wordt verwijderd.
B. Bits worden gedecodeerd en het MAC adres van de destination wordt herkend
C. De IP header wordt verwijderd en de inhoud wordt doorgegeven naar de volgende layer.
D. De Ethernet header en trailer worden verwijderd.
Wat is de correcte sequence van deze stappen?
o B, C, D, A
o B, D, C, A
o C, A, B, D

A

o B, D, C, A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een computer meldt zich aan het netwerk en maakt zich kenbaar aan alle hosts op het LAN. Welk type ethernetframe stuurt deze computer uit?
o Broadcast
o Multicast
o Unicast

A

o Broadcast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een computer meldt zich aan het netwerk en maakt zich kenbaar aan alle hosts op het LAN. Welk type ethernetframe stuurt deze computer uit?
o Simulcast
o Broadcast
o Unicast

A

o Broadcast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk begrip wordt geassocieerd met de logische adressering?
o Fysische adressen
o IP adressering
o MAC adressen

A

o IP adressering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij toestellen die niet voorzien zijn van ‘autosense’, welke connectie vereist een zogenaamde ‘crossover kabel’?
o PC naar hub poort
o PC naar switch poort
o PC poort naar PC poort

A

o PC poort naar PC poort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke instelling moet via software geconfigureerd worden bij een PC om deze te kunnen laten functioneren in een ethernetwerk omgeving?
o MAC address
o IP adres
o Kernel

A

o IP adres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke instelling moet via software geconfigureerd worden bij een PC om deze te kunnen laten functioneren in een ethernetwerk omgeving?
o MAC address
o Shell
o Subnetmasker

A

o Subnetmasker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk bestemmings IP adres is gebruikt in een ‘unicast’ pakket?
o een specifieke host
o een groep van hosts
o alle hosts op het network

A

o een specifieke host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk bestemmings IP adres is gebruikt in een ‘unicast’ pakket?
o een groep van hosts
o een specifieke host
o het netwerk broadcast adres

A

o een specifieke host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke commando wordt gebruikt om een nieuwe verbinding te initialiseren bij de DHCP server?
o ipconfig /release en vervolgens ipconfig /renew
o ipconfig /all
o ipconfig /renew en vervolgens ipconfig /release

A

o ipconfig /release en vervolgens ipconfig /renew

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke commando wordt gebruikt om een nieuwe verbinding te initialiseren bij de DHCP server?
o ipconfig /release
o ipconfig /release en vervolgens ipconfig /renew
o ipconfig /renew en vervolgens ipconfig /release

A

o ipconfig /release en vervolgens ipconfig /renew

17
Q

Welke begrip wordt gebruikt om de snelheid bij datacommunicatie aan te geven?
o Bps
o Hz
o MB

A

o Bps

18
Q

Welke netwerksetting van een netwerkdeelnemer wordt bepaald door de DHCP server?
o physical adres
o MAC adres
o default gateway

A

o default gateway

19
Q

Welke netwerksetting van een netwerkdeelnemer wordt bepaald door de DHCP server?
o dynamic IP adres
o physical adres
o MAC adres

A

o dynamic IP adres

20
Q

Welke uitdrukking beschrijft correct het begrip Media Access Control (MAC) adres?
o MAC adressen worden gebruikt om een specifieke netwerkinterface te identificeren
o MAC adressen bevatten een netwerknumber en een uniek host identificatie
o MAC adressen worden altijd toegewezen aan het netwerktoestel door een netwerk administrator.

A

o MAC adressen worden gebruikt om een specifieke netwerkinterface te identificeren