zouten Flashcards
1
Q
roest
A
Fe2O3
2
Q
brandblusser
A
CO2
3
Q
ongebluste kalk voor bereiding cement
A
CaO
4
Q
grondstof voor kleurloos glas
A
SiO2
5
Q
drijfgas voor slachroomspuit
A
N2O
6
Q
koolzuur
A
H2CO3
7
Q
zoutzuur
A
HCl
8
Q
salpeterzuur
A
HNO3
9
Q
zwavelzuur
A
H2SO4
10
Q
fosforzuur
A
H3PO4