Zinnen schreiben Flashcards
Mijn lievelingsvak is economie.
-Mijn lievelingsvakken zijn kunst en biologie.
Mein Lieblingsfach ist Wirtschaft.
-Meine Lieblingsf:acher sind Kunst und Biologie.
Ik ga naar havo/het vwo.
Ich gehe auf die Realschule/aufs Gymnasium.
Ik zit in de tweede klas.
Ich bin in der achten Klasse
Mijn leraren zijn aardig/stren/saai/vriendelijk.
Meine Leher sind nett/streng/langweilig/freundlich.
Van 8.15 tot 15 uur heb ik les.
Von 8.15 bis 15 Uhr habe ich Unterricht.
Op donderdag heb ik zeven lesuren. En we hebben ook een proefwerk.
Am Donnerstag habe ich sieben Stunden. Und wir schreiben auch eine Klassenarbeit.
Ik ga (niet) graag naar school.
Ich gehe (nicht) gern in die/zur Schule.
Ik sta elke dag om half zeven op.
Ich stehe jeden Tag um halb sieben auf.
Ik vind school erg/niet leuk.
Mir macht Schule viel/keinen SpaB.
Op dinsdag heb ik LO, scheikunde, Frans en Duits.
Am Dienstag habe ich Sport, Chemie, Französisch und Deutsch.
Ik heb goede cijfers.
-Mijn cijfers zijn goed/normaal/slecht.
Ich habe gute Noten.
-Meine Noten sind gut/normal/schlecht.