Ziektes 2B2 Flashcards

1
Q

Guillain-Barré syndroom (GBS)

A

Typisch moleculaire mimicry (kruisreactie)
Post-infectieuze auto-immuun polyneuropathie
Snel progressieve verlamming armen en benen
Vaak door Campylobacter Jejuni
Kruis-reactieve antistoffen die werken op zenuwcellen (axonen), lijken op antigenen van campylobacter jejuni

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IPEX syndroom

A

Immuun dysregulatie
Polyendocrinopathie
Enteropathie
X-gebonden

Mutatie FOXP3-gen –> defect in Treg –> orgaan specifieke en systemische auto-immuun ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IgA nefropathie

A

IgA antilichamen
IgA neerslag in mesangium –> mesangiale proliferatie
Hematurie en proteïnurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nefrotisch syndroom

A

proteïnurie > 3,5 gram per dag
oedeem –> Na retentie
Hypoalbuminemie
Hyperlipedemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Membraneuze glomerulopathie

A

Nefrotisch syndroom
IgG valt PLA2R op onderkant podocyt aan (onder epitheel)
PLA2-R = fosfolipase A2 receptor
Vooral bij ouderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Immuuncomplex nefritis (subendotheliaal)

A

Endotheelcel schade
CDK, proteïnurie en hematurie
Lupus nefritis klasse 2 en 4
Immuuncomplexen onder de epitheelcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pauci-immuun

A

Nefritisch syndroom
Onderdeel ANCA-nefritis
Vasculaire necrose
CKD, proteïnurie en hematurie
Focale necrotiserende glomerulonefritis en ANCA-geassocieerde vasculitis
Antistoffen tegen cytoplasma witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lineaire immuuncomplex deposits

A

Endotheel cel en podocyt schade
CDK, proteïnurie en hematurie
Anti-GBM ziekte
Antistoffen tegen basaalmembraan zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anti-GBM glomerulonefritis

A

Nefritisch syndroom
Antistoffen tegen GBM collageen type IV
IgE antistoffen
Lineaire deposities van IgG
In longen: Goodpasture syndroom –> hemoptoe
Behandeling: dialyse om IgG uit bloed te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Poststreptococcen glomerulonefritis

A

Nefritisch syndroom
Immuundeposities onder endotheel
Streptococcen antigeen loopt vast in GBM en geeft daar ontsteking
Vaak ook ontsteking in keel door streptococcen
Kinderen: donkere urine, oligurie en hypertensie
“Planted antigen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ANCA-geassocieerde glomerulonefritis

A

Nefritisch syndroom
Antistoffen tegen witte bloedcellen –> gaan vaten uittreden en veroorzaken reactie (vasculitis) - vaak in huis, longen, nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SLE (lupus nefritis)

A

Nefritisch syndroom
Auto-immuunziekte (antilichamen tegen celkernen)
Gewrichtsafwijkingen en huideklachten
Ziektebeeld sterk afhankelijk van waar immuuncomplexen neerslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Conjunctivitis

A

Normaal weinig infecties door lysozym in tranen en microbioom
Verwekkers in niet-epidemische situaties 80% bacterieel 20% viraal
Roodheid, irritatie, oedeem, secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Acute conjunctivitis pasgeborenen = ophthalmia neonatorum

A

Kunnen ogen maar ook de rest van lichaam bedreigen
Niet pluis bij baby’s
Vaak S. aureus, Strep. Pneumoniae, H. influenza

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Acute bacteriele conjunctivitis

A

Begint unilateraal, na 1-2 dagen bilateraal
Vaak S. aureus, Strep. Pneumoniae, H. influenza
Roodheid conjunctiva, irritatie en pussige uitvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Acute virale conjunctivitis

A

Roodheid conjunctiva
Waterige secretie, soms bloederig
Pharangitis, koorts
Pre-auriculaire en sumandibularie lymfadenopathie
Heel besmettelijk, maar minder ernstig.
Vaak door enterovirus, coxsakievirus, adenovirus
Behandeling = desinfectie met povidon-jood

17
Q

Chronische (bacteriele) blepharo-conjunctivitis

A

Meer dan 4 weken irritatie, roodheid en korstjes op ooglidranden
S aureus
Behandeling: hygiëne

18
Q

Keratitis

A

Infectie cornea
Pijn, fotofobie, roodheid, conjunctiva
Verminderde visus
Bacterieel: staphylococcen, streptococco, pseudomonas spp (gram-negatieve staven) en enterobacterien. Contactlens-geassocieerd: pseudomonas spp
Viraal: herpes simplex
Behandeling: kweek/PCR, direct starten frequente topicale antibiotica

19
Q

Cellulitis orbitae

A

Gezwollen oogleden. Indeling HEEL belangrijk
Pre-septaal: alleen oppervlakkige oogleden –> geen roodheid conjunctiva
Post-septaal: ontsteking inhoud orbita
–> Roodheid, proptosis (uitpuilend oog), virusdaling, motiliteitsbeperking
–> vaak na sinusitis
–> Behandeling: drainage om uitbreiding naar sinus cavernosus te voorkomen

20
Q

Endopthalmitis

A

Acuut post-operatief
Late onset post-operatief
Endogeen

21
Q

Acute post-operatieve endopthalmitis

A

Rood, pijnlijk oog, visusdaling, ontstekingscellen in oogkamer
Verwekker: CNS, s. aureus, Pseudomonas spp
Behandeling: punctie en kweken, broedspectrum antibiotica
Slechte prognose: 65-95% mensen zien achteraf alleen nog handbewegingen

22
Q

Late onset postoperatieve endopthalmitis

A

Propioni-bacterium acnes of CNS
Behandeling: corticosteroïden ter onderdrukking
Chronische langdradige ontsteking

23
Q

Endogene endopthalmitis

A

Door n. meningitis, s. aureus of candida
Bilaterale klachten
Vaak veroorzaakt door septische focus elders
Grote kans op blindheid

24
Q

Uveïtis anterior

A

Meest voorkomend
Kan worden veroorzaakt doorL
Systemische oorzaken: HLA B27-geassocieerd, sarcoidose, ziekte van Behçet
Bij kinderen: juveniele idiomatische artritis
Infectieus: heterochromie van Fuchs (vaak ten gevolge van Rubella), CMV

25
Intermediaire uveïtis
Zit in pars plana. Komt vaak voor bij MS en ziekte van Lyme. Kan ook komend door sarcoidose, of Rubella.
26
Posteriore uveïtis
Progressief, terugkerend en chronisch Vaak komt het door toxoplasmose (katten zijn host) Kan ook komen door: idiomatisch, sarcoïdose, syfilis
27
Panuveïtis
Vaak idiopathisch Ook veel door sarcoïdose, ziekte van Behçet