Ziekteleer algemeen zenuwstelsel Flashcards
Somnolentie
Slaperigheid, iets verlaagde bewustzijnstoestand
Sopor
Diepe slaap, waaruit de patiënt met lichte prikkels is te wekken. Valt snel terug in uitgangstoestand als prikkels afwezig.
Stupor
Bewegingloosheid, alleen met sterke prikkels te wekken.
Coma
Diepe bewusteloosheid, patiënt is niet te wekken. Uitval van alle reflexen, behalve de corneareflex.
Dwangbewegingen
Herhalen van zinloze bewegingen of houdingen.
VB: circelen, dwanglopen, dringen, loze kauwbewegingen, likken en bijten.
Dementie
Niet meer vertonen van aangeleerd gedrag en een verminderd vermogen om gedrag aan te leren.
Ongerijmd, irrelevant of gedesoriënteerd handelen.
VB: Niet meer herkennen eigenaar of reageren op naam.
Verschijnselen aandoening cerebrum
Verminderd bewustzijn Abnormaal gedrag Blindheid met intacte pupilreflex Verminderde bewuste proprioceptie Verminderde houdingsreactie Geringe parese en ataxie Epileptiforme toevallen
Verschijnselen aandoening diencephalon
Verandering in eet-, drink en slaappatroon
Mesencephalon
Middenhersenen, onderdeel van hersenstam.
Hier liggen de kernen van de kopzenuwen III en IV.
Metencephalon
Achterhersenen, onderdeel van de hersenstam.
Hier ligt de kern van kopzenuw V.
Myelencephalon
Medulla oblongata, verlengde merg. Onderdeel van de hersenstam.
Hier liggen de kernen van kopzenuwen VI t/m XI.
Eenzijdige laesies in grote hersenen en het voorste deel van het mesencephalon
Contralaterale uitvalsverschijnselen aan de ledematen
Eenzijdige laesies in hersenstam (behalve voorste deel mesencephalon)
Ipsilaterale parese, ataxie en verlies van proprioceptie.
Ook hyperreflexie en spasticiteit.
Schade hersenstam
Ipsilateraal motorische en/of sensorische uitval van kopzenuwen.
* Mesencephalon -> mydriasis (grote pupil) of dorso-mediale/ventrolaterale strabismus (scheelzien)
* Metencephalon -> gevoelloosheid gezicht en atrofie kauwspieren
* Myelencephalon -> meerdere uitvalsverschijnselen: als kern VI betrokken -> mediale strabismus. Als kern VII betrokken -> facialisparalyse. Als ook parasympathische deel kern n. facialis aangetast -> traanproductie uitval aangedane zijde (keratoconjunctivitis sicca a.g.).
Als kernen VIII betrokken -> centrale vestibulaire ataxie.
Als nucleus ambiguus betrokken -> uitvalsverschijnselen zenuw IX, X en XI.
Andere verschijnselen: depressie en proprioceptieve storingen.
Bulbaire paralyse: kernen IX en X in verlengde merg en medulla ablongata aangetast. Kan uitbreiden naar kernen en banen van V, VI, VII of XI en XII. Symptomen: verslikken, speekselen, proppen maken en tong uit bek laten hangen.
Disfunctie cerebellum
Ataxie kop, romp en ledematen. Beweging is vertraagd en uitvoering overdreven. Meestal hyper- of dysmetrie: bewegingen zijn overtrokken, schieten doel voorbij en de correctie is ook overdreven.
Tremoren van het hoofd en de hals zijn karakteristiek voor cerebellaire laesie = intentietremoren (erger bij begin doelbewuste bewegingen).
Opvallend: dreigreflex kan verdwijnen, terwijl er een intacte visus en normale functie van de n. facialis is.