Ziekteleer Flashcards
Ziekteleer behandelt
de oorzaken, het verloop en de behandeling van stoornissen
Stoornis =
afwijking van de structuur of functie van het lichaam
Beperking =
de moeite die iemand heeft met het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden
Handicap =
problemen die iemand ondervindt in de wisselwerking met zijn of haar maatschappelijke omgeving
Tot stand koming diagnose
Een stoornis zorgt voor symptomen
Door anamnese en lichamelijk onderzoek - diagnose
Syndroom =
wanneer sprake is van een aantal vaste symptomen
Hoe kan ziekteverloop er uit zien?
Prognose - voorspelling
Complicatie - als er een aandoening bij komt
Acuut verloop - korte tijd ernstig, maar kortdurend
Chronisch verloop - sluipend begin, geneest langzaam of niet
Wisselend verloop - perioden van verergering en vermindering (bij chronische aandoeningen)
Ontsteking =
reactie van lichaam op een schadelijke prikkel: roodheid - rubor warmte - calor dik worden - tumor pijn - dolor niet goed functioneren - functio laesa
Wat gebeurt er bij infectie
Besmetting - binnendringen van micro-organismen
Afweersysteem maakt onschadelijk of er ontstaat vermeerdering, dan infectie
Incubatietijd: periode tussen besmetting en symptomen
infectieplaats - 5 symptomen van ontsteking
Abces =
opgehoopt pus
Actieven vaccinatie =
hierbij worden dode /verzwakte micor-organismen ingespoten, waardoor de vorming van afweerstoffen wordt gestimuleerd.
Passieve vaccinatie =
binnen 48 - 72 uur na besmetting worden afweerstoffen ingespoten
Micor-organismen
Bacteriën - eencellige organismen, vermenigvuldigen makkelijk overal
Schimmels - vaak op huid en slijmvliezen, vermenigvuldigen makkelijk
Virussen - erfelijk materiaal met eiwitmantel. Kunnen zich alleen vermenigvuldigen door een cel binnen te dringen, daarna aanmaak nieuwe virusdeeltjes
Hoe ontstaat besmetting?
door direct contact
door indirect contact - kruisbesmetting
door lucht - druppelinfectie
Hoe dringen micro-organismen het lichaam binnen?
via luchtwegen via de mond via intacte huid via beschadigde huid via het bloed