Zenuwstelsel Flashcards

1
Q

Geef de hersenvliezen

A
  • dura mater ( buitenlaag tegen binnenkant schedelbeenderen, binnenlaag beperkt het verschuiven van de hersenen )
  • arachnoidea
  • pia mater (dunne bindweefselfilm in elke oneffenheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cerebrospinale vloeistof; waar bevindt het zich? Waar en hoe wordt het aangemaakt?

A
  • gevormd in plexus choroideus (CSF wordt gefilterd uit bloed)
  • CSF beweegt vrij tussen ventrikels en subarachnoidale ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn dingen die het lichaam doet tijdens een ortho- of parasympatische reactie

A
  • Osy: alert, stress systeem actief, lever geeft suiker af, hartslag/bloeddruk stijgen, zweetklieren zijn actief, buik/blaasspieren trekken samen, arm/been spieren gespannen
  • Psy: normale ademhaling, herstelsysteem in actie, zweten stopt, hartslag/bloeddruk dalen, voedsel wordt verteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit: blood brain barrier

A

De wand van de capillairen in de hersenen zijn weinig permeabel door tight junctions, hierdoor is het milieu van de hersenen constant
De barriere is zeer selectief: impermeabel voor afvalstoffen, eiwitten, drugs en ineffectief voor vetten, vetzuren en vet opgeloste stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de opbouw van het cerebrum?

A
  • cortex (grijze stof): het “bewust zijn”
  • witte stof (inwendig deel): verbinding tussen linker en rechter hemisfeer en verbinding tussen delen van dezelfde hemisfeer
  • basale nuclei: (grijze stof diep gelegen in de witte stof)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de functies van het cerebrum?

A
  • sensorische functies: algemene somatische gevoeligheid (tast, pijn, druk, temperatuur, proprioceptie)
  • motorische functies: primair somatisch motorgebied
  • associatieve en integratieve functies: (= processen tussen binnenkomen sensorische prikkel en uitzending van motorisch impuls) bewustzijn en allerlei mentale activiteiten
  • rol basale nuclei: regeling spierwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de delen van het diencephalon? Wat zijn de functies?

A
  • thalamus: informatie wordt gesorteerd; gewaarwording; motorische activiteit; leren; geheugen; opwinding
  • hypothalamus: belangrijkste visceraal controlecentrum ( homeostase = controlecentrum voor emotiebeleving, regulatie lichaamstemperatuur en voedselopname en waterbalans, slapen/waken cyclus, controle endocrien stelsel)
  • epithalamus: aanmaak melatonine (slapen/waken cyclus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de delen van de hersenstam? Wat zijn de functies?

A
  • middenhersenen: reflexcentra (bv pupilreflex)
  • pons: geleiding informatie van cerebrum naar cerebellum
  • medulla oblongata: autonome reflexcentra (hartritme, diameter bloedvaten, ademritme, braken, hoesten, niezen) ; doorgeven sensorische impulsen uit huid en spieren ; doorgeven sensorische informatie naar cerebellum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van het cerebellum?

A

verwerking info van cerebrale motorische cortex/kernen hersenstam/sensoriële receptors ; interactie met cerebrale motorische cortex (goed evenwicht en positionering, gecoördineerde vloeiende spierbeweging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet de onderste versmalling van het ruggenmerg?

A

conus medullaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verloopt het transport van sensorische prikkels?

A
  • 1e orde neuron: cellichaam in dorsale ganglion, prikkel ontstaan in oppervlakkige receptor
  • 2e orde neuron: cellichaam in dorsale connector-neuron, geeft prikkel door naar thalamus
  • 3e orde neuron: cellichaam in thalamus en leidt prikkel naar somatosensoriële cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt het transport van efferente informatie uit de hersenen?

A
  • directe pathway: via pyramidaal systeem
  • indirecte pathway: via extrapyramidaal systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly