Zelfhulp Flashcards
1
Q
to succeed, achieve, perform
A
presteren
2
Q
despite, in spite of
A
ondanks
3
Q
be a hit, be in
A
in trek zijn
4
Q
be fed up
A
balen
5
Q
gain weight
A
aankomen
6
Q
eating disorder
A
de eetstoornis
7
Q
challenge
A
de uitdaging
8
Q
moment, time, period
A
het tijdstip
9
Q
for good, for keeps
A
voorgoed
10
Q
to make a U-turn, to change course
A
het roer omgooien
11
Q
regardless
A
ongeacht
12
Q
couple
A
het stelletje
13
Q
do research on
A
onderzoek doen naar
14
Q
research shows that
A
uit onderzoek blijkt dat
15
Q
question/interogate
A
ondervragen