ww 12 Flashcards
bei uns ist der kunde koning
bij ons is de klant koning
ein kunde braucht beratung
een klant heeft advies nodig
im supermarkt werden die kunden zum kaufen verfuhrt
in de supermarkt worden klanten tot kopen verleid
werbung fordert den verkauf
reclame bevordert de verkoop
der konsument stellt hohe anforderungen an das produkt
de consument stelt hoge eisen aan het product
der laden schliebt heute abend um 19.00 uhr
de winkel sluit vanavond om 19.00 uur
20 euro fur einen blumenstraub is nicht gerade billig
20 euro voor een bos bloemen is niet bepaald goedkoop
wir mussten vor der kasse schlange stehen
we moesten voor de kassa in de rij staan
das t-shirt war preiswart. es war ein sonderangebot
het t-shirt was goedkoop. het was een speciale aanbieding
der verbraucher kauft immer weniger fleisch
de consument koopt steeds minder vlees
dies ist eine pflandflasche, keine einwegflasche
dit is een fles met statiegeld, geen wegwerpfles
der hersteller gibt 3 jahre garantie
de fabrikant geeft 3 jaar garantie
solche teueren sachen kann ich mir nicht erlauben
zulke dure spullen kan ik me niet veroorloven
ich muss meine eltern noch um die erlaubnis bitten
ik moet mijn ouders nog om toestemming vragen
